[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme

Racisme en Discriminatie

Brief regering

Nummer: 2022D36379, datum: 2022-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30950-316).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30950 -316 Racisme en Discriminatie.

Onderdeel van zaak 2022Z17249:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

30 950 Racisme en Discriminatie

Nr. 316 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID, VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID, VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT EN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2022

Met deze brief sturen wij u het Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme. Het Nationaal programma is opgesteld onder coördinatie van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). Hij heeft het programma gemaakt in nauwe samenwerking met de departementen en de samenleving. De NCDR heeft het programma voorzien van een eigen oplegbrief, waarin hij aandacht vraagt voor enkele specifieke onderwerpen en maatregelen1. De brief is bijgevoegd bij het Nationaal Programma.

Het Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme is onderdeel van de ingezette versterking van de aanpak om discriminatie en racisme in Nederland gerichter te bestrijden. Het doel van het Nationaal Programma is om meer focus en samenhang aan te brengen in de aanpak. Een aanpak die nodig is; nog te veel mensen ervaren discriminatie of uitsluiting. Dit wil het kabinet aanpakken, omdat mensen zichzelf moeten kunnen zijn en niemand uitgesloten mag worden op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, zoals artikel 1 van de Grondwet beschrijft.

Opdracht Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme

In 2020 werden 2 moties2 ingediend waarin de regering werd verzocht om de instelling van een Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Het vorige kabinet heeft, ter uitvoering van de moties, onderzoek laten doen door ABD Topconsult. Op basis van dit onderzoek heeft het kabinet een profiel opgesteld, met daarin een opdracht voor een Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, die gericht is op het opstellen van een nationaal programma3. Op 15 oktober 2021 is de NCDR gestart4. De NCDR ziet voor zichzelf, binnen de kaders van de opdracht en de moties, drie rollen: verbinder, aanjager en waakhond. In aanloop naar de totstandkoming van het eerste Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme heeft de NCDR diverse partijen bijeengebracht in zogeheten townhallsessies rond verschillende thema’s5.

De opzet van het Nationaal Programma

Het programma volgt in haar opbouw de situaties waarin een persoon in de samenleving in contact kan komen met discriminatie en racisme. Allereerst wordt stil gestaan bij de inzet op erkennen en voorkomen gevolgd door de inzet op herkennen en melden. Tot slot komen het bijstaan en handhaving aan de orde. Bij elk van deze situaties wordt ingezoomd op de maatregelen die hiervoor in de domeinen onderwijs, arbeidsmarkt, wonen en zorg worden getroffen met aanvullend de specifieke maatregelen voor de verschillende discriminatiegronden (antizwart racisme, antisemitisme, moslimdiscriminatie, lhbtiq+ discriminatie, genderidentiteit). Zo zijn voor moslimdiscriminatie bij erkennen en voorkomen specifieke maatregelen opgenomen, zoals de handreiking moslimdiscriminatie en vergroting van handelingsperspectief op intersectionaliteit; bij herkennen en melden maatregelen zoals de registratie van moslimdiscriminatie, nationaal onderzoek naar moslimdiscriminatie en de evaluatie van de wet gelaatsbedekkende kleding. In de brief van 22 maart 20226 heeft de Minister van BZK uw Kamer bericht dat de aanpak van moslimdiscriminatie een integraal onderdeel dient te zijn van een samenhangend plan tegen discriminatie en racisme. Met het Nationaal Programma, met een combinatie van generiek beleid en specifieke maatregelen per situatie tegen moslimdiscriminatie, wordt invulling gegeven aan de in de brief genoemde moties.

Voor een volledig overzicht van het Emancipatiebeleid zal de Minister van OCW binnenkort de Emancipatienota naar uw Kamer verzenden. Hierin zal het kabinetsbeleid over de bevordering van gender- en lhbtiq+ gelijkheid uiteen gezet worden.

Nationaal Programma in ontwikkeling

Het vorige kabinet heeft in 2021 een versterking aangekondigd van de aanpak van discriminatie. Het Nationaal Programma geeft hier mede invulling aan. Het is een programma, bestaande uit reeds ingezette versterkingen en uit nieuwe versterkingen. Het programma is een startschot en het kabinet verwacht dat het Nationaal Programma de komende jaren zal uitgroeien tot een programma waar steeds meer organisaties en partijen mede uitvoering aan zullen geven. Het groeimodel is ook terug te zien in de verscheidenheid aan maatregelen. Sommige maatregelen zijn bestaande maatregelen, sommige maatregelen zijn concrete veranderingen en soms worden maatregelen genomen ter voorbereiding op verdere beleidsontwikkeling. In dit eerste Nationaal Programma staat het bijeenbrengen van maatregelen voorop. Het formuleren van concrete doelstellingen of streefcijfers, zoals door uw Kamer verzocht, zal door het kabinet samen met de NCDR later uitgewerkt moeten worden. In het verlengde daarvan zal het kabinet ook nader kijken naar de mogelijkheden om de motie van het lid van Baarle c.s7. uit te voeren, waarin verzocht is om een voorstel te doen aan de Kamer om de beoordeling van de effectiviteit van het antidiscriminatiebeleid te verbeteren.

Financieel overzicht

Waar het kabinet ook naar wil kijken is de samenloop van dit Nationaal Programma met het begrotingsproces. Het kabinet wil met de NCDR bekijken hoe dat het beste vorm gegeven kan worden, zodat aan de voorkant nieuwe beleidsvoornemens die onderdeel zullen worden van het Nationaal Programma, mee kunnen in de financiële besluitvormingsprocessen. Dit ligt in het verlengde van het verzoek uit de motie van de leden van Baarle en Simons8. In deze motie is de regering verzocht om te bezien hoe de financiële verantwoording van de uitgaven die de regering doet in het kader van discriminatiebestrijding verbeterd kan worden, teneinde het overzicht van uitgaven aan discriminatiebestrijding te verhelderen, en in de voortgangsbrieven over discriminatiebestrijding voortaan een financieel totaaloverzicht op te nemen. Ter uitvoering van deze motie is een apart financieel overzicht opgesteld. Een vergelijkbaar overzicht is in 2021 voor het eerst gegeven in reactie op Kamervragen van de leden van Baarle en Azarkan over de stand van discriminatie en racisme9, waaruit ook blijkt dat de aanpak van discriminatie soms verweven zit in de financiën van andere beleidsterreinen. De aanpak van discriminatie is bij die andere beleidsterreinen niet de primaire beleidsdoelstelling, maar draagt wel aan bij aan de aanpak van discriminatie. Om die reden is het lastig om een totaaloverzicht te geven van de financiën.

Tot slot

De aanpak van discriminatie en racisme is een aanpak van de lange adem; dat is al vaak gezegd en geschreven. Discriminatie, in al haar vormen, zal helaas niet zomaar verdwijnen. Daarom vindt het kabinet het belangrijk dat we moeten blijven streven naar gelijke behandeling. Het Nationaal Programma van de NCDR vormt een belangrijk instrument in die aanpak. Het kabinet wil de NCDR bedanken voor het startschot dat hij gegeven heeft met dit eerste Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme.

De NCDR zal de komende tijd blijven aanjagen en zo nu en dan ook een waakhond zijn, maar hij zal ons vooral blijven verbinden aan de aanpak van discriminatie en racisme, die een gezamenlijk opdracht is van niet alleen de overheid, maar van ons allemaal.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
H.M. de Jonge

BIJLAGE: FINANCIËLE VERANTWOORDING 2021, CONFORM MOTIE MET KAMERSTUK 35 925 VII, NR. 35

In het najaar van 2021 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarin de regering verzocht is om te bezien hoe de financiële verantwoording van de uitgaven die de regering doet in het kader van discriminatiebestrijding verbeterd kan worden, teneinde het overzicht van uitgaven aan discriminatiebestrijding te verhelderen, en in de voortgangsbrieven over discriminatiebestrijding voortaan een financieel totaaloverzicht op te nemen. (Motie van de leden van Baarle en Simons, Kamerstuk 35 925 VII, nr. 35)

Het kabinet hanteert een brede aanpak van discriminatie en racisme die verschillende gronden en terreinen beziet en zich daarmee uitstrekt over verschillende departementen. Naast generieke maatregelen zoals wetgeving en het faciliteren van het melden van discriminatie of racisme, zet het kabinet ook in op de aanpak van discriminatie en racisme binnen bepaalde domeinen of op specifieke gronden. Veel maatregelen zijn niet expliciet gelabeld als «aanpak van discriminatie» en dat daarom een precieze weergave van de uitgaven voor discriminatiebestrijding lastig kan zijn. Zo heeft de politie een taak bij de opsporing van discriminatie en het verwerken van aangiften en meldingen. Maar dit valt onder de reguliere taken van de politie – en daarmee onder het algemene budget. Ook maatregelen als het bevorderen van de interreligieuze dialoog of het bevorderen van de arbeidsmarktparticipatie door mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, zijn niet slechts maatregelen die discriminatie aanpakken, maar dienen ook andere doelen (bevorderen van de integratie en participatie bijvoorbeeld).

Ter uitvoering van de motie van de leden van Baarle en Simons over het verbeteren van de verantwoording van uitgaven voor discriminatiebestrijding hebben de verantwoordelijke bewindspersonen een verantwoording opgenomen van de middelen die wel gelabeld zijn voor de bestrijding van discriminatie.

1. Brede aanpak discriminatie en lokaal beleid

• Het Ministerie van BZK heeft een aantal structurele uitgaven ten behoeve van de brede aanpak van discriminatie:

• Gemeentefonds en BES-fonds

○ de jaarlijkse bijdrage van € 13 miljoen aan het Gemeentefonds en het BES-fonds voor de uitvoering van de Wga-taken (wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen)

• NCDR:

○ financiering van de instelling van de NCDR (vorig jaar was hiervoor € 2 miljoen beschikbaar; de uitgaven lagen lager omdat de NCDR in oktober gestart is). In het coalitieakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld aan de NCDR.

• College voor de Rechten van de Mens

○ Bijdrage aan het College voor de Rechten van de Mens, via JenV, (er is structureel € 1 miljoen beschikbaar gesteld naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend onrecht»)

• Beleidsontwikkelingen10

○ waaronder financiering van de jaarlijkse cijferrapportages en onderzoek: € 0.5 miljoen

• Overige uitgaven

○ in 2021 zijn er beperkte kosten gemaakt ter voorbereiding op de komst van de Staatscommissie tegen Discriminatie en racisme en in het kader van het in 2022 ingestelde programma Rijk voor Iedereen.

2. Justitie en veiligheid

De middelen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid die aan discriminatiebestrijding worden besteed, zijn niet altijd gelabeld op het onderwerp discriminatie. Om die reden kunnen de middelen die het betreffende ministerie aan discriminatie besteedt niet exact worden weergegeven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de gelden die naar het College voor de Rechten van de Mens gaan. Het is onduidelijk welk deel daarvan exact naar discriminatiebestrijding gaat.

• College voor de Rechten van de Mens en meldpunt internetdiscriminatie (MiND)

○ MiND ontving in 2021 een subsidie van € 208.717

○ Het College voor de Rechten van de Mens ontving in 2021 een bedrag van € 8.151.000 van het Ministerie van JenV. In het coalitieakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor het College voor de Rechten van de Mens.

• Antisemitisme

○ In het Coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is het budget van de NCAB structureel met € 0,5 miljoen verhoogd. De NCAB ontvangt jaarlijks een bedrag van € 0,5 miljoen om zijn taken uit te voeren en zijn aanstelling te continueren.

○ Voor de jaren 2019 tot en met 2021 is door de Tweede Kamer een bedrag van 1 miljoen euro per jaar aan de begroting van de Minister van Justitie en Veiligheid toegevoegd voor de aanpak van antisemitisme. De projecten die voortkomen uit deze gelden richten zich breder dan de aanpak van antisemitisme en werken door in de gehele aanpak van discriminatie en racisme.

• Politie

○ Er is in 2021 een pilot gestart, waarbij wordt onderzocht welke meerwaarde specialisatie kan hebben bij het verbeteren van de aanpak van discriminatie waaronder het herkennen van commune delicten met een discriminatieaspect. Dit als gevolg van de motie van het lid Paternotte c.s. om de mogelijkheden van inzet van gespecialiseerde rechercheurs bij discriminatie te onderzoeken (Kamerstuk 35 164, nr. 9). Hiervoor wordt cumulatief € 7 miljoen euro voor ingezet in het kader van «Politie voor Iedereen». In 2021 is € 1.5 miljoen uitgegeven. Het ging met name om voorbereidende werkzaamheden.

3. Onderwijs

○ Het bestrijden van discriminatie en racisme in het onderwijs is een belangrijke en brede opgave voor het onderwijsveld en het kabinet. Het is verweven met talrijke onderwerpen en om de problemen effectief aan te pakken is een integrale benadering noodzakelijk.

○ Zo is het een belangrijk thema bij onderwerpen als stages, sociale veiligheid en burgerschap, maar ook bij bredere vraagstukken als de curriculumherziening en het vormgeven van de lerarenopleidingen is specifiek oog voor het probleem van discriminatie en racisme. Het is om die reden niet te zeggen hoeveel middelen er specifiek aan het thema worden besteed.

4. Discriminatie naar sekse, genderidentiteit, genderexpressie en seksuele gerichtheid

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zet zich in voor het bevorderen van gender- en lhbtiq+ gelijkheid en het voorkomen van discriminatie van en geweld tegen deze groepen. In 2021 zijn uitgaven gedaan die hiertoe bijdragen:

• Financiering van verscheidende programma’s en projecten van maatschappelijke instellingen gericht op het vergroten van bewustwording, het ontsluiten van kennis en expertise en gerichte interventies.

• Bieden van financiële ondersteuning aan maatschappelijke instellingen voor gender- en lhbtiq+ gelijkheid en financiering van het monitoren van ontwikkelingen van gender- en lhbtiq+ gelijkheid in de samenleving.

• De aanpak van gender- en lhbtiq+ discriminatie is integraal verweven in al het emancipatiebeleid en is een belangrijk onderdeel van alle beleidsdomeinen. Vanwege deze integrale benadering is er, ten aanzien van anti-discriminatiebeleid, geen specifieke post op de begroting van OCW. De totale uitgaven in het kader van emancipatie betroffen voor 2021 € 14.057.00011. Deze uitgaves omvatten meer dan enkel anti-discriminatiebeleid.

5. Discriminatie naar herkomst, religie, huidskleur

• Het Ministerie van SZW zet (naast de aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie) ook in op de preventieve aanpak van discriminatie op basis (vermeende) etniciteit, religie en huidskleur (waaronder moslimdiscriminatie, anti-zwart racisme, antisemitisme en antiziganisme) met als uiteindelijk doel: het voorkomen dat discriminatie en/of racisme in de samenleving plaatsvindt.

• De maatregelen zijn vooral gericht op het versterken van de kennisbasis over welke mechanismen ten grondslag liggen aan deze vormen van discriminatoir gedrag en wat werkt in de preventieve aanpak ervan, het vergroten van inzicht in effectieve interventies en het faciliteren van de inzet van derden.

• Voorbeelden van projecten op dit terrein in 2021 waren:

○ Proeftuin om de meldingsbereidheid van moslimdiscriminatie te verhogen;

○ Kennistafels ter verkenning van de intersectionele benadering van discriminatie en racisme;

○ Handreikingen voor gemeenten (moslimdiscriminatie, antiziganisme, antisemitisme, anti-zwart racisme);

○ Decentralisatie uitkering ten behoeve van stimuleren lokaal initiatief samenleven en aanpak discriminatie;

○ Onderzoek naar oorzaken en triggers van anti-zwart racisme;

○ De inzet op bewustwording en gedragsverandering ten aanzien van racisme in het voetbal, via de educatieve Fair Play workshops en het Spreekkorenproject,

• Vanuit het integratiebudget is geen geoormerkt budget beschikbaar voor de preventie van discriminatie naar herkomst, religie en huidskleur. Op basis van onderzoeken, voorstellen en prioriteiten kunnen en worden middelen vrijgemaakt.

• In het jaar 2021 bedroeg het totale bedrag € 592.780.

6. Woningmarkt

• In 2020 en 2021 is onderzoek gedaan met behulp van praktijktesten en mysterycalls om te bezien in hoeverre makelaars, verhuurbemiddelaars en verhuurders (bereid zijn te) discrimineren bij het toewijzen van huurwoningen.

• Daarmee was in totaal een bedrag gemoeid van (afgerond) € 130.000,–. Van dit totale bedrag is in 2021 € 38.667,84 voldaan. Dit onderzoek zal de komende jaren jaarlijks worden herhaald tegen vergelijkbare kosten.

7. Arbeidsmarkt

De inzet op het gebied van arbeidsmarktdiscriminatie is de afgelopen jaren geïntensiveerd en betrof, naast personele capaciteit, onderzoeksbudget, middelen voor communicatie/bewustwording en middelen voor de Nederlandse Arbeidsinspectie (hierna NLA) gericht op arbeidsmarktdiscriminatie.

• In 2021 was voor toezicht en handhaving een budget van € 1,5 miljoen euro gealloceerd om duurzaam en stevig invulling te kunnen gaan geven aan een nieuwe rol van de Nederlandse Arbeidsinspectie op het gebied van werving en selectie.

• Ter versteviging van deze rol is er ook ingezet op kennisvergaring en het ontwikkelen van instrumenten voor het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie. Zo is in 2021 de NLA gestart met de ontwikkeling van een vacaturescanner voor beter toezicht op discriminatie. Daarnaast is een grootschalig veldexperiment gedaan naar de effectiviteit van anoniem solliciteren. Ook is door het CBS onderzoek uitgevoerd ter verbetering van het onderzoek naar beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen. Uitgevoerd. In totaal is aan onderzoek ongeveer € 323.000 uitgegeven in 2021.

• Een ander belangrijk onderdeel van de aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie is de inzet op communicatie en informatievoorziening. Bijvoorbeeld ten aanzien van de aanpak van zwangerschapsdiscriminatie, waar is ingezet op het vergroten van de kennis onder (zwangere) werknemers via diverse samenwerkingen. In 2021 is hier ongeveer 105.000 euro aan besteed.

• Ter bestrijding van arbeidsmarktdiscriminatie en bevordering van diversiteit en inclusie lopen er enkele subsidierelaties, bijvoorbeeld met SER Diversiteit in Bedrijf en met Women Inc. in totaal is voor een bedrag aan ongeveer € 624.000 subsidie verstrekt in 2021.

• Tot slot is de afgelopen kabinetsperiode het programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA) gestart.

• In acht pilots is onderzocht wat werkt om de arbeidsmarktpositie van mensen met een migratie achtergrond te verbeteren. Deze pilots zijn gericht op de loopbaanmomenten waarop zij achterstand oplopen op de arbeidsmarkt. Een deel van deze pilots raakt ook aan thema’s rondom het voorkomen van arbeidsmarktdiscriminatie, zoals de pilot «Overgang MBO-arbeidsmarkt», pilot «Nudging in werving en selectie», pilot «Behoud en Doorstroom» en de pilot «Barometer Culturele Diversiteit».

• In 2021 is circa € 570.000 uitgegeven aan de VIA pilots (en het zorgen dat zoveel mogelijk werkgevers deze inzichten gaan toepassen) die raken aan het voorkomen van arbeidsmarktdiscriminatie.

• In de huidige kabinetsperiode is tot en met 2024, € 1,25 miljoen euro per jaar gereserveerd binnen de begroting van SZW voor het programma VIA. Deze middelen worden ingezet voor het verspreiden en toepassen van de lessen uit de VIA pilots. Naar verwachting wordt in 2022 ongeveer hetzelfde bedrag als in 2021 ingezet voor activiteiten die raken aan het voorkomen van arbeidsmarktdiscriminatie. Hierbij gaat het o.a. om het openstellen van een helpdesk voor werkgevers, het ondersteunen van dialoogsessies van werkgevers, het tegengaan van stagediscriminatie en het ontwikkelen van menukaarten en kennismaterialen.

