[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van de leden Maatoug en Nijboer over de expatregeling en de zelfstandigenaftrek

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)

Amendement

Nummer: 2022D46048, datum: 2022-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-36202-50).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36202 -50 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023).

Onderdeel van zaak 2022Z21334:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 202 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)

Nr. 50 AMENDEMENT VAN DE LEDEN MAATOUG EN NIJBOER

Ontvangen 8Ā november 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

Artikel 2.6 vervalt.

II

Artikel VI komt te luiden:

ARTIKEL VI

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1Ā januari 2028 als volgt gewijzigd:

A

In de in artikel 2.10, eerste lid, opgenomen tabel en de in artikelĀ 2.10a, eerste lid, opgenomen tabel worden de in de laatste kolom van die tabel als eerste en tweede vermelde percentages verlaagd met 0,08%-punt.

B

In artikel 3.76, tweede lid, wordt Ā«ā‚¬Ā 900Ā» vervangen door Ā«ā‚¬Ā 600Ā».

III

Na artikel VI worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1Ā januari 2029 in artikelĀ 3.76, tweede lid, Ā«ā‚¬Ā 600Ā» vervangen door Ā«ā‚¬Ā 300Ā».

ARTIKEL VIB

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1Ā januari 2030 artikelĀ 3.76 als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt toegevoegd Ā«en in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was en bij hem in die periode niet meer dan tweemaal zelfstandigenaftrek is toegepast. De eerste zin is niet van toepassing voor de ondernemer die met toepassing van artikelĀ 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 een onderneming voortzet of mede voortzet waarbij dit voortzetten een aanvang heeft genomen in het kalenderjaar of in een van de vijf daaraan voorafgaande kalenderjaren.Ā».

2. In het tweede lid wordt Ā«ā‚¬Ā 300Ā» vervangen door Ā«ā‚¬Ā 2.123Ā».

3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met tiende lid tot derde tot en met negende lid.

4. In het derde lid (nieuw) wordt Ā«tweede en derde lidĀ» vervangen door Ā«tweede lidĀ».

5. Het vierde tot en met negende lid (nieuw) vervallen, onder vernummering van het negende lid (nieuw) tot vierde lid.

IV

Artikel IX, onderdeel H, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na subonderdeel 1 worden twee subonderdeel ingevoegd, luidende:

1bis. In het tweede lid, onderdeel b, wordt Ā«een tijdelijk verblijf als bedoeld in onderdeelĀ eĀ» vervangen door Ā«een tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst (extraterritoriale kosten)Ā».

1ter. Het tweede lid, onderdeel e, vervalt, onder verlettering van de onderdelenĀ f tot en met k tot e tot en metĀ j.

2. Na subonderdeel 2 wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

2a. In het zevende lid wordt Ā«onderdelen a en kĀ» vervangen door Ā«onderdelenĀ a enĀ jĀ».

3. Subonderdeel 3 komt te luiden:

3. Het achtste en negende lid vervallen, onder vernummering van het tiende tot en met zestiende lid tot achtste tot en met veertiende lid.

4. Er worden twee subonderdelen toegevoegd, luidende:

4. In het achtste en negende lid (nieuw) wordt Ā«onderdeelĀ gĀ» vervangen door Ā«onderdeelĀ fĀ».

5. In het tiende en elfde lid (nieuw) wordt Ā«onderdeelĀ kĀ» vervangen door Ā«onderdeelĀ jĀ».

V

Artikel X, onderdeel C, onder 3 en 4, vervalt.

VI

Artikel XIII komt te luiden:

ARTIKEL XIII

Voor de werknemer die over het laatste loontijdvak van 2022 een vergoeding genoot waarop artikelĀ 31a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals dat op 31Ā december 2022 luidde van toepassing was, blijft tot en met 31Ā december 2025 de tekst van artikelĀ 31a, tweede lid, onderdeelĀ e, en achtste lid, van die wet zoals dat luidde op 31Ā december 2022 van toepassing. Indien de werknemer, bedoeld in de eerste zin, op enig moment na 31Ā december 2022 na een onderbreking opnieuw als ingekomen werknemer wordt aangemerkt, is de eerste zin slechts tot de onderbreking van toepassing.

VII

In artikel LIII wordt Ā«VIĀ» vervangen door Ā«VI, onderdeel AĀ».

