[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36208 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning en tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet en enkele andere wetten in verband met het afschaffen van de inkomensondersteuning voor AOW’ers

Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning en tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet en enkele andere wetten in verband met het afschaffen van de inkomensondersteuning voor AOW’ers

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2022D36483, datum: 2022-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z17302:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


RAADNo.W12.22.0179/III 's-Gravenhage, 12 september 2022

...................................................................................

Bij Kabinetsmissive van 2 september 2022, no.2022001782, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot tijdelijke intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning en tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet en enkele andere wetten in verband met het afschaffen van de inkomensondersteuning voor AOW’ers, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel maakt deel uit van het pakket Belastingplan 2023, samen met de volgende voorstellen:

  • Belastingplan 2023;

  • Wet rechtsherstel box 3;

  • Wet overbruggingsregeling box 3;

  • Wet minimum CO2-prijs industrie;

  • Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens;

  • Delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen.

Het voorstel voorziet in het afschaffen van de Inkomensondersteuning voor AOW’ers (IOAOW) en in intensivering van het kindgebonden budget.

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt een opmerking over het tijdpad voor de voorgenomen afschaffing van de IOAOW in samenhang met de verhoging van de uitkering ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). In verband daarmee is aanpassing wenselijk van de toelichting, en zo nodig van het wetsvoorstel.

De afschaffing van de IOAOW hangt samen met de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon (wml) per 1 januari 2023. Vanwege de koppeling van de AOW-uitkering aan het wml stijgt de AOW-uitkering mee. In verband daarmee is besloten om met de verhoging van de AOW-uitkeringen de IOAOW af te schaffen. Het voornemen bestond om de verhoging in drie stappen over de jaren 2023-2025 uit te smeren, en daarmee ook de afbouw en afschaffing van de IOAOW.1

Nu besloten is het wml, en daarmee ook de AOW-uitkering in één keer te verhogen per 1 januari 2023, begrijpt de Afdeling de thans voorgestelde afschaffing van de IOAOW. Uit de toelichting maakt zij echter op dat de IOAOW voor de jaren 2023 en 2024 in stand wordt gelaten, maar wordt verlaagd naar € 5 per maand en pas per 1 januari 2025 zal worden afgeschaft. Dit blijkt echter niet uit de inwerkingtredingsbepaling, die regelt dat de afschaffing plaatsvindt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Uit de toelichting wordt niet duidelijk waarom voor deze gefaseerde aanpak is gekozen en niet voor afschaffing van de IOAOW per 1 januari 2023, in lijn met de verhoging van de AOW-uitkering. Evenmin wordt duidelijk waarom de afschaffing plaatsvindt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, in plaats van een regeling daartoe in het voorstel zelf.

De Afdeling adviseert in de toelichting nader op het voorgaande in te gaan en zo nodig het wetsvoorstel aan te passen.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.


De vice-president van de Raad van State,


  1. Zie hierover het advies van de Afdeling van 25 augustus 2022 over het ontwerp van een besluit tot vaststelling van het wettelijk minimumloon met ingang van 1 januari 2023 vanwege een bijzondere verhoging van 2,5% en de halfjaarlijkse indexatie en tot wijziging van het Besluit inkomensondersteuning AOW-ers teneinde de inkomensondersteuning te verlagen (w12.22.0089/III; Besluit tot vaststelling van het wettelijk minimumloon met ingang van 1 januari 2023 vanwege een bijzondere verhoging van 2,5% en de halfjaarlijkse indexatie en tot wijziging van het Besluit inkomensondersteuning AOW-ers. - Raad van State).↩︎