Uitstel beantwoording vragen van de leden Leijten en Erkens over het bericht 'Inspectie: burgers onvoldoende beschermd tegen geluidsoverlast windmolens'
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2022D45945, datum: 2022-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-641).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Onderdeel van zaak 2022Z19720:
- Gericht aan: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
641
Vragen van de leden Leijten (SP) en Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het bericht «Inspectie: burgers onvoldoende beschermd tegen geluidsoverlast windmolens» (ingezonden 18 oktober 2022).
Mededeling van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 8 november 2022).
Vraag 1
Kunt u verklaren hoe het kan dat op basis van een Wet open overheid-verzoek wordt geantwoord dat de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheidstoets (HUF) er in 2009 niet was, terwijl die er wel bleek te zijn? Hoe reflecteert u op deze informatiehuishouding?1
Vraag 2
Staat u achter de opvatting van destijds dat in deze HUF-rapportage persoonlijke beleidsopvattingen staan en waardoor het niet met de Kamer gedeeld kon worden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de HUF-toets onderdeel is van de besluitvorming en op die grond behoort te worden gedeeld, zeker bij navraag, met de volksvertegenwoordiging? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u de mening dat een advies van een verantwoordelijke inspectie die waarschuwt dat bewoners onvoldoende beschermd zijn door een geluidsnorm op basis van een jaargemiddelde, onderdeel moet zijn van de informatie die de Kamer krijgt? Op welke manier heeft u gehoor gegeven aan dit advies en op welke manier heeft u het beleid hierop aangepast?
Vraag 5
Is te achterhalen hoe er destijds landelijke geluidsnormen voor windmolens zijn opgesteld, zonder dat er acht geslagen is op de adviezen van de inspecties in de HUF-toets? Hoe reflecteert u op deze besluitvorming?
Vraag 6
Erkent u dat de bezwaren van bewoners en de schade aan hun gezondheid als gevolg van geluidshinder voorspeld worden in de HUF-toets en dat de bezwaren en gezondheidsschade voorkomen hadden kunnen worden als de toets serieus was genomen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Vindt u dat er voldoende inhoudelijk is omgegaan met de bezwaren van bewoners en dat er naar behoren getoetst kon worden of de windmolens voldoen aan de geluidsnormen? Vindt u het niet op zijn minst opmerkelijk om geluid op basis van een «jaargemiddelde» te meten, omdat dit geen recht doet aan piek-hinder?
Vraag 8
Op welke manier waarborgt u dat de nieuwe norm voldoende handhaafbaar is zonder afhankelijk te zijn van informatie van de exploitant?
Vraag 9
Wilt u borgen dat bij nieuwe afstandsnormen en geluidsnormen niet opnieuw met gemiddelden gewerkt zal worden, waardoor schadelijke effecten worden weggepoetst? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 10
Bent u bereid om op basis van nieuw gestelde normen de al bestaande windmolenparken, en al vergunde projecten, opnieuw te toetsen aan dat beleid en indien nodig compenserende maatregelen te nemen, dan wel bedrijven te vragen dit te doen, om bewoners in hun zorgen tegemoet te komen?
Vraag 11
Hoe kijkt u naar de conclusie van het onderzoek van Arcadis, gedaan in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, dat de Nederlandse geluidsnormen lager zijn dan in de vergeleken landen? Op welke manier gaat u de andere conclusies uit het rapport wegen in het opstellen van de nieuwe normen (Kamerstuk 33 612, nr. 80)?
Vraag 12
Wat heeft de onduidelijke en ondeugdelijke bescherming van omwonenden van windparken volgens u gedaan met het draagvlak van wind-op-land? Deelt u de mening dat strenge en duidelijke normen het draagvlak voor wind-op-land kunnen vergroten?
Vraag 13
Vindt u het ook pijnlijk dat er nu haast lijkt te zijn om windmolenparken op basis van de oude normen te vergunnen, nu blijkt dat deze normen onvoldoende rekening houden met de belasting voor omwonenden? Lopen deze projecten risico nu helder is dat de HUF-toets uit 2009 is genegeerd in de besluitvorming?
Vraag 14
Met welke partijen spreekt u bij het opstellen van de nieuwe normen? Op welke manier worden private belangen en zorgen van bewoners gewogen bij het opstellen van de nieuwe normen?
Vraag 15
Deelt u de mening dat er nu gekozen moet worden, vanuit het voorzorgsprincipe, voor strengere normen die in de toekomst niet wederom ter discussie gesteld zullen worden?
Mededeling
Op 18 oktober 2022 zijn vragen gesteld door de leden Leijten (SP) en Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het bericht van Zembla «Inspectie: burgers onvoldoende beschermd tegen geluidsoverlast windmolens». Omdat de regelgeving voor geluid van windmolens onder mijn verantwoordelijkheid valt, zijn deze vragen op 25 oktober overgedragen aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Helaas kunnen de vragen niet binnen de gestelde termijn worden beantwoord in verband met de benodigde interdepartementale afstemming met het Ministerie van EZK. Ik zal de vragen naar verwachting eind november 2022 beantwoorden.
Rapportage HUF-beoordeling, «wijziging milieuregels windturbines». (https://fa7t2bwvxb1.b-cdn.net/3jifixp4azet-huf-beoordeling-regels-windturbines.pdf); Zembla, 28 september 2022, «Inspectie: burgers onvoldoende beschermd tegen geluidsoverlast windmolens». (https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/inspectie-burgers-onvoldoende-beschermd-tegen-geluidsoverlast-windmolens).↩︎