Toelichting

Dit amendement maakt het halve werk van enkele maatregelen in het Belastingplan 2023 af. Het gaat hierbij om de zogenaamde Ā«expatregelingĀ» en de zelfstandigenaftrek. De indieners zijn van mening dat het Nederlandse Belastingstelsel te veel vrijstellingen, aftrekposten en regelingen bevat die ondoelmatig, inefficiĆ«nt of simpelweg overbodig zijn. Dit leidt tot grote complexiteit en onrechtvaardige uitkomsten. Door het schrappen van een regeling en een aftrekpost draagt dit amendement dan ook bij aan het rechtvaardiger en eenvoudiger maken van het Belastingstelsel.

Zelfstandigenaftrek

In het Belastingplan wordt de zelfstandigenaftrek versneld afgebouwd; maar blijft een klein deel ervan na 2027 bestaan. De indieners zijn van mening dat de keuze om een onderneming te starten niet gebaseerd zou moeten zijn op belastingvoordelen en stellen daarom voor om deze maatregel af te maken en de zelfstandigenaftrek tot 2030 verder af te bouwen tot ā‚¬Ā 0.

Dit amendement beoogt om het door het kabinet voorgestelde afbouwpad van de zelfstandigenaftrek, dat leidt tot een maximale zelfstandigenaftrek van ā‚¬Ā 900 in 2027, door te trekken door het maximale aftrekbedrag vast te stellen op ā‚¬Ā 600 in 2028, ā‚¬Ā 300 in 2029 en ā‚¬Ā 0 in 2030. De startersaftrek blijft wel bestaan. De zelfstandigenaftrek bestaat daardoor met ingang van 1Ā januari 2030 uitsluitend uit de startersaftrek. Voor het afschaffen hiervan hebben de indieners een ander amendement ingediend. Vanaf 1Ā januari 2030 is geen verrekening van niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek meer mogelijk.

Belastingvoordelen ingekomen werknemers

Het Belastingplan voorziet tevens in het aftoppen van de 30%-regeling op de WNT-norm. De indieners zien niet in waarom ingekomen werknemers recht zouden moeten hebben op belastingvoordelen die Nederlandse werknemers niet hebben, en stellen daarom voor al deze belastingvoordelen af te schaffen. Het gaat daarbij om de keuzeregeling partiƫle buitenlandse belastingplicht, de gerichte vrijstelling extraterritoriale kosten en de 30%-regeling.

Keuzeregeling partiele buitenlandse belastingplicht

Dit amendement schaft de keuzeregeling partiĆ«le buitenlandse belastingplicht af, waardoor deze regeling per 1Ā januari 2023 vervalt. Dit amendement voorziet niet in een overgangsregeling.

Gerichte vrijstelling extraterritoriale kosten en 30%-regeling

Dit amendement regelt dat de gerichte vrijstelling voor extraterritoriale kosten en daarmee ook de 30%-regeling per 1Ā januari 2023 vervalt. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2022 een vergoeding genoten waarvoor deze werknemers in het bezit waren van een 30%-beschikking, een beschikking van de Belastingdienst waarin staat gedurende welke periode de ingekomen werknemer de 30%-regeling mag toepassen. Met de overgangsregeling kan deze groep ingekomen werknemers de 30%-regeling nog uiterlijk tot en met 2025 toepassen. Er is geen overgangsregeling voor het onbelast vergoeden van daadwerkelijke extraterritoriale kosten en ook niet voor vanuit Nederland uitgezonden werknemers.

Budgettair

Het afschaffen van de gerichte vrijstelling voor extraterritoriale kosten, waaronder de 30%-regeling en de keuzeregeling partiĆ«le buitenlandse belastingplicht leidt tot een opbrengst van ā‚¬Ā 106Ā miljoen in 2023, ā‚¬Ā 243Ā miljoen in 2024, ā‚¬Ā 387Ā miljoen in 2025 en ā‚¬Ā 551Ā miljoen vanaf 2026.

De opbrengst van het amendement met betrekking tot de verdere afbouw van de zelfstandigenaftrek bedraagt ā‚¬Ā 89Ā miljoen in 2028, ā‚¬Ā 177Ā miljoen in 2029 en ā‚¬Ā 266Ā miljoen structureel vanaf 2030.

Verdere afbouw zelfstandigenaftrek 89 177 266
Afschaffen ETK-regeling 106 243 387 551 551 551 551 551


Maatoug

Nijboer