[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorgenomen acties ILT op het grensoverschrijdend transport PFAS-verdacht afval naar Indaver (België)

Problematiek rondom stikstof en PFAS

Brief regering

Nummer: 2022D44260, datum: 2022-10-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35334-204).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -204 Problematiek rondom stikstof en PFAS.

Onderdeel van zaak 2022Z20571:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 204 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2022

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft mij geïnformeerd over door haar voorgenomen acties ten aanzien van PFAS-verdacht afval en het grensoverschrijdende transport daarvan naar Indaver in België. Door middel van deze brief breng ik u op de hoogte van deze voorgenomen acties.

Voorgenomen acties ILT

De ILT is voor internationaal afvaltransport bevoegd om vergunningen te verlenen zoals bedoeld in de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). Zij is in deze rol onafhankelijk. Op basis van deze bevoegdheid trekt de ILT 34 actieve kennisgevingen (afgegeven vergunningen) in en wijst de ILT naar verwachting 18 ontvangen aanvragen af.

Het betreft specifiek de vergunningen voor het transport van PFAS-verdacht afval naar Indaver, een afvalverwerker in België. De ILT ontving signalen van onjuiste verwerking van afvalstoffen bij deze verwerker. De ILT onderzocht deze signalen en ontving geen overtuigende informatie waarmee bevestigd wordt dat de verwerking juist en doelmatig is. Gelet op de mogelijke risico’s van onjuiste en niet doelmatige verwerking voor mens en milieu, trekt de ILT uit voorzorg de al afgegeven vergunningen in en wijst de ILT openstaande vergunningsaanvragen af. Dit doet de ILT op grond van de toetsingscriteria uit de EVOA. Specifiek betreft dit de haalbaarheid van de voorgenomen verwerkingscriteria (kan de beoogde verwerking ook in de praktijk worden gerealiseerd en leidt dit tot juiste en doelmatige verwerking) en het kunnen naleven van (nationale) milieuregels.

De ILT heeft de kennisgevers (aanvragers van vergunningen) op maandag 31 oktober geïnformeerd over het besluit tot het voornemen om al vergunde aanvragen in te trekken. De openstaande vergunningsaanvragen handelt de ILT de komende weken conform de EVOA af. In de meeste gevallen zal dit naar verwachting leiden tot een afwijzing. De ILT verstuurt de besluiten zo snel mogelijk aan de kennisgevers. De afhandeling van de vergunningsaanvragen duurt voor de meest recent ontvangen aanvragen nog enkele weken.

Concretisering acties

De ILT trekt 34 al afgegeven vergunningen in. In totaal gaat dit om ongeveer 4.000 vergunde transportbewegingen voor een hoeveelheid van ongeveer 53.000 kiloton aan afvalstoffen in de periode tot 31 oktober 2023. Een deel van de vergunde afvaltransporten heeft al plaatsgevonden, waardoor de totale hoeveelheid afvalstoffen die niet langer naar Indaver vervoerd kan worden lager ligt. De precieze omvang van de hoeveelheid afvalstoffen die dit besluit treft, is daarom op dit moment niet met zekerheid te melden. Op 27 oktober had de ILT ook 18 vergunningsaanvragen voor het transport van PFAS-verdacht afval naar Indaver in behandeling. De ILT is voornemens die aanvragen af te wijzen. In totaal betreft dit ongeveer 3.000 transportbewegingen en 37.000 kiloton afvalstoffen.

Alternatieve mogelijkheden afvalverwerking:

Het is aan de producenten van afval (ontdoeners) om een geschikte oplossing te vinden. Zij zijn immers verantwoordelijk voor hun eigen afval. De ILT geeft aan dat zij in grote lijnen drie opties hebben: een andere (geschikte) verwerker vinden; het afval tijdelijk opslaan; het stoppen van de (afval)productie.

Het internationaal transport naar alternatieve verwerker(s) moet EVOA-vergund zijn, hier ziet de ILT op toe. Wanneer de ontvangende autoriteit heeft bevestigd een correct en volledig dossier van de verzendende autoriteit (de ILT) te hebben ontvangen, moet volgens de EVOA systematiek binnen 30 dagen een besluit genomen worden. In de praktijk duurt het correct en volledig krijgen van een EVOA-dossier enkele weken tot maanden. Ook (tijdelijke) opslag is aan regels gebonden, daar zien omgevingsdiensten van de producenten van het afval op toe. De ILT, omgevingsdiensten en ook Rijkswaterstaat wisselen in het kader van de voorgenomen acties informatie uit om vanuit hun eigen rollen en bevoegdheden zo effectief mogelijk toezicht te kunnen houden op het afvaltransport, de afvalopslag en eventuele emissies naar de lucht en lozingen op het oppervlaktewater. De ILT heeft de betrokken omgevingsdiensten geïnformeerd. Ook heeft de ILT contact met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) als Bevoegd Gezag in België.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen