Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over oversterfte en vaccinaties
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D39752, datum: 2022-10-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-170).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2022Z15586:
- Gericht aan: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
170
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over oversterfte en vaccinaties (ingezonden 17 augustus 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 oktober 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3877.
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van CBA/RIVM van 23 juni 2022 dat verslag doet van het onderzoek naar de oversterfte?
Antwoord 1
Ja. Dit onderzoek is op mijn verzoek uitgevoerd door RIVM en CBS en ik heb uw Kamer over het rapport geïnformeerd (Kamerstuk 25 295, nr. 1886).
Vraag 2
Bent u bekend met de volgende bevinding in paragraaf 7.4 van dat rapport: «Het onderzoek van de doodsoorzaakverklaringen geeft geen beeld van de kwantitatieve en kwalitatieve bijdrage van het vaccineren tegen COVID-19 aan overlijden [...] Het beeld dat uit de beschrijving naar voren komt moet dus met grote voorzichtigheid geïnterpreteerd worden en levert geen representatieve kwantitatieve inzichten»?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u gemotiveerd aangeven of u de conclusie van de onderzoekers zelf deelt dat dit onderzoek niet de vraag heeft beantwoord of vaccinaties iets met de oversterfte te maken hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De conclusie zoals u die beschrijft deel ik niet omdat het over een deel van het onderzoek gaat en niet het volledige onderzoeksrapport. U verwijst naar een conclusie uit de deelanalyse die het CBS in het onderzoek heeft verricht. Het CBS schetst in deze deelanalyse een beschrijvend beeld van meldingen van mogelijk overlijden als gevolg van COVID-19-vaccinatie op de doodsoorzaakverklaringen. Op basis van deze meldingen van COVID-19-vaccinatie in de doodsoorzaakverklaringen, is de bijdrage van COVID-19-vaccinatie aan overlijden niet aan te tonen. Reden hiervoor is dat de beschikbare informatie in deze verklaringen hiervoor te beperkt is. De mogelijke rol van COVID-19-vaccinatie bij overlijden, op basis van de doodsoorzaakverklaringen, dient daarom met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden, zoals door CBS in het rapport beschreven. Daarbij is het van belang om bewust te zijn van het feit dat het doodsoorzakenformulier niet als registratie voor bijwerkingen dient. Hiervoor is Lareb de aangewezen bron. In het oversterfteonderzoek van het CBS en het RIVM is gebruik gemaakt van de doodsoorzakenstatistieken, en niet de data van Lareb.
In het onderzoeksdeel dat uitgevoerd is door het RIVM is gekeken naar het risico op overlijden kort na COVID-19 vaccinatie, en hieruit is geconcludeerd dat er geen oorzakelijk verband tussen vaccinaties en een verhoogde kans op overlijden kon worden aangetoond. Deze conclusie onderschrijf ik.
Vraag 4
Erkent u dat er volgens het CBS en RIVM 3400 onverklaarbare sterfgevallen in 2021 zijn en dat de oversterfte tot op de dag van vandaag nog steeds aanhoudt? Zo nee, waarom niet? Bent u het met eens dat we nu werkelijk alles moeten doen om de oorzaken hiervan te achterhalen?
Antwoord 4
Zoals eerder aangegeven vind ik het heel belangrijk om de oorzaken en redenen van oversterfte te onderzoeken. Vandaar ook dat ik bezig ben met de uitvoering van de motie Omtzigt aangaande een onderzoek naar de redenen en oorzaken van oversterfte in 2020–2021.
Het CBS en het RIVM concluderen op basis van hun onderzoek dat gedurende de eerste oversterftegolf de oversterfte even groot is als het aantal mensen dat het CBS registreerde met als doodsoorzaak COVID-19. In de tweede oversterftegolf overleden meer mensen aan COVID-19 dan er oversterfte was. Tijdens de derde oversterftegolf was de oversterfte juist hoger dan het aantal mensen dat aan COVID-19 overleed. Dit betrof circa 3.400 overledenen en was vooral zichtbaar bij de leeftijdsgroep 65- tot 80-jarigen. Er zijn in het onderzoek geen grote veranderingen in de hoofdgroepen van doodsoorzaken anders dan COVID-19 gevonden in 2020 en 2021. Daarmee wordt aangegeven dat in deze periode andere doodsoorzaken die niet tot een van de hoofdgroepen behoren mogelijk bijdroegen aan de oversterfte.
Het is niet zo dat de oversterfte tot op de dag van vandaag nog steeds aanhoudt. Uit de sterftecijfers van het CBS kan geconstateerd worden dat er in het begin van 2022 geen sprake was van oversterfte. Sinds eind maart is er sprake van oversterfte volgens het CBS. Om deze oversterfte nader te duiden, zijn onder andere de doodsoorzakenstatistieken nodig. Op dit moment zijn de doodsoorzakenstatistieken beschikbaar bij het CBS t/m mei 20221. Uit deze cijfers blijkt dat in de laatste twee weken van maart de sterfte als gevolg van vermoedelijke of vastgestelde COVID-19 iets hoger lag dan in de weken ervoor. In april nam de COVID-19-sterfte weer af. Hierbij is het belangrijk om aan te geven dat hoeveel mensen overlijden afhankelijk is van een groot aantal factoren. De oorzaak voor een periode van oversterfte is daarom niet eenduidig aan te wijzen. Voor verdere toelichting verwijs ik u graag naar mijn antwoorden op de schriftelijke vragen die gesteld zijn door het lid van Haga (Groep van Haga) op 22 september2.
Vraag 5
Sluit u de vaccinaties als mogelijke oorzaak van de oversterfte uit? Zo ja, waarom?
Antwoord 5
Op basis van hun onderzoek concluderen het CBS en het RIVM dat er geen oorzakelijk verband tussen vaccinatie en een verhoogde kans op overlijden kon worden aangetoond. Ik onderschrijf de conclusies van dit onderzoek. Voor verdere toelichting verwijs ik u naar mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) van 5 juli3 en 25 juli jl.4
Vraag 6
Erkent u dat volgens verschillende wetenschappers de benodigde data om een eventueel verband tussen vaccinaties en oversterfte aan te tonen wel voorhanden zijn, maar deze data niet beschikbaar worden gemaakt voor onderzoek? Zo nee, waarom niet? Bent u ervan op de hoogte dat volgens verschillende onderzoekers geanonimiseerde data nodig zijn die de genoemde gegevens (per persoon) bevatten:
de data waarop de persoon is gevaccineerd (1e, 2e, boosters);
leeftijd;
geslacht;
eventueel datum van overlijden;
data van positieve coronatests bij de GGD?
Antwoord 6
Ik onderschrijf het belang van de beschikbaarheid van data voor wetenschappelijk onderzoek in het algemeen, en het oversterfteonderzoek in het bijzonder. Op dit moment is de voor het oversterfteonderzoek gewenste toegang tot databronnen nog niet volledig ingeregeld. Ik verwijs naar mijn brief van 27 september 2022 voor mijn inzet om dit mogelijk te maken.
Vraag 7
Kunt u exact aangeven waarom deze data niet geanonimiseerd kunnen worden aangeleverd en beschikbaar worden gesteld voor alle wetenschappers, ook in het licht van de vorige vragen?
Antwoord 7
Momenteel worden verscheidene datasets gepseudonimiseerd al beschikbaar gesteld, bij het CBS, voor onderzoek wanneer een aanvraag voor deze dataset ingediend wordt. Echter is het bij een deel van de onderzoeken belangrijk dat de data eerst gekoppeld wordt aan andere datasets voordat deze gepseudonimiseerd beschikbaar gesteld kan worden. Bij het koppelen van datasets is zorgvuldigheid van groot belang. Ik verwijs naar mijn brief van 27 september 2022 voor mijn inzet om dit mogelijk te maken.
Vraag 8
Kunt u beloven dat u alles in het werk zal stellen om deze gegevens beschikbaar te maken en in het geval dat dit niet lukt, exact en concreet zal aan te geven waarom dit niet mogelijk is?
Antwoord 8
Zoals eerder aangegeven doe ik er alles aan om verdiepend vervolgonderzoek naar oversterfte mogelijk te maken door te faciliteren dat alle brondata die hiervoor nodig is beschikbaar gesteld wordt aan wetenschappers (ook diegene die niet gelieerd zijn aan het CBS of het RIVM). Uiteraard moet dit wel binnen de geldende wettelijke kaders gebeuren. Ik verwijs naar mijn brief van 27 september 2022 voor mijn inzet om dit mogelijk te maken.
Vraag 9
Kunt u de bovenstaande vragen ieder afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Dit zijn voorlopige cijfers, zie: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2022/38/doodsoorzaken-2020-mei-2022.↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 25.↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3760.↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3796, antwoord op vraag 8.↩︎