[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) 2023 (Kamerstuk 32637-505)

Bedrijfslevenbeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D41722, datum: 2022-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D41722).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z17328:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D41722 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief betreffende de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) in 2023 (Kamerstuk 32 637, nr. 505).

De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,
Van Dijke

Inhoudsopgave blz.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
II Antwoord / Reactie van de Minister 6

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met enige zorg kennisgenomen van onderhavige brief. Voor onze toekomstige banen en boterhammen en om de grote uitdagingen van morgen aan te gaan zijn innovatieve bedrijven hard nodig. De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) ondersteunt het Nederlandse bedrijfsleven om vernieuwende producten en diensten te blijven ontwikkelen en draagt effectief bij ons investeringsklimaat. Vanuit die grondhouding hebben deze leden enkele vragen over deze brief.

De leden van de VVD-fractie lezen dat er in 2021 meer dan 20.000 bedrijven gebruik hebben gemaakt van de WBSO. Kan de Minister meer informatie geven over de sectoren waar deze bedrijven in opereren? Kan de Minister hierin een nadere uitsplitsing maken?

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister hoeveel bedrijven er in totaal een WBSO-aanvraag hebben ingediend. Hoe hoog is dit aantal? Hoeveel bedrijven hebben geen WBSO-middelen gekregen? Wat zijn de belangrijkste redenen om een WBSO-aanvraag af te keuren? Hoe wordt hierover met aanvragers van de WBSO gecommuniceerd?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet heeft besloten tot het niet toepassen van een parameteraanpassing in 2023, wat mogelijk leidt tot een fors tekort in budget. Deze leden vragen de Minister hoe zij tot deze afweging is gekomen, mede vanwege het feit dat deze regeling tot bewezen successen leidt.

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of zij verwacht dat een aanpassing in 2024 wel noodzakelijk en mogelijk is. Zo ja, hoe kan deze aanpassing eruit komen te zien? Wat merken bedrijven hier concreet van? Wanneer zal hier uitsluitsel over zijn?

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister wanneer zij verwacht met een structurele oplossing te komen om de tekorten op te vangen die ontstaan met betrekking tot de WBSO. Zijn er al denkrichtingen om te komen tot een structurele oplossing? Kan de Minister een aanzet van deze denkrichtingen delen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met gemengde gevoelens kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij zijn teleurgesteld dat het budget van de WBSO de komende jaren niet toereikend zal zijn, maar zijn hoopvol dat de Minister nog met oplossingen komt om dit tekort op te lossen. Deze leden willen de Minister nog enkele verdiepende vragen voorleggen.

De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister aangeeft dat continuïteit van de WBSO belangrijk is omdat innovatie vaak vraagt om investeringen met een lange looptijd. Zij onderschrijven net als de Minister de continuïteit van de WBSO. Toch nemen zij ook kennis van de voorspelling dat de WBSO vanaf 2023 met tekorten te maken zal hebben. De leden zijn huiverig voor de gevolgen van de krapte van het budget. Is het voor de Minister inzichtelijk wat het gevolg zal zijn van de tekorten in de WBSO? Kunnen de gevolgen van de krapte van het WBSO-budget vanuit een andere financiering worden geminimaliseerd? Zo ja, welke financieringen sluiten het best aan om ondernemers bij te staan in hun ontwikkelwerkdoelgroep? Kan de Minister concretiseren hoeveel ondernemers en projecten hierdoor niet worden gestimuleerd in hun innoverende ontwikkelingen?

De leden van de D66-fractie lezen dat de stimulering van innovatie vanuit de WBSO in reële termen steeds kleiner wordt. Onderuitputting lijkt daarnaast onwaarschijnlijk door de hoge inflatie. Deze leden vinden dat er moet worden voorkomen dat het tekort in 2024 en de jaren erna fors oploopt. Het moet daarnaast te allen tijde voorkomen worden dat dit in 2024 en de jaren erna leidt tot neerwaartse parameteraanpassingen. Het is goed om te lezen dat de Minister in gesprek is om tot een meer structurele oplossing te komen. Deze leden vragen de Minister wat daarbij haar inzet is. Is zij voornemens om voldoende gelden beschikbaar te maken zodat de parameters nu (tijdelijk) omhoog kunnen en in en na 2024 minstens stabiel blijven? Wat zouden de gevolgen van een dergelijke uitwerking zijn op het budget? Deze leden verzoeken de Minister bij de beantwoording een update van deze gesprekken te voegen. Is de Minister hiertoe bereid?

De leden van de D66-fractie nemen kennis van de beslisnota waarin uiteen wordt gezet dat een meer structurele oplossing zou kunnen betekenen dat de regeling geïndexeerd wordt, dat grondslagversmalling plaatsvindt, dat parameters worden aangepast of dat incidenteel extra geld kan worden ingezet. Wat zijn de uitkomsten van deze diverse oplossingen? Welke oplossing geniet bij de Minister de voorkeur? Welke oplossing leidt tot de meeste continuïteit van de WBSO? Overweegt de Minister bijvoorbeeld een structurele budgetverhoging? Welke opties worden verkend in het geval van grondversmalling?

De leden van de D66-fractie zijn verontrust over de berichten over de gevolgen van de inflatie voor de WBSO. De WBSO blijkt niet geïndexeerd te worden. Voor deze leden is de WBSO een onmisbaar onderdeel van het innovatiebeleid. Wat gaat de Minister doen voor ondernemers en bedrijven die gerekend hebben op ondersteuning uit de WBSO voor hun toekomstige ontwikkelingen? De Minister geeft aan dat voor de lange termijn kwantitatief nog geen inschatting kan worden gemaakt van het effect van inflatie. Verwacht wordt dat dit met de huidige tendens zal leiden tot een soberdere regeling en dat hierdoor investeringen uitblijven of worden uitgesteld. Wat is hiervan het effect op de 20.000 ondernemingen die jaarlijks gebruik maken van de WBSO om te innoveren of te onderzoeken?

De leden van de D66-fractie vinden het tot slot belangrijk om vooruit te kijken. Indien er tekorten blijven bestaan in de WBSO-regeling, overweegt de Minister dan het uitsluiten van bepaalde WBSO-activiteiten? Zo ja, welke opties worden hierin verkend? Kan (een deel van) het WBSO-budget bijvoorbeeld worden gereserveerd voor innovatieve ontwikkelingen die tot verduurzaming leiden? Is de Minister voornemens om deze optie te verkennen? In het beste geval wordt de WBSO op volle kracht doorgezet met voldoende budget. Is de Minister in dat geval bereid om te onderzoeken of er een groene tak van de WBSO kan worden opgezet, waarbij het budget wordt gereserveerd voor specifiek duurzame doeleinden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kan de Kamer een dergelijke uitwerking tegemoetzien?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief. De leden van de CDA-fractie hechten groot belang aan het stimuleren van research and development (R&D) en innovatie en zijn dan ook blij dat de regeling zo in trek is. De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister het belang van de WBSO als stimulans van innovatie van het Nederlandse bedrijfsleven erkent en of de Minister het met de leden van de CDA-fractie eens is dat de regeling goed functioneert en ook doelmatig is.

De leden van de CDA-fractie hebben enkele zorgen over de in de brief genoemde opmerkingen over het budget voor de WBSO. Deze leden lezen dat er voor 2023 een geschat tekort is van 13 miljoen euro. Zij vragen of de Minister kan toelichten waarom is besloten dit tekort niet te dekken volgens de budgetsystematiek. Deze leden vragen ook of dit betekent dat er voor ondernemers in de praktijk minder budget overblijft voor de WBSO en, zo ja, of de Minister de mening deelt dat dit onwenselijk is.

De leden van de CDA-fractie lezen ook dat het tekort voor de WBSO bij ongewijzigd beleid in 2024 en daarna fors op kan lopen en dat dit zal nopen tot ofwel neerwaartse parameteraanpassingen of het anderszins minder aantrekkelijk maken van de regeling. De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan toelichten wat hier precies mee wordt bedoeld. Deze leden vragen ook hoe deze zinsnede in lijn is met het standpunt van het kabinet dat een stabiel investerings- en innovatieklimaat van belang is. De leden van de CDA-fractie vragen verder hoe de Minister het tekort en het geschetste perspectief voor de WBSO voor de komende jaren rijmt met behalen van de Lissabondoelstelling, zoals ook vastgelegd in het coalitieakkoord. De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister zich ten volle inspant, ook binnen het kabinet, om ervoor te zorgen dat het budget voor de WBSO niet wordt uitgehold.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige brief.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister of nieuwe, startende ondernemers en onderzoekers aanspraak maken op de WBSO of dat het vooral gevestigde partijen betreft. Deze leden vragen daarom of het mogelijk is om een overzicht te krijgen van de hoeveelheid projecten die aanspraak maken op de WBSO, uitgesplitst naar het aantal personeelsleden.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom het meeste geld van de WBSO toegekend wordt aan «mechanische techniek», waaronder lucht- en ruimtevaart valt. In hoeverre betreft dit onderzoek, verricht door kleine onderzoekers waarvan de uitkomsten vooral ten goede komen aan grote bedrijven. Deze leden vragen of deze publieke investering via de WBSO derhalve niet leidt tot private winsten bij grote bedrijven.

De leden van de SP-fractie constateren dat veel geld van de WBSO toegekend wordt aan computer- en informatiewetenschappen. Deze leden onderschrijven het belang van de ontwikkeling van technologie op dit gebied, maar vragen de Minister in hoeverre dit onderzoek wordt verricht door kleine onderzoekers, waarvan de uitkomsten vooral ten goede komen aan grote bedrijven. Deze leden vragen de Minister of deze publieke investering via de WBSO derhalve niet leidt tot private winsten bij grote bedrijven.

De leden van de SP-fractie vragen op welke manier projecten met een WBSO-aanvraag onderzoek verrichten, waarvan de uitkomsten van het onderzoek en de daaruit voortvloeiende winsten toekomen aan buitenlandse ondernemingen.

De leden van de SP-fractie vragen of er projecten zijn die al meerdere jaren (op rij) een WBSO-aanvraag doen en of dit in lijn is met de doelstellingen van de WBSO.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief. Deze leden hebben een aantal vragen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van de regeling.

De leden van de GroenLinks-fractie weten dat er in 2021 sprake was van onderuitputting. Kan de Minister een inschatting geven in hoeverre sprake zal zijn van onderuitputting in 2022? De leden lezen in de brief dat het tekort vanaf 2024 fors kan oplopen. Kan de Minister een raming geven van wat dit betekent voor de doelstelling om 2,5% van het bruto binnenlands product (bbp) te investeren in speur- en ontwikkelingswerk?

De leden van de GroenLinks-fractie willen graag voorkomen dat met de WBSO-projecten worden gefinancierd die ook zonder de regeling uitgevoerd waren. Kan de Minister aangeven hoe zij dit voorkomt? Deze leden hebben uit de brief vernomen dat er in de eerste schijf een hoger tarief geldt, waardoor het midden- en kleinbedrijf (mkb) relatief veel profiteert van de regeling. Specifiek is in 2021 97% van de gebruikers mkb’er. Kan de Minister ook inzichtelijk maken hoe het budget in 2021 verdeeld is over kleine start-ups, het mkb en grootbedrijven? Het Centraal Planbureau concludeerde in 2018 dat het voor kleine startende bedrijven moeilijk is om aanspraak te maken op de regeling, waardoor ze beginnen met een extra concurrentienadeel. Kan de Minister inzichtelijk maken wat er sindsdien is veranderd en in hoeverre kleine startende bedrijven nu wel gebruik kunnen maken van de regeling?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben begrepen dat de actualisatie van de CO2-prijs uit de Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving vertraagd is. Kan de Minister aangeven of dit van invloed is voor het beoordelen van de projecten uit de WBSO? Indien in de beoordeling van de projecten niet met een CO2-prijs gerekend wordt, kan de Minister dan aangeven hoe wordt geborgd dat projecten die subsidies ontvangen in lijn zijn met de transitie naar een 1,5 gradeneconomie?

De leden van de GroenLinks-fractie begrijpen tot slot dat er sprake is van een grens tot waar gebruikers aanspraak op de WBSO kunnen maken. Deze leden vragen wat die grens is en wat er gebeurt indien gebruikers de grens overschrijden. Hoe worden gebruikers van de regeling hierover geïnformeerd? Hoe vaak komt dit voor en hoe vaak dienen gebruikers de subsidie achteraf terug te betalen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben de onderhavige brief met belangstelling gelezen. Deze leden hebben enkele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie brengen in herinnering dat in november 2020 door de leden Bruins en Amhaouch een motie werd ingediend over de effectiviteit van verschillende parameteraanpassingen binnen de WBSO (Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 46). Deze motie verzocht om op een rij te zetten wat er bekend is over de effectiviteit van verschillende parameteraanpassingen en daarbij in te gaan op de voor- en nadelen van een schijfverlenging en op de introductie van een extra schijf tussen de eerste en tweede schijf. Op 1 juli 2021 werd deze motie afgedaan met een brief van de voormalig Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Zij schreef dat het aan haar opvolger is om op basis van die brief te bezien of er aanleiding is voor een parameteraanpassing. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister of zij op basis van de brief aanleiding ziet voor wijzigingen in de schijvenstructuur en/of in de tarieven. Voorts vragen de leden of de Minister expliciet kan ingaan op de toevoeging van een extra schijf tussen de huidige eerste en tweede schijf om bedrijven ook te prikkelen meer aan innovatie te gaan doen. Is de Minister bereid om extra onderzoek te doen naar een eventuele toevoeging?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de stand van zaken dat er een verwacht tekort is van circa 13 miljoen euro in 2023, dat verder kan oplopen vanaf 2024 in verband met stijgende lonen en prijzen en het wegvallen van de onderuitputtingsenveloppe uit 2021. Deze leden lezen dat de Minister zoekt naar een structurele oplossing voor de budgetproblematiek. De leden vragen de Minister of zij naast een financiële oplossing ook een oplossing ziet in parameteraanpassingen?

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige brief.

Het lid van de BBB-fractie is blij dat de regeling vooral benut wordt door mkb’ers. Het lid van de BBB-fractie is teleurgesteld dat de Minister ervoor kiest om het geschatte budgettekort niet te dekken. Zeker in een tijd waarin we voor grote uitdagingen staan op bijvoorbeeld het gebied van klimaat en voedselzekerheid, waarvoor innovatie belangrijke oplossingen kan bieden. Is de Minister bereid om een voorstel te steunen waarin we vragen het tekort van 13 miljoen euro uit het Klimaat- of Groeifonds te betalen en, zo ja, welk fonds heeft dan haar voorkeur?

II Antwoord / Reactie van de Minister