Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het artikel ‘Een kleine koe die minder krachtvoer eet is ook een vorm van innovatie’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D44826, datum: 2022-11-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-559).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Mede ondertekenaar: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Onderdeel van zaak 2022Z17465:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Gericht aan: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
- Indiener: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
559
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Natuur en Stikstof over het bericht «Een kleine koe die minder krachtvoer eet is ook een vorm van innovatie» (ingezonden 22 september 2022).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) en van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 2 november 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 330.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Een kleine koe die minder krachtvoer eet is ook een vorm van innovatie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat er in de Nederlandse stikstofboekhouding maar één soort koe is en dat daarbij standaard uitgegaan wordt van 13 kilogram ammoniakuitstoot per jaar, ongeacht welke managementmaatregelen zijn toegepast bij het verzorgen van de koe? Zo ja, waarom wordt hierin geen onderscheid gemaakt?
Antwoord 2
Nee dat klopt niet. Er wordt wel degelijk rekening gehouden met managementmaatregelen, zowel in de landelijke stikstofmonitoring voor de stikstofaanpak en de monitoring in het Nationale Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA) als in vergunningverlening.
Bij de vergunningverlening voor het agrarische bedrijf worden emissiefactoren gebruikt. Bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) bevat ammoniakemissiefactoren voor emissiearme stalsystemen. Daarin staat ook de emissiefactor voor een traditionele stal voor melkvee. Deze is 13 kg per dierplaats per jaar. Er wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën vee. Emissiefactoren zijn gebaseerd op metingen in enkele stallen en zijn gemiddelden. Bij toetsing aan de Wet ammoniak en veehouderij en het Besluit emissiearme huisvesting (Behv) is toepassing van de emissiefactoren die zijn opgenomen in de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) verplicht. Beweiding heeft daarbij geen invloed op de hoogte van de emissiefactor. De reden daarvan is dat het Behv alleen uitgaat van de toepassing van de best beschikbare (stal)technieken.
Daarnaast worden de emissiefactoren van deze lijst gebruikt voor de toestemmingsverlening in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb). Daarbij is tevens bijlage 2 van de Rav («de PAS maatregelen») relevant. In bijlage 2 staan reductiepercentages van enkele voer- en managementmaatregelen, namelijk voor beweiden en melkureumgehalte voor categorie 1A melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar.
In het eindrapport van de kwartiermaker de heer Tijssens, dat bijgevoegd is bij de kamerbrief over de appreciatie van het rapport Remkes op 14 oktober 20222, worden adviezen gegeven over meer duidelijkheid over doelen voor stalsystemen en het belang van management-, voer- en geneticamaatregelen in het verminderen van ammoniakemissie.
Vraag 3
Bent u bereid om, als het onderzoek van het Netwerk Grondig, de Wageningen Universiteit en Universiteit Leiden uitwijst dat managementmaatregelen tot een lagere stikstofuitstoot leiden, managementmaatregelen op de lijst met emissiearme systemen te zetten? Zo ja, wat is volgens u nodig om dit in de uitvoering van het stikstofbeleid op te nemen?
Antwoord 3
Het onderzoek van Netwerk Grondig, de Wageningen Universiteit en Universiteit Leiden richt zich op het verlagen van de ammoniakemissie op bedrijfsniveau via managementmaatregelen. Bijlage 2 van de Rav lijst bevat reeds reductiepercentages van voer- en managementmaatregelen. Ik onderzoek de mogelijkheden om aan te tonen dat ook bij andere managementmaatregelen de ammoniakemissie met voldoende zekerheid afneemt op bedrijfsniveau. Hiervoor is verbetering van de datakwaliteit op bedrijfsniveau nodig die nauwkeuriger, beter borgbaar en handhaafbaar moet zijn, zoals ook aangegeven in de brief aan uw Kamer van 21 april 20223. Dergelijke zekerheid is noodzakelijk om te kunnen waarborgen dat de natuur geen schade oploopt en natuurvergunningen de toets van de rechter kunnen doorstaan.
Vraag 4
Bent u bekend met de tussentijdse resultaten van het onderzoek van het Netwerk Grondig, de Wageningen Universiteit en Universiteit Leiden dat met managementmaatregelen het goed mogelijk is het ammoniakoverschot van een gangbaar melkveehouderijbedrijf te beperken tot 40 kilogram per hectare?
