[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de motie van de leden Van den Berg en Hijink over het aanpassen van de definitie rondom nagenoeg gelijke polissen

Herziening Zorgstelsel

Brief regering

Nummer: 2022D41999, datum: 2022-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29689-1169).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29689 -1169 Herziening Zorgstelsel.

Onderdeel van zaak 2022Z19592:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

29 689 Herziening Zorgstelsel

Nr. 1169 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2022

In april 2022 is de motie van de leden Van den Berg (CDA) en Hijink (SP) aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 71, item 18) die de regering verzoekt om samen met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te verkennen wat de mogelijkheden in wet- en regelgeving zijn om de definitie rondom nagenoeg gelijke polissen aan te passen om hiermee het polisaanbod overzichtelijker te maken (zie Kamerstuk 35 872, nr. 10).

In deze brief stuur ik u mijn reactie op deze motie. Tot mijn spijt is deze per abuis niet opgenomen in de brief van 11 oktober jl. met daarin de stand van zaken van de moties en toezeggingen waarover de Kamer voor de begrotingsbehandeling geïnformeerd wordt.

Ik vind het belangrijk dat er voor verzekerden écht iets te kiezen valt op de zorgverzekeringsmarkt. Verschillen tussen polissen moeten daarbij duidelijk zijn voor verzekerden. Nagenoeg gelijke polissen («tweelingpolissen») maken het voor een verzekerde onnodig ingewikkeld om een zorgverzekering te kiezen. Zoals de motie verzocht ben ik in gesprek gegaan met de NZa hierover. De NZa heeft het voornemen om de informatieverplichtingen voor zorgverzekeraars die gelden ten aanzien van «tweelingpolissen» aan te scherpen. Dat betekent dat het voor verzekerden beter inzichtelijk wordt wanneer er een vergelijkbare polis is. Dat gebeurt op de volgende wijze.

Het huidige artikel 7 van de «Regeling informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars aan consumenten» (TH/NR-022) schrijft voor dat een zorgverzekeraar de modelovereenkomsten (polissen), die voor wat betreft de te verzekeren prestaties en de keuzemogelijkheden tussen zorgaanbieders (nagenoeg) gelijk zijn aan elkaar, maar op andere punten van elkaar verschillen, opneemt in een overzicht. In dit overzicht, dat het aanbod van het hele concern omvat waartoe de zorgverzekeraar behoort, worden de verschillen in deze polissen benoemd. Deze informatieverplichting zal door de NZa per 1 april 2023 worden aangescherpt.

Een zorgverzekeraar die bijvoorbeeld twee polissen aanbiedt die alleen beperkt verschillen in het vergoedingspercentage voor niet-gecontracteerde zorg of weinig verschil kennen in het aantal gecontracteerde zorgaanbieders, zal vanaf 1 april 2023 verzekerden er dus in hetzelfde overzicht op moeten wijzen dat er een alternatief is. Op deze manier wordt uitvoering gegeven aan de motie van de leden Van den Berg (CDA) en Hijink (SP).

De aanpassing van de regeling van de NZa steunt ik van harte, omdat het zo voor verzekerden beter inzichtelijk wordt dat er een vergelijkbaar, en wellicht goedkoper, alternatief is. In meer algemene zin moedig ik zorgverzekeraars aan – zoals beschreven in de brief van 5 april jl. (zie Kamerstuk 29 689, nr. 1142) – om oog te blijven hebben voor de bruikbaarheid van de door verzekeraars verstrekte informatie rondom (nagenoeg) gelijke polissen. Ook wil ik opmerken dat de zorgverzekeringsmarkt een concurrentiële markt is. Dat betekent dat de mogelijkheden tot beperking van het aanbod van zorgverzekeringen via wetgeving beperkt zijn. Want van zo een eventuele wettelijke beperking kan alleen sprake zijn als er een publiek belang in het gedrang is, de beperking noodzakelijk is én er geen minder ingrijpend alternatief voorhanden is. Ook in dit opzicht past de aanpassing van de NZa-regelgeving goed.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers