[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nadere reactie op verzoek commissie over het interviewartikel 'Oud-privacyfunctionaris: bij de overheid heerst een cultuur van achterhouden', uit de NRC d.d. 15 juni 2022

Reikwijdte van artikel 68 Grondwet

Brief regering

Nummer: 2022D35416, datum: 2022-09-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28362-61).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28362 -61 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet.

Onderdeel van zaak 2022Z16827:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

28 362 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet

Nr. 61 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2022

Met mijn brief d.d. 21 juni jl. (Kamerstuk 28 362, nr. 60) reageerde ik op verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken op een interview dat op 15 juni 2022 in de NRC werd gepubliceerd. De commissie vraagt mij nu opnieuw te reageren en puntsgewijs in te gaan op de in het artikel genoemde zaken. Voor zover mogelijk doe ik dat, mede namens de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid, in deze brief.

In algemene zin heb ik in mijn voornoemde brief al gereageerd op de inhoud van het artikel. In deze brief reageer ik alleen op de concrete casussen die in het artikel aan de orde komen. Zoals ik in mijn vorige brief uiteengezet heb is het niet aan mij om uitspraken te doen over een concreet geval dat zich afspeelt bij een ander bestuursorgaan. Bestuursorganen leggen hier immers zelf verantwoording over af aan de eigen gekozen vertegenwoordigers. Een college van burgemeester en wethouders legt bijvoorbeeld verantwoording af aan de eigen gemeenteraad.

Voor wat betreft de casussen waarbij specifiek gesproken wordt over ministeries, heb ik mijn collega-bewindspersonen van de betreffende ministeries gevraagd om een inhoudelijke reactie te geven. Mijn collega-bewindspersonen van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid hebben hierop een inhoudelijke reactie gegeven voor wat betreft de passages met betrekking tot de Wob-verzoeken over het MH17-onderzoek en de vreugdevuren in Scheveningen (de politie).

Wob-verzoek MH17-onderzoek

Ten aanzien van het MH17-onderzoek bericht het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het volgende.

Het overleg waar in het artikel naar verwezen wordt vond plaats op 13 februari 2018 op ambtelijk niveau en werd georganiseerd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, naar aanleiding van een door RTL Nieuws gedaan Wob-verzoek. Het Wob-verzoek was aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid gericht, maar had ook betrekking op informatie die bij andere departementen/organisaties berust. Het overleg was geïnitieerd om gezamenlijk te bespreken welke onderdelen van het Wob-verzoek door welk departement/welke organisatie beantwoord konden worden. Bij dit overleg waren ambtenaren van AZ, BZ, IenW, Politie en JenV aanwezig. JenV heeft vervolgens op 22 februari 2018 het Wob-verzoek formeel doorgestuurd naar de betrokken departementen/organisaties, waarna deze ermee aan de slag konden. Ten tijde van het overleg waren er dus ook nog geen stukken aangeleverd en de inventarisatie van stukken was ook geen bespreekpunt.

In 2015 heeft RTL een Wob-verzoek gedaan over MH17-documenten berustend bij IenW en daar is op besloten bij besluit van 27 mei 2015, kenmerk IenM/BSK-2015/104245. Daarbij zijn stukken openbaar gemaakt, maar ook een aantal stukken geweigerd voor openbaarmaking. Daar heeft RTL toen geen beroep tegen ingesteld.

Het Wob-verzoek van RTL van 2018 ging voor IenW hoofdzakelijk om dezelfde stukken. In het besluit m.b.t. het Wob-verzoek van 2018 wordt dan ook verwezen naar het eerdere besluit n.a.v. het Wob-verzoek van 2015. Voor zover de in het NRC-artikel aangehaalde uitspraak tijdens het overleg is gedaan, moet deze dan ook in die context worden gezien. Er was geen sprake van het niet willen zoeken naar stukken, er was namelijk al eerder naar deze stukken gezocht en dus geen reden om een nieuwe zoekslag te doen.

Het besluit van IenW op het Wob-verzoek van 2018 is onderwerp geweest van een beroepsprocedure bij de Rechtbank Midden-Nederland. Deze procedure is afgerond met een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.1 De rechtbank concludeerde dat IenW de eerder in 2015 gevraagde stukken niet opnieuw hoefde te beoordelen; er was geen aanleiding om tot herziening van het eerdere besluit van 2015 over te gaan. Ook oordeelde de rechtbank dat IenW de zoekslag naar behoren had verricht en dat er geen nieuwe zoekslag hoefde plaats te vinden; er was geen aanleiding om te veronderstellen dat IenW over meer documenten beschikte.

Het Ministerie van IenW concludeert dat uit het bovenstaande volgt dat de weergave in het artikel niet wordt gesteund door de feiten. Er was geen sprake van het achterhouden van informatie.

Wob-verzoek vreugdevuren in Scheveningen

Ten aanzien van het Wob-verzoek aan de politie over de vreugdevuren in Scheveningen bericht de politie via het Ministerie van Justitie en Veiligheid mij als volgt.

De politie herkent zich niet in de suggestie dat er geen transparantie is betracht in het Wob-verzoek van RTL Nieuws met betrekking tot de vreugdevuren in Scheveningen in 2018–2019. Het desbetreffende Wob-verzoek is op 18 januari 2019 ontvangen. Bij uitspraak van 20 maart 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:899) heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat chatberichten documenten zijn in de zin van de Wob. In het artikel van NRC wordt het beeld geschetst dat bewust WhatsApp-berichten verwijderd zijn die onderdeel uitmaakten van het Wob-verzoek. Het verwijderen van deze berichten had geen enkele relatie tot het Wob-verzoek, aangezien dit al gebeurd is voordat het Wob-verzoek was ingediend en voordat de Raad van State hierover uitspraak heeft gedaan.

Binnen de politie wordt gewerkt aan een passend beleidskader voor de organisatie. Vooruitlopend daarop is het belang van zorgvuldige archivering van app-berichten onder de aandacht gebracht van strategisch leidinggevenden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot


  1. ECLI:NL:RBMNE:2018:5647, Rechtbank Midden-Nederland, AWB – 18 _ 1827 (rechtspraak.nl).↩︎