Minderjarige Ranov-vergunninghouders
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2022D44255, datum: 2022-10-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-3000).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3000 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z20568:
- Indiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-11-03 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-07 16:15: Begrotingsdeel migratie (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-11-09 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-01-26 13:20: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3000 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2022
Sinds 1 juni 2021 is een Ranov-vergunninghouder die als minderjarige samen met de ouder(s) of zelfstandig een Ranov-vergunning heeft gekregen, en inmiddels meerderjarig is, in de optie- en naturalisatieprocedure vrijgesteld van het overleggen van een geldig buitenlands paspoort (of anderszins een bewijs van het actuele bezit van een vreemde nationaliteit) en het overleggen van een (buitenlandse) geboorteakte/geboorteregistratiebewijs. Ook geldt niet langer de verplichting, indien van toepassing, om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit.1 De overige voorwaarden voor naturalisatie of optie zijn onverminderd blijven gelden, waaronder ook dat als de IND gerede twijfel heeft aan de gestelde persoonsgegeven en/of nationaliteit van de verzoeker het naturalisatieverzoek wordt afgewezen.
De IND heeft mij gevraagd deze afwijzingsgrond te heroverwegen voor de situatie dat de gerede twijfel door toedoen van de ouder(s) van de bij vergunningverlening veelal minderjarige verzoeker is ontstaan. Wanneer dit aan de orde is kunnen betrokkenen deze twijfel vaak niet zelfstandig wegnemen. Het onder deze omstandigheden niet kunnen verkrijgen van het Nederlanderschap, met in sommige situaties ook gevolgen voor de (eventuele toekomstige) kinderen van betrokkenen, wordt als onevenredig gezien. Naar aanleiding hiervan heb ik besloten om, wanneer specifiek deze omstandigheden aan de orde zijn, twijfel aan de identiteit en/of nationaliteit in de optie- en naturalisatieprocedure niet tegen te werpen. Dit geldt ook wanneer deze situatie aan de orde is en de desbetreffende persoon over een ander type vergunning dan een Ranov-vergunning beschikt.
Om dit besluit te implementeren is een daartoe strekkende aanpassing van het beleid in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap nodig.
In verband met de beleidsaanpassing die op 1 januari 2023 zal plaatsvinden, zal tijdelijk niet beslist worden op naturalisatieverzoeken van personen die op of na deze datum door deze wijziging zouden worden ingewilligd.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Sinds 1 november 2021 gelden deze vrijstellingen ook voor destijds meerderjarigen.↩︎