Brief van het Presidium over het verzoek van het lid Omtzigt inzake artikel 68 van de Grondwet en zijn informatieverzoek aan het kabinet
Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Brief Presidium
Nummer: 2022D39606, datum: 2022-10-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28362-62).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 28362 -62 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet.
Onderdeel van zaak 2022Z18539:
- Indiener: V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
28 362 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet
Nr. 62 BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Den Haag, 4 oktober 2022
Aan de Leden,
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen donderdag 22 september 2022 (Handelingen II 2022/23, debat over de Algemene Politieke Beschouwingen) heeft het lid Omtzigt gevraagd om een brief van het Presidium over artikel 68 Grondwet en zijn informatieverzoek aan het kabinet.
Artikel 68 Grondwet geeft elk individueel Kamerlid het recht om inlichtingen te vragen aan het kabinet. Het kabinet is verplicht alle inlichtingen te geven waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de staat. Indien het kabinet meent dat niet tot openbare informatieverschaffing kan worden overgegaan, kan informatie vertrouwelijk met de Tweede Kamer worden gedeeld. De recent gewijzigde Regeling vertrouwelijke stukken biedt daarvoor een kader.
Het nakomen van de verplichting om inlichtingen te verstrekken kan niet juridisch worden afgedwongen. Het is aan de Tweede Kamer om desgewenst het kabinet daarop aan te spreken, bijvoorbeeld in debatten of met moties. Indien de Tweede Kamer van oordeel is dat een Minister de grondwettelijke inlichtingenplicht niet voldoende nakomt, dan kunnen politieke consequenties volgen in de vorm van het opzeggen van vertrouwen.
De weging van de reikwijdte van de inlichtingenplicht en de betekenis van de uitzonderingsgrond in artikel 68 is geregeld onderdeel van debat tussen regering en parlement. Naar aanleiding van de gewijzigde motie van de leden Leijten en Arib (Kamerstuk 35 752, nr. 11) is een werkgroep ingesteld die kijkt naar de omgang met artikel 68 Grondwet. De werkgroep komt op een later moment met haar verslag.
Bij het aantreden van het nieuwe Kabinet heb ik de Minister-President en alle bewindspersonen een brief gestuurd en hierbij gewezen op de inlichtingenplicht op grond van artikel 68 Grondwet. Voor een goede uitoefening van de medewetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer is dit essentieel. De verbetering van de informatievoorziening richting de Tweede Kamer is al jaren onderwerp van gesprek. Het Presidium verwacht dat alle leden van het kabinet zich actief inspannen om de Tweede Kamer tijdig en volledig te informeren.
Ik ga er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Namens het Presidium,
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
Vera Bergkamp