[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rijksbrede beschouwing bij meerjarige, departementale informatieplannen

Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Brief regering

Nummer: 2022D46082, datum: 2022-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26643-932).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 26643 -932 Informatie- en communicatietechnologie (ICT).

Onderdeel van zaak 2022Z21350:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 932 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2022

Hierbij bied ik u de meerjarige, departementale informatieplannen en de rijksbrede beschouwing als één geheel aan, zoals aangekondigd in de brief aan uw Kamer over de Routekaarten bij de I-strategie Rijk 2021–20251.

Hiermee wordt onder mijn coördinatie de eerste, gezamenlijke stap gezet om de uitkomst van departementale prioritering op het gebied van informatievoorziening voor alle departementen uniform en gelijktijdig inzichtelijk en openbaar te maken.

Deze rijksbrede beschouwing bij de meerjarige, departementale informatieplannen gaat in op de achtergrond en het beoogde doel van dit rijksbrede initiatief. Daarop volgt een beschrijving van de rode draden in de informatieplannen aan de hand van rijksbrede prioriteiten. Tot slot geef ik een overzicht van de volgende, noodzakelijke stappen om uw Kamer meer inzicht te geven in planning en financiering. Ik wil namelijk in deze appreciatie benadrukken dat, hoewel we met deze informatieplannen een goede eerste stap hebben gezet, er nog een opgave ligt om tot aanscherping en uniformering te komen om uw Kamer meer inzicht te geven in de plannen met en bekostiging van digitalisering. Met de vervolgstappen die ik inzet zullen de informatieplannen van volgend jaar nog concreter zijn, met een stevigere financiële onderbouwing.

Doel meerjarige, departementale informatieplannen

De informatieplannen zijn een vereiste conform het Besluit CIO-stelsel Rijksdienst 20212. Het meerjarig, departementaal informatieplan bevat de prioritaire doelstellingen op het gebied van de informatievoorziening van het ministerie voor de komende drie tot vijf jaren. Het is daarmee geen overzicht van álle ontwikkelingen op IV/ICT (hierna: I), maar het biedt inzicht in de grootste I-veranderingen in de komende jaren. Hierbij is het uitgangspunt dat I niet alleen staat, en evenmin een doel op zichzelf is, maar dat I in het hart van beleid en uitvoering bijdraagt aan nieuwe en betere dienstverlening aan burgers, bedrijven en organisaties. Dienstverlening gericht op de menselijke maat.

Deze informatieplannen beschrijven dan ook de digitale opgave vanuit de maatschappelijke opgave waar we voor staan. Nieuw of gewijzigd beleid brengt tegenwoordig vrijwel altijd een significante IV-investering met zich mee. Andersom kunnen digitale innovaties en nieuwe ICT-ontwikkelingen kansen bieden om de dienstverlening aan burgers en bedrijven transparanter, sneller en beter te maken. Maar het komt nu ook voor dat cruciale informatiesystemen vragen om groot onderhoud, vernieuwing of vervanging, waardoor andere ambities noodgedwongen moeten wachten. Door meerjarig te prioriteren en inzicht te geven in deze balans kan een informatieplan rust en realisme brengen.

Elk informatieplan staat overigens niet op zichzelf. Het is vaak een uniform afgeleide van al bestaande documenten als een departementale I-strategie, een I-(jaar)plan of een meerjaren IV-agenda. De informatieplannen geven de specifieke, departementaal gestelde prioriteiten weer. Daarnaast laten ze zien hoe Rijksbreed digitaliseringsbeleid, zoals overeengekomen in de I-strategie Rijk 2021–20253, vertaald wordt naar de departementale context. Niet alle thema’s uit de I-strategie Rijk komen in elk informatieplan terug – elk ministerie werkt immers aan eigen maatschappelijke opgaven met daarbij behorende digitaliseringsopgaven –, maar over de breedte zijn de thema’s uit de I-strategie Rijk opgenomen. De rijksbrede prioriteiten uit de I-strategie Rijk zijn daarom als ordening gekozen voor deze rijksbrede beschouwing.

Rode draden uit de informatieplannen

In deze beschrijving van de rode draden neem ik uw Kamer mee in de uitwerking van het I-strategiethema I in het hart, vervolgens geef ik een schets van de grootste uitdagingen en tot slot beschrijf ik de grootste ambities in de informatieplannen.

I in het hart

De informatieplannen die uw Kamer hierbij ontvangt hebben alle gemeen dat zij laten zien hoezeer digitalisering in toenemende mate in het hart van beleid, uitvoering en toezicht komt te staan. Of zoals de titels van de informatieplannen van de Ministeries van respectievelijk Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Economische Zaken en Klimaat luiden is I in het hart van mens en organisatie. ICT is allang niet meer alleen van de bedrijfsvoering en de werkplekken. Digitalisering is inmiddels een wezenlijke factor in onze primaire processen. Het goed, betrouwbaar en veilig inzetten van systemen, geautomatiseerde processen, portalen, data en algoritmen is bepalend voor de overheidsdienstverlening aan burgers en organisaties. Dit vraagt om hecht partnerschap tussen beleidsmakers, uitvoerders en toezichthouders enerzijds en de digitale experts anderzijds.

Om I meer in het hart te krijgen is in de I-strategie Rijk gekozen voor een aantal instrumentele speerpunten. Zaken die we concreet kunnen doen om een bredere cultuuromslag in beweging te zetten. Een aantal van deze speerpunten komt helder naar voren in de informatieplannen. Zo werken meerdere ministeries al aan de introductie van de informatieparagraaf, die vanaf 2023 Rijksbreed wordt ingevoerd. Deze paragraaf geeft bij elk nieuw beleidsinitiatief aan wat de digitale implicaties en risico’s zullen zijn. Ook wordt de Chief Information Officer (CIO) gezien als dé gesprekspartner aan de bestuurstafels en digitaal leider binnen een departement. Samenwerking blijft zeker niet beperkt tot de bestuurslaag: multidisciplinair werken met beleidsmakers, uitvoerders en experts op het gebied van digitalisering moet in de hele beleidscyclus gemeengoed worden. Een voorbeeld: het informatieplan van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beschrijft de ambitie om op termijn bij elk nieuw beleidsinitiatief aantoonbaar een afgewogen oordeel te maken over hoe de IV-component wordt vormgegeven. Hiertoe worden IV-experts vroeg en intensief betrokken, ook vanuit de uitvoerders. Daarbij hoort het vroegtijdig nadenken over hoe data op een verantwoorde manier gebruikt kan worden.

Uitdagingen

Voor ik inga op de digitale ambities in de plannen begin ik met de hordes die we moeten nemen. De twee grootste zijn vakmanschap en lifecyclemanagement. Hoe vinden we voldoende gekwalificeerd personeel om te werken aan de rijksbrede opgaves en hoe krijgen we grip op onze digitale landschappen? Allereerst: het gebrek aan gekwalificeerd personeel is bijzonder prangend in het I-domein. In de informatieplannen is daarom ruimschoots aandacht voor I-vakmanschap. Er wordt Rijksbreed gewerkt aan het aantrekken én vasthouden van gespecialiseerd personeel, maar ook aan het vergroten van kennis en kunde op het gebied van digitalisering van niet I-personeel. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zet bijvoorbeeld in op het aantrekken en ontplooien van datatalenten en gaat werken met expertpools om beschikbare gespecialiseerde kennis en kunde beter te benutten. Ook nieuwe manieren van werken worden omarmd, onder meer met de beoogde oprichting van een Center of Excellence voor Agile Werken. Vakmanschap gaat daarnaast ook over inclusie en digitale fitheid. Bijscholing moet daartoe ruimschoots worden aangeboden om goed mee te kunnen komen met alle digitale ontwikkelingen. Dit geldt ook voor de bestuurstafel: grondige kennis van de kansen en risico’s van digitalisering is onontbeerlijk bij het nemen van beleidsbeslissingen en dit is terug te zien in de prioriteiten die raken aan I-vakmanschap.

Naast de uitdagingen op het gebied van kennis en kunde staan we voor een flinke opgave met onze IV-landschappen. Voor een goede en betrouwbare overheidsdienstverlening aan burgers en organisaties is een stevig en stabiel digitaal fundament onontbeerlijk. In de informatieplannen zien we dan ook veel aandacht voor professionalisering van het strategisch portfoliomanagement en lifecyclemanagement. Diensten en applicaties vragen om een strakke beheerorganisatie en scherpe keuzes voor vernieuwing, vervanging of uitfasering. Werken onder architectuur wordt in meerdere informatieplannen als voorwaarde opgevoerd, evenals het verantwoord en wendbaar implementeren van cloud- en sourcingbeleid. Het Ministerie van Financiën zet bijvoorbeeld in op de modernisering van het ICT-landschap en de integratie van online portalen. Hiervoor is beter lifecyclemanagement nodig en vereffening van de technische schuld. Meer grip op het landschap maakt ruimte voor vernieuwing. Zo wordt er de komende jaren gewerkt aan een Digitale Snelweg Douane, die robuust, schaalbaar en toekomstbestendig moet zijn. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een wereldwijde digitale opgave bij de verlening van diensten aan burgers, en noemt projecten als Front Office Back Office (FOBO), Grenzen en Veiligheid en Loket Buitenland in het informatieplan. Deze internationale dimensie stelt nog hogere eisen aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van digitale diensten.

Bij grip op de IV-landschappen hoort ook meer transparantie en inzicht in diensten en portfolio’s. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat gaat bijvoorbeeld werken aan betere managementinformatie met een concerndashboard over financiën, operationele kosten, subsidies en personeel. Dit sluit aan bij de rijksbrede beweging om meer inzicht en transparantie te creëren, onder andere met het Rijks ICT-dashboard.

Ambities

De informatieplannen geven een goed beeld van de belangrijke ambities die de departementen hebben op het gebied van digitalisering. Plannen voor het vergroten van de digitale weerbaarheid, professionalisering van de informatiehuishouding en initiatieven met data en algoritmen, al dan niet in samenwerking met partijen buiten de overheid, zijn in haast alle informatieplannen vertegenwoordigd.

Allereerst de prioriteiten op het gebied van digitale weerbaarheid en privacybescherming. Deze veilige basis is een noodzakelijke voorwaarde voor alle andere ambities in de informatieplannen. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft het over IB 2.0 om een nieuw niveau van feitelijke veiligheid in de digitale omgeving aan te duiden. Rijksbreed wordt ingezet op Red Teaming, waarbij systemen en organisaties met geplande aanvallen worden getest op zwakheden en kwetsbaarheden. Daarbij worden uitbreiding van de computer emergency response teams (CERT) en cyber security incident response teams (CSIRT) in een aantal informatieplannen genoemd. Maar ook de menselijke kant krijgt breed aandacht, zoals het vergroten van expertise op het gebied van informatiebeveiliging en het opleiden van weerbare en bewuste medewerkers. Ten aanzien van privacybescherming wordt gewerkt volgens privacy-by-design principes en het breder inzetten van Data Protection Impact Assessments (DPIA’s). Informatiebeveiliging en privacybescherming worden beide in het grotere perspectief geplaatst van risicobeheersing en paraatheid op incidenten en crises.

De tweede grote beweging en een van de grootste maatschappelijke opdrachten en kansen van deze tijd is het duurzaam toegankelijk maken van overheidsinformatie. Dit is dé noodzakelijke voorwaarde om als overheid transparant en navolgbaar te zijn voor burgers en organisaties, en om de kansen van data te benutten voor betere dienstverlening. De actielijnen van Open op Orde: generiek actieplan informatiehuishouding rijksoverheid4 komen veelvuldig terug in de informatieplannen. Zo zijn er interne initiatieven om documentmanagementsystemen te verbeteren bij het Ministerie van Algemene Zaken en het Ministerie van Defensie en er wordt gewerkt aan een generiek platform voor document- en archiefbeheer bij het Ministerie van Financiën. Daarnaast laten de informatieplannen initiatieven zien voor het proactief delen van documenten en data. Voorbeelden zijn een pilot met actieve openbaarmaking uitgevoerd op het vuurwerkdossier en initiatieven voor een Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, en het aanbieden van gemeenschappelijke gegevensdiensten bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Op gelijke hoogte met de initiatieven voor duurzame toegankelijkheid staan de prioriteiten ten aanzien van het gebruik van data en algoritmen voor betere overheidsdienstverlening. De informatieplannen geven inzicht in hoe ministeries inzetten op zowel het benutten van de kansen van data en algoritmen als het beheersen van risico’s en het bestrijden van ongewenste effecten voor burgers en organisaties. Voor kansenbenutting en risicobeheersing wordt Rijksbreed de governance van data beter geregeld met kaders en richtlijnen (zoals het implementatiekader voor verantwoord gebruik van algoritmen), een hechtere datacommunity en met het opnemen van taken en rol van een Chief Data Officer in het Besluit CIO-stelsel. Enkele voorbeelden uit de informatieplannen geven een beeld van de accenten per ministerie.

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat noemt data en algoritmen het fundament van de informatiepositie en zet bijvoorbeeld in op het inrichten van een datastelsel met aandacht voor data-ethiek en het opbouwen van data-expertise. Meerdere ministeries geven prioriteit aan transparantie op de toepassing en werking van algoritmes, onder meer door mee te werken aan een openbaar algoritmeregister. Bovendien zijn er veel initiatieven tot samenwerking over de grenzen van departementen en organisaties heen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geeft prioriteit aan de ontwikkeling van een afsprakenstelsel dat een leven lang ontwikkelen ondersteunt. Dit vergt uitwisseling van onderwijsdata tussen onderwijsvolger, onderwijsaanbieder, leverancier van leermateriaal, DUO en Inspectie van het Onderwijs. In het cultuurdomein ligt de focus op een betere vindbaarheid van digitaal erfgoed, waarbij het mogelijk wordt erfgoeddata van verschillende aanbieders te combineren, aansluitend op behoeften van de afnemer.

Het informatieplan van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport investeert flink in de verbetering van de elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (uitwisseling tussen patiënt en zorgaanbieder en tussen zorgaanbieders onderling). Er wordt ook gewerkt aan waarborgen voor patiënten door hun regie op eigen zorggegevens te versterken en met het opstellen van randvoorwaarden voor passende inzet van kunstmatige intelligentie in de zorg.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden uit de informatieplannen die laten zien wat data mogelijk kan maken als we de juiste waarborgen inbouwen.

In het verlengde van de ambities op het gebied van data en algoritmen wordt steeds meer samengewerkt met de markt, onderwijsinstellingen en andere organisaties buiten de overheid om diensten te innoveren. Zo gaat het Ministerie van Defensie samenwerken met kennisinstellingen, industrie, NAVO en EU om nieuwe kansen te benutten en is er aandacht voor arbeidsextensiviteit bij toenemende robotisering. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zet in op innovatielabs, en het onderzoeken en gebruik maken van bijvoorbeeld AI en machine learning. Hiervoor zoekt zij aansluiting met het bedrijfsleven en onderzoeksinstituten en maken zij het een prioriteit om samen met partijen van buiten het publieke domein aan maatschappelijke opgaven te werken. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werkt samen met uitgevers en leveranciers aan de innovatie van de leermiddelenketen.

In deze rijksbrede beschouwing haal ik slechts enkele van vele departementale initiatieven aan om de overheidsdienstverlening beter en veiliger te maken met digitalisering. Ik nodig u uit om de departementale informatieplannen tot u te nemen om een volledig beeld te krijgen van de grootse IV-veranderingen in de komende jaren.

Vervolg

Het traject in de aanloop naar deze informatieplannen is ongeveer twee jaar geleden gestart als een gezamenlijke exercitie om uw Kamer meer inzicht te geven in de digitaliseringsopgave van de ministeries. Ik zie het als een goede stap dat ik de informatieplannen nu aan uw Kamer kan aanbieden. Maar het is een eerste stap. De aanvankelijke insteek van deze plannen, zoals aan het begin van deze brief beschreven, is ingehaald door de urgentie om werk te maken van waardengedreven digitalisering. Deze urgentie wordt breed gevoeld – niet in de minste plaats door uw Kamer, door de Algemene Rekenkamer, door de departementen en zeker door mij. Voor de volgende levering al, en in jaren daarna, ga ik daarom zorgen voor concretisering en uniformering van de informatieplannen. Daarbij hoort inzicht in de financiering van digitalisering. En via de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren en de I-strategie Rijk leg ik een directe verbinding tussen rijksbreed en departementaal digitaliseringsbeleid.

Concretisering en uniformering

Deze eerste jaargang van de meerjarige, departementale informatieplannen laat diversiteit zien in maatschappelijke opgaven en de bijbehorende digitaliseringsopgaven. De verschillen in omvang en complexiteit tussen de ministeries en hun dienstonderdelen zijn goed terug te zien. Het is logisch en goed dat de ministeriële eigenheid naar voren komt in het departementale informatieplan. Alleen lopen daarbij de aggregatie- en abstractieniveaus ook zeer uiteen, waardoor de mate van detaillering en de lengtes van de plannen danig verschillen. Dit komt de overzichtelijkheid en vergelijkbaarheid niet ten goede. In afstemming met de ministeries zal daarom nog voor de volgende levering van de informatieplannen aan uw Kamer een format worden vastgesteld en doorgevoerd. Daarbij stuur ik aan op verdere uitwerking van de plannen in termen van tastbare resultaten en beoogde tijdvakken. De informatieplannen worden hiermee al in 2023 uniformer en concreter, en deze lijn zet zich door in de jaren daarna.

Verbinding Rijksbreed en departementaal digitaliseringsbeleid

Uw Kamer heeft inmiddels de bredere Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren ontvangen. De hoofdthema’s van de I-strategie Rijk zijn hierin al terug te vinden. Met name de programmalijn  4: Een digitale overheid die waardengedreven en open werkt voor iedereen gaat specifiek in op de opgave van de overheid. Hierin zijn vaak één-op-één de speerpunten uit de I-strategie Rijk overgenomen. Deze overlap geldt ook voor programmalijn 2: Iedereen kan de digitale wereld vertrouwen met daarin meerdere concrete acties uit Thema 2: Digitale Weerbaarheid van de I-strategie. Soms direct, maar ook indirect zijn deze programmalijnen uit de Werkagenda en de thema’s uit de I-strategie te herkennen in de prioriteiten in de informatieplannen. Voor meer grip op de vertaling van Rijksbreed beleid naar departementale prioritering is het zaak om deze verbanden expliciet te maken. Daarom werk ik samen met de departementale CIO’s aan directe en expliciete verbinding tussen de Werkagenda, de uitvoering van de I-strategie Rijk en de departementale informatieplannen van volgend jaar.

Financieel inzicht

Verder bevatten de informatieplannen alle een financiële paragraaf conform artikel 4 van het Besluit CIO-stelsel Rijksdienst. Met de ministeries is afgesproken dat de paragraaf dit jaar kwalitatief inzicht geeft in de financiële impact van de prioritaire doelstellingen in het informatieplan. Indien van toepassing wordt hierbij wel verwezen naar de relevante begrotingsartikelen. De kwalitatieve overweging is gemaakt omdat de informatieplannen alleen de prioritaire informatiebeleidsdoelstellingen bevatten, en dus niet alle voorgenomen activiteiten. Bovendien is digitalisering dermate vervlochten in het primaire proces van beleid, uitvoering en toezicht dat financiële ontvlechting steeds ingewikkelder wordt.

Dit laat onverlet dat ik de wens van uw Kamer voor meer financieel inzicht onderken en deel. De concretisering en uniformering van de informatieplannen die ik eerder noemde moeten samengaan met het creëren van meer financieel inzicht. Deze wens tot meer financieel inzicht gaat breder dan deze informatieplannen alleen. Ook de beheersing van ICT-kosten heeft mijn aandacht. Daarom zet ik de activiteiten die leiden tot meer financieel inzicht in digitalisering op een rij. Dit inzicht geldt zowel de begroting, budgetten en informatieplannen vooraf, als de verantwoording van gemaakte ICT-kosten.

− De doorontwikkeling van het Rijks ICT-dashboard is in volle gang. Het Rijks ICT-dashboard geeft inzicht in de kosten van grote ICT-projecten. Deze grote ICT-projecten zijn niet de enige ICT-kosten van de rijksoverheid. Daarom heeft de Tweede Kamer gevraagd de kosten voor het «beheer en onderhoud» (het onderhouden van de bestaande ICT) en «vernieuwing» (vernieuwen van de dienstverlening met ICT) ook inzichtelijk te maken. De totale ICT-kosten zijn een optelling van kosten voor beheer en onderhoud en vernieuwing. Sinds Verantwoordingsdag 2022 zijn daarmee de kosten voor grote ICT-projecten, én beheer, onderhoud en vernieuwing van de kerndepartementen en uitvoeringsorganisaties terug te vinden op het dashboard.

− In de komende tijd worden de Rijksbrede afspraken hierover verder geconcretiseerd en geüniformeerd zodat de ICT-kosten per ministerie beter vergelijkbaar worden. Een volgende stap is het aanpassen van de boekhouding, zodat gegevens op dezelfde wijze worden vastgelegd en inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Daarbij wordt gewerkt aan de uitbreiding met de publiekrechtelijke Zbo’s, zodat zij ook hun cijfers presenteren op het Dashboard. Op deze manier worden de ICT-kosten die we bij het Rijk maken completer en in steeds groter detail gespecificeerd en openbaar gemaakt.

− In de aanloop naar de volgende levering van de informatieplannen in 2023 werk ik samen met de departementale CIO’s en het Ministerie van Financiën aan de uitvoering van de motie van de Leden Van Ginneken en Leijten5. U krijgt een eerste overzicht van geoormerkte budgetten voor digitalisering van mij voor de begrotingsbehandeling in 2023. In de jaren daarna zal dit overzicht verder worden uitgewerkt.

− Van langere adem is de exercitie om meer inzicht te krijgen in de digitaliseringscomponent in de rijksbegroting. Zoals eerder in deze brief aangegeven is I in toenemende mate een onlosmakelijk onderdeel van het primair proces. Daarom ga ik samen met de departementale CIO’s en het Ministerie van Financiën onderzoeken hoe er inzicht kan worden gegeven in de planning en control cyclus omtrent digitalisering en hoe deze informatie periodiek met uw kamer kan worden gedeeld, bijvoorbeeld als zelfstandig product of als onderdeel van de rijksbegroting. Ik zal met hen een plan opstellen en dit met uw Kamer delen in Q4 2023.

De vervolgstappen die ik hierboven aankondig zijn ingrijpend en vragen om forse aanpassingen in departementale processen. Voorop staat dat zowel de informatiebeleidskeuzes als de bekostiging van digitalisering onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de bewindspersonen vallen. De meerjarige, departementale informatieplannen zijn om die reden ook separaat door de betreffende bewindspersonen naar uw Kamer gestuurd. Zij kunnen dan ook het gesprek met u voeren over de individuele informatieplannen. Als Staatssecretaris voor Digitalisering heb ik een coördinerende rol op dit horizontale thema dat alle departementen doorkruist en verbindt, en vanuit die rol schrijf ik deze rijksbrede beschouwing. Ik meen dat de afspraken over uniformering, sturing en financieel inzicht waarmee ik deze beschouwing afsluit het rijksbrede belang – en een maatschappelijk belang – dienen. Ik zet deze vervolgstappen dan ook nadrukkelijk in samenwerking met de departementen en uitvoeringsorganisaties. Ik besef echter terdege dat departementale prioriteiten niet altijd één-op-één samengaan met rijksbrede prioritering. Dat blijft een spanningsveld, dat ook rondom deze informatieplannen zichtbaar wordt. Daarover ga ik graag met uw Kamer in gesprek.

− Ik stel u bij deze voor een technische briefing te organiseren, samen met de departementale CIO’s en het Ministerie van Financiën. Onderwerpen zijn het geheel van de informatieplannen, in het bijzonder het thema financieel inzicht en de balans tussen rijksbrede en departementale prioritering op dit alomvattende thema digitalisering.

Ik meen dat ik u met dit rijksbrede initiatief al beter inzicht geef in de hoogste departementale prioriteiten op het gebied van digitalisering. Daarbij erken ik dat er nog een weg te gaan is naar meer inzicht en transparantie, en daarmee meer grip op de digitalisering bij de rijksoverheid. Ik zet samen met de departementen concrete stappen ter verbetering en ga daarover graag in gesprek. Tot slot blijf ik uw Kamer actief informeren over nieuwe ontwikkelingen op dit vlak.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen


  1. Kamerstuk 26 643, nr. 899 d.d. 15 juli 2022.↩︎

  2. wetten.overheid.nl/BWBR0044613.↩︎

  3. Bijlage bij Kamerstuk 26 643, nr. 779 d.d. 7 september 2021.↩︎

  4. Bijlage bij Kamerstuk 29 362, nr. 291 d.d. 6 april 2021.↩︎

  5. Kamerstuk 26 643, nr. 882 d.d. 1 juli 2022.↩︎