[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de jaarrapportage 2021 van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz) (Kamerstuk 30371-49)

Evaluatie Wet afbreking zwangerschap

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D44597, datum: 2022-11-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D44597).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z17791:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D44597 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Jaarrapportage 2021 van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz)1

De voorzitter van de commissie,
Smals

De adjunct-griffier van de commissie,
De Vrij

Inhoudsopgave blz.
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie 4
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie 5
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie 6
II. Reactie van de Minister 7

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met waardering kennisgenomen van de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 september en de jaarrapportage 2021 van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz). De leden vinden het goed om de jaarlijkse rapportage van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op deze wijze weer te bespreken. Iedereen in Nederland moet kunnen rekenen op veilige en goede abortuszorg, en deze rapportage is ondersteunend hieraan. De leden hebben nog enkele vragen.

Genoemde leden lezen dat de daling van het aantal zwangerschapsafbrekingen bij tieners stagneert. Opvallend is de toename van het aantal zwangerschapsafbrekingen bij tieners onder de 15 jaar. De leden vragen of er nader onderzoek wordt gedaan naar de onderliggende oorzaken van deze stagnatie.

In de jaarrapportage lezen de leden van de VVD-fractie dat er een percentage vrouwen voor kiest om geen nacontrole te doen. Kan iets gezegd worden over de onderliggende redenen daarvoor, zo vragen de leden.

Voorts vragen de leden van de VVD-fractie de Minister wat de oorzaak is van het aantal van zes zwangerschapsafbrekingen waarbij het niet bekend of het een Nederlandse of buitenlandse vrouw betrof. Wat is de oorzaak dat dit niet geregistreerd is? De leden van de VVD-fractie vragen de Minister ook of hij denkt dat het in de nabije toekomst mogelijk zal worden om de vrouwen woonachtig op de BES-eilanden apart te registreren. Dit zodat zij niet meer geregistreerd worden bij de optie «ander land» en niet meer in de categorie «buitenlandse vrouwen» behoren, wat zij ook niet zijn.

De leden lezen dat verreweg het grootste percentage zwangerschapsafbrekingen in Flevoland plaatsvindt. Hoe weegt de Minister dat percentage met het feit dat er in deze provincie maar één abortuskliniek en één ziekenhuis met een Wafz-vergunning zit, tegenover bijvoorbeeld drie klinieken en tien ziekenhuizen in Noord-Brabant?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de fractie van D66 hebben met interesse de jaarrapportage 2021 van de Wet afbreking zwangerschap gelezen. Deze leden hechten waarde aan optimale toegankelijkheid tot abortuszorg en het voorkomen van (herhaalde) onbedoelde of ongewenste zwangerschappen waar mogelijk. Het verzamelen van gegevens met betrekking tot zwangerschapsafbrekingen draagt bij aan het aanpassen van beleid ter verbetering van toegankelijke zorg. Daartoe hebben deze leden nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie lezen dat er geen abortusklinieken zijn in de provincies Friesland en Drenthe en ook geen abortuskliniek op de BES-eilanden. Kan de Minister toelichten welke gevolgen dit heeft voor de toegankelijkheid van abortuszorg voor mensen die in Friesland, Drenthe of op de BES-eilanden verblijven? Kan de Minister aangeven wat de maximale reistijd is tot abortuszorg in een abortuskliniek voor mensen uit deze gebieden? Welke andere knelpunten ziet de Minister in het ontbreken van abortusklinieken in Friesland, Drenthe en op de BES-eilanden, zo vragen de leden.

Verder lezen deze leden dat vrouwen woonachtig op de BES-eilanden ook worden meegerekend onder de categorie buitenlandse vrouwen. Dit betekent dat er in de jaarrapportage geen expliciete gegevens worden verstrekt over zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen of mensen met een baarmoeder van de BES-eilanden. Kan de Minister aangeven op basis waarvan de keuze is gemaakt om deze Nederlandse vrouwen te categoriseren als vrouwen in het buitenland. Voorts vragen deze leden of het niet beter zou zijn om deze gegevens niet te scharen onder de categorie buitenlandse vrouwen om zo beleid met betrekking tot toegang tot abortuszorg en het voorkomen van ongewenste of onbedoelde zwangerschappen op de BES-eilanden waar nodig aan te passen, zo vragen deze leden.

De leden van de D66-fractie lezen dat 43 procent van de behandelde vrouwen in abortusklinieken voor nacontrole worden verwezen naar de huisarts. En voor anticonceptie wordt 49 procent van de behandelde vrouwen door de abortuskliniek naar de huisarts verwezen. Zou de Minister kunnen verduidelijken hoeveel van het totaal aantal vrouwen of personen met een baarmoeder dat een zwangerschapsafbreking overweegt, tijdens het zorgpad op enig moment bij de huisarts komt?

De leden van de D66-fractie lezen dat het aantal zwangerschapsafbrekingen onder vrouwen die niet staan ingeschreven in Nederland is gestegen. Kan de Minister toelichten waar deze hulpzoekenden vandaan komen en welke redenen mogelijk ten grondslag liggen aan deze stijging? Deze vrouwen krijgen geen vergoeding voor de zorg en moeten dit veelal zelf betalen. Is de Minister op de hoogte of er vrouwen of personen met een baarmoeder zijn die hulpbehoevend zijn maar vanwege financiële redenen een andere beslissing nemen? Op welke wijze worden deze vrouwen of personen met een baarmoeder nu al (financieel) ondersteund en wat kan de Minister verder doen om deze groep te ondersteunen, zo vragen de leden.

De leden van de D66-fractie lezen dat er een toename is in het aantal medicamenteuze behandelingen en een daling in het aantal instrumentele behandelingen ten opzichte van het jaar ervoor. Kan in tabelvorm de behandelwijze en aantallen van de afgelopen vijf jaar worden weergeven? Kan de Minister toelichten welke redenen er zijn voor mogelijke stijgingen of dalingen, zo vragen de leden.

Tot slot, zijn de leden van de D66-fractie van mening dat anti-abortusdemonstranten die vrouwen persoonlijk aanspreken bij klinieken de toegankelijkheid tot goede abortuszorg in de weg staan. Bovenal is het buitengewoon intimiderend en belastend voor vrouwen die hulp zoeken. Eerder heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangegeven samen met de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in gesprek te gaan over het beleid ten aanzien van anti-abortusdemonstraties. Kan de Minister de stand van zaken hierover geven, zo vragen de leden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de jaarrapportage 2021 Wet afbreking Zwangerschap en maken van de gelegenheid gebruik om enkele vragen te stellen.

De leden van de ChristenUnie-fractie betreuren het dat er in 2021 meer dan 31.000 zwangerschappen zijn afgebroken. Zij zien echter ook dat de stijgende lijn in de abortusratio in 2021 gekeerd is. Deze leden vragen welke verklaring er is voor het sterk gestegen percentage overtijdbehandelingen binnen het totaal aantal zwangerschapsafbrekingen in 2021 (35 procent) ten opzichte van eerdere jaren (31,6 procent in 2020, 27,8 procent in 2019).

In de factsheet zien de leden van de ChristenUnie-fractie cijfers terug over de zwangerschapsafbreking op basis van resultaten prenatale diagnostiek. Waarom komen deze cijfers niet terug in de jaarrapportage zelf? Daarnaast maken de leden van de ChristenUnie-fractie zich zorgen over het snel stijgende percentage zwangerschapsafbrekingen na prenatale diagnostiek (10,6 procent in 2021, 7,0 procent in 2020, 5,25 procent in 2019, 3,9 procent in 2018). Heeft de Minister inzicht in de achtergrond van deze stijging? Wat gaat de Minister met deze bevindingen doen? Is de Minister het ermee eens dat het van belang is dat vrouwen na resultaten van prenatale diagnostiek goed begeleid worden om daarmee om te gaan? Op welke wijze volgt de Minister of ouders voldoende counseling hebben ontvangen, waar nodig ook van ouderverenigingen van kinderen met een syndroom, of in psychische of geestelijke ondersteuning, zo vragen de leden.

Is de Minister het ermee eens dat voorkomen moet worden dat vrouwen (en mannen) voor een zwangerschapsafbreking kiezen bij zorgwekkende resultaten van prenatale diagnostiek omdat zij te weinig steun vanuit de zorg en de maatschappij ervaren om hun kind met een syndroom of ziekte ter wereld te brengen? Ziet de Minister risico’s voor het afnemen van deze steun als er steeds meer zwangerschappen worden afgebroken als gevolg van resultaten van prenatale diagnostiek? Zo nee, waarom niet? Hoeveel van de zwangerschapsafbrekingen op basis van resultaten prenatale diagnostiek vond in 2021 in het ziekenhuis plaats en hoeveel in de abortuskliniek, zo vragen de leden.

