Ontvlechting van de Reinier Haga Groep (RHG)
Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Brief regering
Nummer: 2022D45768, datum: 2022-11-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32620-277).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 32620 -277 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Onderdeel van zaak 2022Z21233:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- : Medisch Zorglandschap (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-11-09 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-16 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-06 09:30: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nr. 277 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2022
De afgelopen periode heb ik de situatie van de ontvlechting van de Reinier Haga Groep (RHG) gevolgd via de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) en via contacten van mijn departement met de betrokken partijen. Op 20 oktober jongstleden heeft de NZa, volgens de vroegsignaleringsafspraken1, opgeschaald richting het Ministerie van VWS omdat de duur van de ontvlechting mogelijk risico’s met zich mee zou brengen voor de continuïteit van zorg, met name voor het LangeLand Ziekenhuis.
Naar aanleiding daarvan heb ik mij door verschillende stakeholders uitgebreider laten informeren. Mijn conclusie van deze gesprekken was dat ik de zorg van de NZa deelde, dat de tijd begon te dringen voor betrokken partijen voor besluitvorming rond de ontvlechting van de RHG en het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden, omdat anders de continuïteit van zorg in gevaar zou kunnen komen. Tegelijk werd volgens mijn informatie nog volop gesproken tussen de betrokken partijen: de drie ziekenhuizen, de zorgverzekeraars, de banken en het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ).
Ik was dan ook verheugd toen mij afgelopen maandag het bericht bereikte dat na constructief overleg betrokken partijen tot een voorlopig akkoord zijn gekomen met betrekking tot bovenstaande besluitvorming.
Een belangrijk element in de afspraken is dat zorgverzekeraars hebben aangegeven dat de combinatie HagaZiekenhuis-LangeLand Ziekenhuis voor hen essentieel is om aan hun zorgplicht te kunnen voldoen. De combinatie van deze twee ziekenhuizen is met andere woorden onmisbaar voor de continuïteit van de zorg in deze regio. Zorgverzekeraars hebben dan ook op een aantal punten garanties gegeven voor het voortbestaan van deze combinatie. Ook de NZa heeft de essentiële rol van deze ziekenhuizen voor wat betreft de toegankelijkheid en continuïteit van zorg in de regio bevestigd en aangegeven dat deze constatering ook in de toekomst relevant is in hun toezicht op de zorgplicht van zorgverzekeraars. Als Minister van VWS onderschrijf ik graag de zienswijzen van de zorgverzekeraars en de NZa in deze.
Hiermee is een belangrijke stap genomen om de ontvlechting daadwerkelijk te bewerkstelligen. Ik waardeer het commitment en de inzet van de betrokken partijen om de ontvlechting mogelijk te maken waarbij in het akkoord wordt ingezet op voortzetting van de activiteiten in het LangeLand Ziekenhuis door een fusie tussen het HagaZiekenhuis en het LangeLand Ziekenhuis. Ik verwacht dat alle betrokkenen nu snel de laatste stappen kunnen zetten om dit akkoord te bekrachtigen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Kamerstuk 32 620, nr. 235.↩︎