Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat de justitiële samenwerking tussen Nederland en India niet goed verloopt
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D37462, datum: 2022-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-34).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van zaak 2022Z15495:
- Gericht aan: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
34
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de justitiële samenwerking tussen Nederland en India niet goed verloopt (ingezonden 10 augustus 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 september 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3820.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht waaruit blijkt dat de Nederlandse autoriteiten geen voet aan de grond krijgen bij de Indiase autoriteiten, ook al weet de Nederlandse justitie in de meeste gevallen exact waar de verdachten zitten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u uiteenzetten welke inspanningen de afgelopen jaren zijn geleverd om de justitiële samenwerking tussen Nederland en India te bevorderen?
Bent u bereid meer te investeren in het organiseren van een goede justitiële samenwerking tussen Nederland en India, bijvoorbeeld door een hernieuwd verdrag te tekenen met concrete afspraken over een betere justitiële samenwerking, zoals België recent heeft gedaan? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Internationale samenwerking bij de aanpak van (grensoverschrijdende) criminaliteit is van groot belang, ook met India. Samen met de politie, het OM en het Ministerie van Buitenlandse Zaken bekijk ik voortdurend op welke wijze de samenwerking met specifieke landen kan worden verbeterd of geïntensiveerd. Ook het sluiten van bilaterale verdragen op het gebied van justitiële samenwerking kan daartoe een middel zijn. Ten aanzien van India geldt dat tijdens bilaterale consultaties in 2021 is gesproken over nadere intensivering van justitiële samenwerking. Op dit moment worden de mogelijkheden daartoe met de Indiase autoriteiten verkend.
Vraag 4
Werkt de Nederlandse justitiële keten op dit moment met zogeheten liaisons in India? Zo ja, hoeveel zijn dit er en zou dit aantal niet uitgebreid moeten worden?
Antwoord 4
Liaisons zijn een waardevol instrument om de politiële en justitiële samenwerking te stimuleren. Tegelijkertijd is liaisoncapaciteit een schaars en kostbaar goed. In afstemming met mijn departement, het OM en uitvoeringspartners zoals de KMar besluit de politie in welke landen liaisons het beste geplaatst kunnen worden.
Hierbij worden altijd meerdere criteria meegewogen, zoals de intensiteit van de internationale criminaliteitsrelatie met het land of de regio en de aard en omvang van de rechtshulprelatie. Deze integrale afweging heeft vooralsnog niet geleid tot het besluit om een politieliaison in India te plaatsen.
Telegraaf, 9 augustus 2022, «Verdachten zo vrij als een vogel in India: «Laat prioriteiten zien»», https://www.telegraaf.nl/nieuws/1077815931/verdachten-zo-vrij-als-een-vogel-in-india-laat-prioriteiten-zien?utm_internal=telegraaf-paywall-login-eigensite.↩︎