De leden van de ChristenUnie-fractie zien dat het aantal tienerzwangerschappen dat afgebroken werd in 2021 hoger was dan het jaar ervoor. Zeker het aantal zwangerschapsafbrekingen bij meisjes onder de 15 jaar is zorgwekkend, 101 in 2021, terwijl dit in voorgaande jaren rond de 60–70 lag. Welke verklaring heeft de Minister voor deze stijging? Wat zegt deze stijging hem en welke acties verbindt hij hieraan, zo vragen de leden.

De leden van de ChristenUnie-fractie zien een lichte stijging van het percentage vrouwen bij wie anticonceptie na de behandeling niet is besproken. Deze leden vragen de Minister op welke manieren hij het belang van deze nazorg extra onder de aandacht zal brengen bij ziekenhuizen, klinieken en huisartsen.

Op welke manier wordt de kwaliteit van de abortuszorg in klinieken verder gevolgd, naast deze jaarrapportages, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Op welke manier zorgt de Minister ervoor dat de kwaliteit van zorg en begeleiding in alle abortusklinieken voldoet aan zorgstandaarden? Waar blijkt dat uit, zo vragen de leden.

De abortuscijfers per provincie verschillen aanzienlijk. Welke verklaring heeft de Minister voor deze verschillen, zo vragen de leden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de Jaarrapportage 2021 van de Wafz en de bijgevoegde factsheet. Ze maken graag van de gelegenheid gebruik om hierover enkele vragen te stellen.

Zwangerschapsafbreking op basis van resultaten prenatale diagnostiek

De leden van de SGP-fractie lezen in de «kerncijfers» in de factsheet dat het aantal zwangerschapsafbrekingen op grond van resultaat van prenatale diagnostiek is toegenomen van 7,0 procent naar 10,6 procent. Zij maken zich hierover zorgen en vragen de Minister hoe hij deze stijging verklaart. De leden van de SGP-fractie vragen of dit het effect is van de invoering van de 13-wekenecho in 2021 en eerder de NIPT. Zien we hier het begin van de gevreesde tendens dat geïntensiveerde prenatale screening leidt tot een stijging van het aantal abortussen? De leden van de SGP-fractie vragen of de Minister cijfers heeft vanaf 2017 van het aantal zwangerschapsafbrekingen op grond van resultaat van prenatale diagnostiek. Verder vragen zij waarom blijkbaar wel wordt bijgehouden als abortus plaatsvindt op grond van prenataal onderzoek, maar andere redenen of oorzaken voor abortus niet worden geregistreerd. Hoe verklaart de Minister dit, zo vragen de leden.

Leeftijd van de vrouw bij de behandeling

De leden van de SGP-fractie lezen met zorg dat het aantal zwangerschapsafbrekingen bij meisjes <15 jaar is toegenomen van 58 in 2020 naar 101 in 2021. Hoe verklaart de Minister deze opvallende stijging? Welke (extra) acties worden er ingezet om het aantal abortussen bij jonge tieners weer te laten dalen?

Verder constateren de leden van de SGP-fractie dat het aantal vrouwen tussen de 15 en 29 jaar dat een abortus ondergaat sinds 2019 opvallend is gedaald, terwijl het aantal vrouwen vanaf 30 jaar is gegroeid. Hoe verklaart de Minister deze verschuiving in de leeftijdsopbouw? Gaat het om schommelingen door de jaren heen, of ligt er een duidelijke oorzaak of ontwikkeling aan ten grondslag, zo vragen de leden.

Aantal eerdere zwangerschapsafbrekingen

Het aantal vrouwen dat eerder een zwangerschapsafbreking onderging, is (helaas) al jaren ongeveer een derde van het totaal aantal abortussen. Welke maatregelen neemt de Minister om het aantal herhaalabortussen te verminderen? Is de Minister van mening dat het beleid om herhaling van abortus te voorkomen effectief is geweest, gelet op deze stabiele cijfers, zo vragen de leden.

Verwijspatroon

Het valt de leden van de SGP-fractie op dat het verwijspatroon de afgelopen jaren flink aan verandering onderhevig is. Het aantal vrouwen dat zonder verwijzing bij kliniek of ziekenhuis terecht komt, is gestegen van 31,2 procent in 2019 naar 39,2 procent in 2021. Het percentage vrouwen dat eerst naar de huisarts gaat en vervolgens doorverwezen wordt daalde van 55,7 procent in 2019 naar 47,0 procent in 2021. Wat vindt de Minister van deze ontwikkeling, zo vragen deze leden.

Verantwoordingsplicht abortusklinieken

De leden van de SGP-fractie hebben enkele vragen over de verantwoordingsplicht van abortusklinieken. Zij herinneren de Minister eraan dat zij twee jaar geleden vragen hebben gesteld over de weigering van abortusklinieken om hun jaarverslag openbaar te maken.2 Zij vragen of dit inmiddels gebeurt. De leden van de SGP-fractie wijzen erop dat in artikel 24, derde lid van de Subsidieregeling abortusklinieken is bepaald dat klinieken een jaarverantwoording openbaar moeten maken alvorens een besluit wordt genomen over een nieuwe subsidieverlening. Waar kunnen de leden van de SGP-fractie deze gegevens vinden? Is de Minister bereid om de jaarverantwoording van de klinieken overzichtelijk toegankelijk te maken, bijvoorbeeld door dit mee te sturen met de jaarrapportages van de Wafz, zo vragen de leden.

Opinieonderzoek abortuspraktijk

Recent opinieonderzoek wees uit dat de kennis onder Nederlanders over de huidige abortuspraktijk beperkt is.3 Zo weten veel mensen niet wat de abortusgrens in ons land is en dat de belangrijkste redenen voor abortus sociaaleconomisch van aard zijn. Welke rol ziet de Minister voor zichzelf weggelegd om ervoor te zorgen dat Nederlanders beschikking hebben over feitelijke en volledige informatie over het ongeboren leven en abortus, zo vragen de leden.

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de Jaarrapportage 2021 van de Wet afbreking zwangerschap. Deze jaarrapportage is vrij summier en daarom heeft het lid nog een aantal vragen.

Het lid van de BBB-fractie constateerde vorig jaar al dat er weinig achtergrond aanwezig is bij de rapportage. Ook uit de antwoorden die de Minister toen gaf op vragen van andere fracties blijkt dat dit simpelweg niet aanwezig is. Een van de belangrijkste vragen is waarom er significante verschillen zijn tussen provincies in het aantal zwangerschapsafbrekingen. Is daar inmiddels meer informatie over beschikbaar en zo nee, wat gaat de Minister doen om deze informatie boven tafel te krijgen? Is de Minister het niet ermee eens dat het belangrijk is om de reden van deze verschillen te weten om eventueel passend beleid te kunnen maken, zo vraagt het lid.

Het lid van de BBB-fractie is zeer geschrokken van de stijging van het aantal afbrekingen van zwangerschappen onder de 15 jaar, dit aantal stijgt van 58 naar 101. Heeft de Minister inzicht in de mogelijke oorzaken? Hoe is de verspreiding van woonplaats van deze meisjes? Sluit dat aan bij de landelijke cijfers voor afbrekingen van zwangerschappen in de 15plus groep? Is de Minister het ermee eens dat dit een zeer zorgelijke ontwikkeling is en zo ja, welke acties wil hij daarop ondernemen, zo nee waarom niet, zo vraagt het lid.

Het lid van de BBB-fractie vindt het zorgelijk dat 34 procent van de vrouwen eerder een zwangerschapsafbreking heeft gehad, waarbij het lid ook begrijpt dat er medische redenen aan ten grondslag kunnen liggen, is er inzicht in deze redenen? In het verlengde daarvan de vraag of er inzicht is in de redenen waarom in 25 procent van de gevallen in het ziekenhuis niet gesproken wordt over anticonceptie? Het lid van de BBB-fractie wil opmerken dat zij het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen inzake zwangerschapsafbreking van groot belang vindt maar dat er ook niet licht gedacht mag worden over het afbreken van een zwangerschap.

II. Reactie van de Minister


  1. Kamerstuk 30 371, nr. 49.↩︎

  2. Reformatorisch Dagblad, 17 november 2020, «Touwtrekken om activiteitenverslag abortusklinieken», https://www.rd.nl/artikel/899976-touwtrekken-om-activiteitenverslag-abortusklinieken.↩︎

  3. NPV, 23 september 2022, «Peiling: Nederlanders sterk verdeeld over abortus», https://www.npvzorg.nl/nieuws/peiling-nederlanders-sterk-verdeeld-over-abortus/.↩︎