Antwoord 4
Ja
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat managementmaatregelen een substantiële bijdrage kunnen leveren aan het reduceren van de ammoniakemissie door koeien, zonder veel kosten en zonder dure technische maatregelen, waardoor deze binnen het bereik van een groot deel van de melkveehouders komt?
Antwoord 5
Ja. Managementmaatregelen in de melkveehouderij zijn daarom ook een belangrijk onderdeel van de stikstofaanpak. Hiervoor zijn drie sporen ingezet: verdunnen van mest, verlagen van het eiwitgehalte van het rantsoen en verhogen van het aantal uren weidegang. Op 20 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitwerking van de managementmaatregelen melkveehouderij in het kader van de stikstofproblematiek4. Op 19 augustus 2022 is de Kamer geïnformeerd over de Publicatie van de CBS Monitor, waarin een prognose staat van het ruw-eiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen5. Daaruit blijkt dat indien het ruw-eiwitgehalte in het melkveerantsoen in 2022 daadwerkelijk zal dalen naar 162 gram ruw eiwit per kilogram drogestof een forse reductiestap wordt gezet via managementmaatregelen.
Vraag 6
Bent u het eens dat melkveehouders die voldoen aan minder dan 40 kilogram ammoniak per hectare stal en veldemmissies, daarmee bijdragen aan de generieke reductieopgave van 30 procent op het gebied van ammoniak?
Antwoord 6
Indien melkveehouders managementmaatregelen nemen om de ammoniakemissie terug te dringen tot maximaal 40 kilogram ammoniak per hectare per jaar uit stal- en veldemissies, dragen ze daarmee bij aan de generieke reductieopgave op het gebied van ammoniak. Om dit ook op bedrijfsniveau te kunnen toerekenen, moet de onderliggende data van deze emissieberekening robuust zijn: voldoende te controleren en te borgen. De berekeningen in de KringloopWijzer voor ammoniakemissie zijn hiervoor nog niet voldoende robuust. Verbetering van de datakwaliteit om emissies te berekenen wordt opgepakt in de aanpak van de (afrekenbare) stoffenbalans, de maatwerkaanpak voor het 7e actieprogramma nitraatrichtlijn en de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI) voor kringlooplandbouw.
Vraag 7
Bent u bereid, als onderdeel van de stikstofaanpak en gebruikmakend van de stikstoffondsen die het kabinet beschikbaar heeft gesteld, een beloningsaanpak in te richten voor boeren die aantoonbaar hun ammoniakoverschot tot 40 kilogram per hectare beperken?
Antwoord 7
Ik ben bereid om met de sector en de keten de mogelijkheden te onderzoeken hoe substantiële reductie van de ammoniakuitstoot op bedrijven kan worden gestimuleerd, bijvoorbeeld via een hogere melkprijs of bonussen op de melkprijs in combinatie met toeslagen vanuit het GLB. Inzet daarbij is een duurzame omschakeling en duurzaam verdienmodel, waarbij de veehouder bij voorkeur een eerlijke prijs voor zijn product krijgt. Daarvoor is het noodzakelijk dat in voldoende mate wordt aangetoond dat de reductie per bedrijf (veld en stal) inderdaad bijdraagt aan de generieke reductieopgave op het gebied van ammoniak en de onderliggende data voldoende geborgd en controleerbaar zijn.
De ammoniakuitstoot op bedrijfsniveau maakt al onderdeel uit van de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI) set voor kringlooplandbouw die op dit moment in de praktijk wordt getest in verschillende landbouwsectoren. Deze aanpak gaat uit van integrale sturing op duurzaamheidsprestaties. Daarbij wordt ook gekeken wat het effect van een reductie van ammoniakuitstoot is op de andere duurzaamheidsdoelen om afwenteling te voorkomen.
Trouw, 19 september 2022, «Een kleine koe die minder krachtvoer eet is ook een vorm van innovatie» (https://www.trouw.nl/duurzaamheid-economie/een-kleine-koe-die-minder-krachtvoer-eet-is-ook-een-vorm-van-innovatie~bc2d962d/)↩︎
Kamerstuk 30 252, nr. 35↩︎
Kamerstuk 32 813, nr. 1037↩︎
Kamerstuk 35 334, nr. 159↩︎
Kamerstuk 35 334, nr. 195↩︎