Antwoord op vragen van het lid Arib over het tegenhouden van onafhankelijk onderzoek naar uithuisplaatsing kinderen toeslagenouders
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D35762, datum: 2022-09-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-4020).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van zaak 2022Z15985:
- Gericht aan: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: K. Arib, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
4020
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het tegenhouden van onafhankelijk onderzoek naar uithuisplaatsing kinderen toeslagenouders (ingezonden 31 augustus 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 14 september 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Onafhankelijk onderzoek naar uithuisplaatsing kinderen toeslagenouders tegengehouden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het noodzakelijk is dat er onafhankelijk onderzoek komt dat duidelijk maakt of kinderen van toeslagenouders vanwege schuldenproblematiek uit huis zijn geplaatst? Zo ja, waarom? En zo ja, waarom wordt dat dan nog niet uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik deel de mening dat onafhankelijk onderzoek naar de relatie tussen de toeslagenaffaire en uithuisplaatsingen noodzakelijk is. Dit krijgt vorm door het onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV). Hierover is uw Kamer in november 2021 geïnformeerd.2 Daarnaast heb ik reeds aan uw Kamer gemeld te werken aan de instelling van een onderzoekscommissie die aanvullend onderzoek zal doen naar het verband tussen de toeslagenaffaire en uithuisplaatsingen.3 Voorts vind ik het positief dat de rechtspraak zelf aan reflectie en onderzoek doet. De bestuursrechters reflecteerden eerder al, eveneens naar aanleiding van het de toeslagenaffaire. Het rapport dat deze werkgroep opleverde getuigt van het vermogen om grondig en kritisch naar het eigen functioneren te kijken.4 Bij het reflectieprogramma van de familie- en jeugdrechters zijn behalve rechters, raadsheren en juridisch medewerkers ook vier externe adviseurs betrokken. Deze adviseurs komen uit de wetenschap, ontwikkelingspsychologie en advocatuur. Ook bij het geplande dossieronderzoek van de rechtspraak naar de uithuisplaatsingen van kinderen uit gedupeerde gezinnen zal een externe begeleidingscommissie zijn.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de in het artikel genoemde motie waarin stond dat toeslagenouders en hun kinderen een herbeoordeling aan moeten kunnen vragen, geen reden mag zijn om een onafhankelijk onderzoek naar deze uithuisplaatsingen te belemmeren? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Van belemmering van onafhankelijk onderzoek naar de uithuisplaatsingen onder gedupeerden is geen sprake en mag geen sprake zijn. De rechtspraak heeft zelf een toelichting gegeven op hun beslissing om verkennende gesprekken voor een onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen te staken.5 Onafhankelijk onderzoek krijgt vorm door het al lopende onderzoek van de IJenV. Aanvullend werk ik aan de instelling van een onderzoekscommissie. Het doen van onafhankelijk onderzoek staat los van de herbeoordelingen (of herzieningen) waartoe ouders of de Gecertificeerde instelling kunnen verzoeken. In mijn brief van 3 juni jl. ben ik ingegaan op de wijze waarop invulling gegeven wordt aan de motie Omtzigt-Marijnissen.6 In oktober informeer ik uw Kamer nader over de uitvoering van onder meer deze motie.
Vraag 4
Kunnen de uitkomsten van een onafhankelijk onderzoek niet juist bijdragen aan herstel van de band tussen ouders en kinderen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Onafhankelijk onderzoek naar het verband tussen de toeslagenaffaire en uithuisplaatsingen heeft mijns inziens inzicht en erkenning als doel. Voor individuele (her)beoordeling zal per gezin bekeken moeten worden of de uithuisplaatsing nog noodzakelijk is en of terugplaatsing mogelijk is. Iedere aanvraag of verlenging van een machtiging uithuisplaatsing moet onderbouwd worden vanuit de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Uiteindelijk weegt een kinderrechter af of de uithuisplaatsing in het belang van het kind is. Hiervoor is geen wetenschappelijk onderzoek naar het verband nodig maar vooral een goede analyse van de gezinssituatie, opvoedmogelijkheden van de ouders en de behoeften van het kind in een concrete zaak.
Vraag 5
Is de Raad voor de Rechtspraak naar uw mening een instelling die onafhankelijk onderzoek kan doen naar het dat er functioneren van rechters bij de genoemde uithuisplaatsingen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Aangezien een deel van de uithuisplaatsingen nog voorligt bij de rechter (lopende uithuisplaatsingen worden jaarlijks opnieuw beoordeeld), past het niet om door een derde partij onderzoek laten doen naar rechtbankdossiers. Dit is pas mogelijk nadat de zaken afgesloten zijn. Daar kan nog veel tijd overheen gaan. Uitgangspunt in ons rechtsbestel is dat rechters in appel oordelen over beslissingen in eerste aanleg, dat is een essentieel onderdeel van onafhankelijke rechtspraak. Ik vind het mede daarom positief dat de rechtspraak zelf aan reflectie en onderzoek doet. De bestuursrechters reflecteerden eerder al, eveneens naar aanleiding van het de toeslagenaffaire. Het rapport dat deze werkgroep opleverde getuigt van het vermogen om grondig en kritisch naar het eigen functioneren te kijken.7 Bij het lopende reflectieprogramma van de familie- en jeugdrechters zijn behalve rechters, raadsheren en juridisch medewerkers ook vier externe adviseurs betrokken. Deze adviseurs komen uit de wetenschap, ontwikkelingspsychologie en advocatuur. Ook bij het geplande dossieronderzoek van de rechtspraak (dat dus naast het reflectietraject staat) naar de uithuisplaatsingen van kinderen uit gedupeerde gezinnen zal een externe begeleidingscommissie zijn.
Vraag 6
Denkt u dat ouders die slachtoffer zijn van de kindertoeslagaffaire een onderzoek naar de rol van rechters door rechters vertrouwen? Zo ja, waar is uw mening op gebaseerd? Zo nee, wat betekent dat volgens u?
Antwoord 6
Ik kan niet namens gedupeerde ouders spreken. Wel viel mij in de gesprekken die ik met ouders en kinderen over dit onderwerp heb gevoerd telkens op hoe belangrijk zij het vinden dat er geleerd wordt van het verleden. Inzicht en erkenning zijn voor hen niet alleen belangrijk voor het hier en nu maar ook voor de toekomst. Overigens zal het eigen onderzoek van de Rechtspraak begeleid worden door een commissie waarin (onafhankelijke) wetenschappers zitting hebben.
Vraag 7
Hoe gaat u er zorg voor dragen dat het onafhankelijk onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen gehouden gaat worden?
Antwoord 7
Op dit moment zie ik geen aanleiding om nog een onderzoek te initiëren omdat het inspectieonderzoek al loopt, de onderzoekscommissie in voorbereiding is en de rechtspraak een reflectietraject is gestart en dossieronderzoek naar de uithuisplaatsingen gaat doen
AD, 31 augustus 2022 (https://www.ad.nl/binnenland/onafhankelijk-onderzoek-naar-uithuisplaatsing-kinderen-toeslagenouders-tegengehouden~a88992e1/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F).↩︎
Kamerstuk 31 066, nr. 921.↩︎
Zie brief TK «Uitvoering aanpak uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslag» d.d. 31 maart 2021.↩︎
Dit rapport is raadpleegbaar via Toeslagenaffaire: «Belang rechtsbescherming individu moet zwaarder wegen dan vaste lijn jurisprudentie» (rechtspraak.nl).↩︎
Zie Toelichting op berichtgeving onderzoek universiteit Groningen naar uithuisplaatsingen | Nieuws | Rechtspraak.↩︎
Kamerstuk 31 066, nr. 1027.↩︎
Dit rapport is raadpleegbaar via Toeslagenaffaire: «Belang rechtsbescherming individu moet zwaarder wegen dan vaste lijn jurisprudentie» (rechtspraak.nl).↩︎