Beleidsreactie op het rapport van de Nederlandse Arbeidsinspectie ‘Klantenquête WW 2020’
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Brief regering
Nummer: 2022D38445, datum: 2022-09-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26448-687).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
- NLA Rapport Klantenperspectief WW 2020/2021
- Beslisnota bij Beleidsreactie op het rapport van de Nederlandse Arbeidsinspectie ‘Klantenquête WW 2020’
Onderdeel van kamerstukdossier 26448 -687 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI).
Onderdeel van zaak 2022Z18085:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-10-04 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-10-11 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-03-30 13:00: Uitvoering sociale zekerheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-04-06 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 687 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2022
Hierbij stuur ik u mijn beleidsreactie op het rapport van de Nederlandse Arbeidsinspectie «Klantenquête WW 2020».
Ik hecht aan het bieden van ondersteuning aan mensen die als gevolg van baanverlies genoodzaakt zijn ander werk te zoeken. Het is een moeilijke periode in hun leven waarin zij voor hun inkomen afhankelijk zijn van de overheid. De overheid spant zich in om hen en met name de kwetsbare groep binnen de WW’ers, zoveel mogelijk bij te staan in de zoektocht naar een nieuwe baan. Deze hulp wordt in de vorm persoonlijke dienstverlening door UWV gegeven aan uitkeringsgerechtigden.
Vanuit deze blik geef ik u hieronder mijn oordeel op het rapport van de NLA.
Allereerst wil ik de Nederlandse arbeidsinspectie bedanken voor het verrichte werk in dit onderzoek en voor de algehele inzet op onderzoek naar de doeltreffendheid van de uitvoering binnen het stelsel van Werk en Inkomen. Dit nieuwe rapport, gericht op de beleving van de re-integratiedienstverlening door WW-gerechtigden, levert een bijdrage aan de kennisvergaring over het SUWI-stelsel.
In dit rapport richt de NLA zich specifiek op de ervaringen van mensen met een WW-uitkering zelf en schijnt daarmee haar licht op een belangrijk perspectief binnen de WW-dienstverlening. In de doorontwikkeling van publieke dienstverlening is het van belang om de meningen, ervaringen en perspectieven van de mensen die de dienstverlening ontvangen nog meer te betrekken. Om zo te zorgen dat we nog beter mensen in staat stellen de weg naar werk te vinden. Dit is alleen mogelijk als de beleidsontwikkeling wordt ondersteund door inzichten uit onderzoek, zoals in dit rapport.
In het rapport is te lezen dat de algehele beleving van de WW-dienstverlening door mensen in de WW positief is en dat de beleving significant is verbeterd ten opzichte van eerdere jaren. De stijgende lijn in waardering is een teken dat de herinvoering van persoonlijke dienstverlening in de WW in 2017 een aanzienlijk positief effect heeft gehad op de beleving van de dienstverlening door mensen in de WW. Het rapport laat zien dat persoonlijke dienstverlening niet alleen meerwaarde kan hebben door mensen eerder aan een baan te helpen, maar ook door hun zelfvertrouwen te verhogen en een positiever zelfbeeld te geven.
De periode waarop de klantenquête zich richt was gedomineerd door de coronacrisis en was daarmee een uitzonderlijke periode voor UWV. Het rapport laat zien dat ondanks deze onzekerheid UWV in staat is gebleken de dienstverlening voor WW-gerechtigden goed en adequaat in stand te houden.
De bevindingen van het rapport rondom de waardering van specifieke instrumenten binnen de WW-dienstverlening zijn inzichtelijk en nuttig. Ze sluiten grotendeels aan bij de eindevaluatie van de «Effectevaluatie dienstverlening WW». De meerwaarde ervan is gelegen in het feit dat het instrumentarium breder wordt bekeken. Opvallend vond ik de grote waardering voor de mogelijkheid tot scholing in de WW. Dit sluit aan bij de ambitie van SZW om scholing en een Leven Lang Ontwikkelen verder te stimuleren. In 2022 is het STAP-budget van start gegaan en het nieuwe coalitierakkoord biedt aanzienlijke mogelijkheden om Leven Lang Ontwikkelen en scholing in de sociale zekerheid nog breder beschikbaar te maken. De keuze van dit kabinet om verder in te zetten op scholing wordt ondersteund door de bevindingen uit dit rapport.
Ik zal de bevindingen uit het rapport laten meenemen in de doorontwikkeling van de WW-dienstverlening. Binnenkort bied ik u het eindrapport «Effectevaluatie dienstverlening WW» aan. Ook wordt er momenteel gewerkt aan de bredere periodieke evaluatie van de WW, waar dienstverlening een belangrijk aandachtspunt is. Deze onderzoeken aangevuld met de input uit dit rapport, vormen daarmee een belangrijke inhoudelijke basis voor de verdere doorontwikkeling van de WW-dienstverlening.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip