Financiering Bonjo (belangenorganisatie voor gedetineerden)
Justitiële Inrichtingen
Brief regering
Nummer: 2022D42225, datum: 2022-10-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24587-861).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van kamerstukdossier 24587 -861 Justitiële Inrichtingen.
Onderdeel van zaak 2022Z19670:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-10-19 14:00: Gevangeniswezen en tbs (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-10-20 13:15: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-09 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-01-19 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
24 587 Justitiële Inrichtingen
Nr. 861 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2022
Op 6 juli 2022 heeft uw Kamer een motie aangehouden over de financiering van Bonjo, een belangenorganisatie voor gedetineerden (Handelingen II 2021/22, nr. 101, item 7). In de motie vraagt uw Kamer om «Bonjo te laten voortbestaan door de aanstaande korting op het jaarlijkse subsidiebedrag op een andere manier op te vangen».1 Ik heb naar aanleiding van deze motie toegezegd de financiering van Bonjo in 2023 in stand te houden, nadere afspraken te maken over continuering van de financiering van Bonjo en uw Kamer hierover te informeren. Dit doe ik hierbij.
Bonjo ontving ieder jaar een forfaitair bedrag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, oplopend tot € 146.050 in 2021. Per 2023 treedt de nieuwe subsidieregeling voor vrijwilligers in de sanctietoepassing in werking.2 In deze nieuwe regeling (2023–2025) worden de forfaitaire bedragen die onder de oude regeling jaarlijks aan vier vrijwilligersorganisaties werden uitgekeerd, afgeschaft. Vrijwilligersorganisaties kunnen vanaf 2023 subsidie ontvangen op basis van het aantal vrijwilligers die actief zijn in de justitiële inrichtingen, waarbij de inzet voornamelijk is gericht op de voorbereiding op de terugkeer van ex-gedetineerden in de samenleving. Dit creëert een gelijk speelveld en is rechtvaardiger voor alle vrijwilligersorganisaties (ongeveer 30) omdat subsidie wordt verdeeld volgens dezelfde verdeelsleutel.
In 2021 is de nieuwe subsidieregeling die per 2023 in werking treedt, aangekondigd. De termijn tot 1 januari 2023 is daarmee aangemerkt als een redelijke termijn in de zin van artikel 4:51 van de Algemene wet bestuursrecht. Op deze wijze krijgt elke vrijwilligersorganisatie genoeg tijd zich voor te bereiden op de nieuwe subsidieregels.
Bonjo komt onder de nieuwe subsidieregeling niet meer in aanmerking voor subsidie. Bonjo werkt immers alleen met betaalde krachten en een enkele vrijwilliger. Naar eigen zeggen is Bonjo een vakbond van gedetineerden en uitgever van de Bonjo-krant. Bonjo is daarmee geen vrijwilligersorganisatie, zoals bedoeld in de subsidieregeling. Bovendien zie ik het niet als taak van de overheid om een belangenvereniging van gedetineerden financieel overeind te houden. Dat moeten de leden van de vereniging zelf doen. Daarnaast hebben gedetineerden in de penitentiaire inrichting verschillende formele mogelijkheden om voor hun belangen op te komen. Ik noem de gedetineerdencommissie, de beklagcommissie of via zijn/haar mentor.
Dit betekent niet dat ik geen oog heb voor de financiële positie van Bonjo in de nabije toekomst. Ik heb daarom op 13 oktober jl. aan Bonjo het volgende voorgesteld. Zoals toegezegd aan uw Kamer geef ik Bonjo in 2023 nog een bijdrage van € 146.050. In de twee jaar daarna zal ik dit bedrag telkens met een derde verminderen en vanaf 2026 beëindigen. Zo krijgt Bonjo bovenop de redelijke termijn volgens de AWb zoals hierboven bedoeld, opnieuw extra tijd om vervangende financiering te zoeken.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind