[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Wetsevaluatie Wet Computercriminaliteit III

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Brief regering

Nummer: 2022D36265, datum: 2022-09-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34372-30).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34372 -30 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III).

Onderdeel van zaak 2022Z17202:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

34 372 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2022

Graag bied ik u aan het rapport «De hackbevoegdheid in de praktijk, een empirisch onderzoek naar de uitvoering van de bevoegdheid tot het heimelijk en op afstand binnendringen in geautomatiseerd werk (artikelen 126nba, 126uba, 126zpa Sv» van het WODC aan dat op 26 augustus 2022 aan mij werd aangeboden.

De Wet computercriminaliteit III wordt vijf jaar na inwerkingtreding geëvalueerd. Naar aanleiding van het Regeerakkoord van het vorige kabinet (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is deze evaluatie in twee delen gesplitst. In het eerste deel is het proces rond de uitvoering van de bevoegdheid gedurende de eerste twee jaar na inwerkingtreding van de wet geëvalueerd. In bijgevoegd rapport vindt u de bevindingen uit deze eerste evaluatie. Daarin is, conform de toezegging aan de leden Sent (Pvda) en Strik (GroenLinks), onder meer bezien hoe het systeemtoezicht achteraf door de Inspectie Justitie en Veiligheid heeft gewerkt.1

In dit rapport komt een aantal knelpunten naar voren die de uitvoering van de bevoegdheid bemoeilijken. Het betreft de manier waarop kan worden binnengedrongen, de inzet van commerciële middelen, de meldplicht voor onbekende kwetsbaarheden, het toezicht door de Inspectie Justitie en Veiligheid en de keuring van technische hulpmiddelen. Ik verwijs u verder naar het rapport zelf.

In het komend najaar verwacht ik dat de Procureur-Generaal bij de Hoge raad in het kader van het hem toekomende toezicht op het Openbaar Ministerie een rapport uitbrengt over de toepassing van de bevoegdheid, gericht op het handelen van het Openbaar Ministerie. In 2020, 2021 en in 2022 heeft de Inspectie Justitie en Veiligheid rapporten uitgebracht over het toezicht dat zij uitoefent op de bevoegdheid politie.

Gelet op het voorgaande verwacht ik voor mijn inhoudelijke reactie op de rapporten geruime tijd nodig te hebben. Ik verwacht u deze in het voorjaar van 2023 te kunnen toesturen.

In 2024 is het tweede deel van de evaluatie voorzien, waarin de overige delen van de wet worden behandeld.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius


  1. Toezegging Bij de evaluatie het systeemtoezicht door de Inspectie Justitie en Veiligheid betrekken (Kamerstuk 34 372).↩︎