[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De uitspraak van de Pfizer-directeur in het Europees Parlement over effectiviteit coronavaccin tegen verspreiding van het coronavirus

Schriftelijke vragen

Nummer: 2022D41251, datum: 2022-10-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2022Z19282).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z19282:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2022Z19282

Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitspraak van de Pfizer-directeur in het Europees Parlement over effectiviteit coronavaccin tegen verspreiding van het coronavirus (ingezonden 12 oktober 2022).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de uitspraak van Pfizer-directeur J. Small, naar aanleiding van een vraag van Europarlementariër Rob Roos in het Europees Parlement, dat het coronavaccin van Pfizer voor het op de markt kwam nooit was getest op effectiviteit tegen transmissie van het coronavirus? Zo ja, wat is uw reactie op deze uitspraak?

Vraag 2

Waren uw voorganger en het toenmalige kabinet ervan op de hoogte dat het coronavaccin van Pfizer voor het op de markt kwam nooit is getest op de effectiviteit op transmissie van het coronavirus? Zo ja, vanaf wanneer waren zij daarvan op de hoogte? Was bij het kabinet al voor de start van de eerste vaccinatieronde al bekend dat de effectiviteit op transmissie niet kon worden aangetoond, omdat hierop (nog) niet getest was?

Vraag 3

Waarom heeft het (toenmalige) kabinet vanaf het begin van de vaccinatiecampagne benadrukt dat vaccineren van belang was voor het beschermen van anderen in je omgeving, en stoppen van de verspreiding van het coronavirus, als dat helemaal niet was aangetoond? Kunt u uitleggen waarop deze bewering was gebaseerd als daarvoor geen wetenschappelijke onderbouwing bestond, of deze op zijn minst nog onzeker was, en waarom er dan gekozen is voor het verspreiden van deze informatie op een dusdanige stellige manier, als motivatie voor mensen om zich te laten vaccineren?

Vraag 4

Indien uw voorganger en het (toenmalige) kabinet wel degelijk in de veronderstelling waren dat het coronavaccin van Pfizer transmissie zou voorkomen, van wie hebben zij deze informatie dan gekregen en is daarvoor wetenschappelijke onderbouwing aangeleverd? Bent u er bovendien van op de hoogte dat er al heel vroeg in de coronacrisis studies waren die lieten zien dat de vaccins waarschijnlijk geen effect op transmissie zouden hebben? Waarom is dan toch gekozen voor het aanhangen van een op zijn minst wetenschappelijk discutabele hypothese en is deze als waarheid geponeerd?

Vraag 5

Indien uw Ministerie en het (toenamalige) kabinet verkeerd waren voorgelicht, bent u dan voornemens om (juridische) stappen te ondernemen tegen Pfizer BioNTech, voor het misleiden van de Nederlandse overheid en de burgers? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Indien uw Ministerie en het (toenmalige) kabinet er wel van op de hoogte waren dat het coronavaccin van Pfizer niet getest was op effectiviteit tegen transmissie, bent u het dan eens dat het Nederlandse volk bewust door de overheid is misleid middels desinformatie over betreffend vaccin en dat er dus geen sprake is geweest van informed consent? Zo ja, kunt u verantwoorden waarom gekozen is voor deze tactiek? Zo nee, waarom niet? Kunt u een uitgebreide uitleg geven van de overwegingen om het vaccin te presenteren als effectief tegen transmissie?

Vraag 7

Hoe reflecteert u op het feit dat mensen zich gedwongen hebben gevoeld zich te laten vaccineren, in de veronderstelling dat zij anders hun naasten en omgeving in gevaar zouden brengen door het virus te verspreiden? Vindt u achteraf bezien niet dat er van dergelijke psychologische drukmiddelen nooit gebruik gemaakt had mogen worden, aangezien daarvoor geen wetenschappelijke rechtvaardiging was?

Vraag 8

Zou u, in retrospectief en met het voortschrijdend inzicht van nu, de vaccinatiestrategie anders hebben vormgegeven en alle vormen van dwang, drang en druk achterwege hebben gelaten?

Vraag 9

Bent u het eens dat deze nieuwe informatie over het coronavaccin van Pfizer moet leiden tot een grondige herziening van de vaccinatiestrategie en dat deze per direct slechts nog gebaseerd mag zijn op volledige vrijwilligheid en volstrekte transparantie over de werking en effectiviteit van deze vaccins?

Vraag 10

Bent u voornemens om de vaccinatiebereidheid en/of de vaccinatiegraad op geen enkele manier meer van invloed te laten zijn op het toekomstige coronabeleid? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Bent u voornemens om het inzetten van het coronatoegangsbewijs gegarandeerd voorgoed te verwerpen, aangezien vaccineren weinig effect heeft op transmissie en er dus geen grond is om mensen uit te sluiten van het openbare leven op grond van hun vaccinatiestatus? Zo nee, waarom niet?