Brief aan Minister van Financiën over artikel 2.27 Comptabiliteitswet
Brief commissie
Nummer: 2022D45007, datum: 2022-11-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. Sneller, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven (D66)
- Mede ondertekenaar: W.A. Lips, griffier
Onderdeel van zaak 2022Z20934:
- Gericht aan: Het Presidium, Tweede Kamer
- Indiener: J.C. Sneller, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven
- Medeindiener: W.A. Lips, griffier
- Voortouwcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
Preview document (🔗 origineel)
Aan het Presidium | ||
Plaats en datum: | Den Haag, 3 november 2022 | |
Betreft: | Brief aan Minister van Financiën over artikel 2.27 Comptabiliteitswet | |
Ons kenmerk: | 2022Z20934/2022D45007 |
Geachte Voorzitter,
Op 14 juni jl. heeft de Kamer de motie-Heinen c.s. (Kamerstuk 36 100, nr. 5) aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht zo snel mogelijk een wetsvoorstel naar de Kamer te sturen om het budgetrecht van de Staten-Generaal verder te versterken door in de uitzonderingsgrond van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet als voorwaarde op te nemen dat de Staten-Generaal zich voldoende geïnformeerd achten. In afwachting daarvan wordt de regering verzocht al in de geest van deze aanscherping te handelen. Artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet betreft het bij uitzondering indienen van incidentele suppletoire begrotingen indien dit in het belang is van het Rijk en spoed vereist, waarbij voorafgaand aan de behandeling aan de Kamer toestemming wordt gevraagd om alvast uitgaven te doen. Hiervan wordt door het kabinet in groeiende mate gebruik gemaakt.
Aangezien de herziening van de Comptabiliteitswet (Cw) nog geruime tijd op zich laat wachten heeft het lid Heinen (VVD) voorgesteld om vooruitlopend op en in aanvulling op de aanstaande wetswijziging informatieafspraken te maken met de minister van Financiën, waarmee alvast in de geest van de motie kan worden gehandeld. Tijdens de procedurevergadering van 21 juni jl. heeft de commissie voor de Rijksuitgaven de leden Heinen (VVD) en Maatoug (GroenLinks) gemandateerd om als voorbereidingsgroep te bezien welke mogelijkheid er bestaat om te komen tot dergelijke informatieafspraken.
De voorbereidingsgroep heeft in de procedurevergadering van de commissie voor de Rijksuitgaven van 20 oktober jl. voorgesteld om de Kamer te vragen om de minister van Financiën als coördinerend minister) een brief te sturen met daarin de wens om een uitgebreide toelichting op vijf punten bij ieder beroep op artikel 2.27 Cw. De commissie heeft met dit voorstel ingestemd en met de tekst van een mogelijke conceptbrief.
Ik geef u in overweging aan het Presidium het voorstel te doen om ermee in te stemmen om bijgevoegde conceptbrief op de eerstvolgende stemmingslijst te plaatsen voor akkoord door de Kamer.
Hoogachtend, De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Sneller De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Lips |
---|
Bijlage 1 Conceptbrief verzoek kabinet toelichting op gebruik artikel 2.27 CW
Geachte mevrouw Kaag,
Hierbij breng ik namens de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan u, als coördinerend minister voor het begrotingsproces volgens artikel 4.11 van de Comptabiliteitswet, het volgende verzoek over.
De Kamer wenst voortaan bij ieder beroep op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet (CW) per maatregel een uitgebreide toelichting te ontvangen op de volgende aspecten:
Het ‘belang van het Rijk’ dat in het geding is als artikel 2.27 CW niet wordt ingeroepen en nieuw beleid niet in uitvoering kan worden genomen (‘wat gaat er mis?’). Hierbij wordt een beredeneerde beschrijving vereist van de verwachte directe en indirecte consequenties van de onmogelijkheid de beoogde beleidsdoelen te behalen als geen gebruik wordt gemaakt van artikel 2.27 CW;
Inschatting van de spoed; wat is de uiterlijke termijn waarop het beleid in uitvoering kan worden genomen zonder dat het belang van het Rijk in het geding komt (waaruit bestaat ‘het uitstel’?);
Indicatie van de termijn waarop de daadwerkelijke verplichtingen voor het beoogde nieuwe beleid dienen te worden aangegaan en de betalingen te worden voldaan;
De reden dat er niet voor een andere budgettaire verwerking is gekozen (in ontwerpbegroting, reguliere suppletoire begroting of een Nota van Wijziging daarop);
Bij nieuw beleid: de benodigde informatie zoals verplicht volgens artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet. Dit artikel vereist een toelichting op de doelstellingen, doeltreffendheid en doelmatigheid die met het beoogde beleid worden nagestreefd, de beleidsinstrumenten die worden ingezet en de financiële gevolgen voor het Rijk en, waar mogelijk, de financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren.
Vriendelijk verzoek ik u de Kamer te laten weten of en op welke wijze u aan bovenstaand verzoek gevolg wil geven.
Hoogachtend,
De Voorzitter
De Griffier