8. Zorg, welzijn en sport

Discriminatie raakt alle beleidsterreinen van VWS. Binnen het departement is er veel aandacht voor dit belangrijke thema met gerichte antidiscriminatie-maatregelen maar ook initiatieven die participatie en meedoen mogelijk maken.

• Een voorbeeld hiervan is het programma om discriminatie in het voetbal tegen te gaan(«ons voetbal is van iedereen», belegd bij de directie Sport). Het programma loopt van 2020 t/m 2022, in 2021 is in totaal € 3,1 mln uitgegeven.

• Op het gebied van tegengaan van discriminatie van zorgmedewerkers, is in 2021 in samenwerking met PGGM&Co een grootschalig vragenlijstonderzoek uitgevoerd. Dit ging over de prevalentie van verschillende vormen van agressie en ongewenst gedrag, waaronder ook discriminatie, op de werkvloer in zorg en welzijn. Daarnaast was er aandacht voor de ondersteuningsbehoefte die medewerkers hebben op dit vlak. Hier is totaal € 12.892,55 aan besteed.

• Een ander voorbeeld is het programma «Onbeperkt Meedoen!» In dit programma werken meerdere partijen samen om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking dezelfde kansen krijgen als ieder ander en minder drempels in de samenleving ervaren. VWS coördineert met dit programma de implementatie van het VN-verdrag handicap.12 In 2021 is vanuit VWS aan de coördinatie van de aanpak op dit VN-verdrag € 3.928.386 besteed. Dit budget is onder meer besteed aan de projecten van samenwerkingspartners zoals de Alliantie13, de VNG en VNO-NCW. Via deze projecten is in 2021 een impuls gegeven aan de inzet van ervaringsdeskundigheid en de inzet van gemeenten en bedrijfssectoren op toegankelijkheid en inclusie.

• Om er tenslotte overkoepelend voor te zorgen dat discriminatie in álle domeinen van het departement wordt aangepakt, is in 2022 een VWS-brede aanpak tegen discriminatie en ter bevordering van gelijke kansen gestart. In 2021 was voor de voorbereiding en aftrap van deze aanpak € 77.600 beschikbaar. Deze middelen zijn besteed aan het opzetten van de aanpak.


  1. Met deze werkwijze geeft het kabinet invulling aan de motie van het lid van Baarle, Kamerstuk 30 950, nr. 255↩︎

  2. Motie van het lid Jetten c.s. (Kamerstuk 30 950, nr. 203) en motie van de leden Azarkan en Jetten (Kamerstuk 30 950, nr. 211)↩︎

  3. Kamerstuk 30 950, nr. 249; zie ook het instellingsbesluit.↩︎

  4. Kamerstuk 30 950, nr. 276↩︎

  5. https://www.bureauncdr.nl/actueel/nieuws/2022/3/11/voorbereiding-nationaal-programma-van-start↩︎

  6. Kamerstuk 30 950, nr. 288. Het betreft de uitvoering van 2 moties van het lid Azarkan (Kamerstuk 35 788, nr. 92 en Kamerstuk 30 950, nr. 242).↩︎

  7. Kamerstuk 35 925 VII, nr. 36↩︎

  8. Kamerstuk 35 925 VII, nr. 35↩︎

  9. Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 2987↩︎

  10. Zie ook Aanhangsel Handelingen II, 2021/22, nr. 3278↩︎

  11. https://www.rijksfinancien.nl/visuals/2021/jaarverslag/uitgaven/VIII/25?graph=pie&category=56538↩︎

  12. Voluit: VN-verdrag inzake rechten van personen met een handicap↩︎

  13. Het gaat om de alliantie voor implementatie van het VN-verdrag inzake rechten van personen met een handicap. De Alliantie is een samenwerkingsverband tussen Per Saldo, Mind/Landelijk platform psychische gezondheid, Lfb, Ieder(in).↩︎