[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van het lid Markuszower, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 5 juli 2022, over het bericht ‘Overheid moet wachtende tbs'ers tienduizenden euro’s betalen’

Forensische zorg

Brief regering

Nummer: 2022D37835, datum: 2022-09-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33628-94).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33628 -94 Forensische zorg.

Onderdeel van zaak 2022Z17794:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

33 628 Forensische zorg

Nr. 94 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2022

Op 2 juli jl. verscheen in het Algemeen Dagblad het bericht «Overheid moet wachtende tbs'ers tienduizenden euro’s betalen». Uw Kamer heeft verzocht om een reactie op dit bericht (Handelingen II 2021/22, nr. 100, item 33). In deze Kamerbrief voldoe ik aan dit verzoek.

De Wet Forensische Zorg bepaalt dat tbs-gestelden binnen vier maanden na aanvang van de termijn van de tbs geplaatst dienen te worden. Iemand die in de gevangenis moet wachten op een tbs-plek noemen we een «tbs-passant». Indien een passant na vier maanden nog niet is geplaatst kan de passant aanspraak maken op een passantenvergoeding. Vanaf de vijfde maand wachten bedraagt de passantenvergoeding € 225,00 per maand, vanaf de zevende maand € 350,00 per maand. Dit bedrag wordt vervolgens driemaandelijks vermeerderd met € 125,00 per maand.

In 2021 is circa 25.000 euro aan vergoedingen uitgekeerd. Tot augustus 2022 is circa 53.000 euro aan vergoedingen uitgekeerd. Het aantal passanten dat langer dan 4 maanden op opname wacht en derhalve recht heeft op een passantenvergoeding bedroeg in deze periode 42 personen. Het gemiddeld bedrag dat is uitgekeerd is € 1.275.

Hoewel ik ernaar streef om alle terbeschikkinggestelden tijdig te plaatsen, lukt dat niet altijd. Dit komt door schaarste aan plekken in de forensische zorg. Over deze schaarste, en over de inspanningen om deze tegen te gaan, heb ik uw Kamer onder andere in de Voortgangsbrief Forensische zorg van 9 juni jl. geïnformeerd (Kamerstuk 33 628, nr. 92). Uiteraard vind ik het betreurenswaardig dat vanwege de schaarste, terbeschikkinggestelden niet altijd tijdig kunnen aanvangen met hun behandeling en daarom in aanmerking kunnen komen voor een vergoeding. De realiteit is dat ondanks grote bereidheid in de sector het tot op heden niet is gelukt om de beschikbare en benodigde capaciteit in balans te brengen.

Ik blijf mij dan ook beraden op mogelijke oplossingen, zoals ik ook de afgelopen periode heb gedaan. Volgens de huidige prognoses zijn vraag en aanbod in de forensische zorg in 2026 weer in balans. In de volgende Voortgangsbrief Forensische Zorg van eind dit jaar zal ik u informeren over de gevolgen van het aantal tbs-passanten in de tussenliggende periode.

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind