Amendement van het lid Van Raan over het aanscherpen van de raffinaderijvrijstelling
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)
Amendement
Nummer: 2022D46147, datum: 2022-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36202-72).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. van Raan, Tweede Kamerlid (Ooit PvdD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36202 -72 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023).
Onderdeel van zaak 2022Z21369:
- Indiener: L. van Raan, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 202 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)
Nr. 72 AMENDEMENT VAN HET LID VAN RAAN
Ontvangen 8 november 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel XXXV wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de onderdeelsaanduiding «B» geplaatst en wordt in de tekst «de Wet op de accijns wordt in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, «€ 8,83» vervangen door «artikel 7, eerste lid, onderdeel a, wordt «€ 8,83»».
2. Voor onderdeel B (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:
De Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, achtste lid, wordt «in een accijnsgoederenplaats» vervangen door « in dezelfde accijnsgoederenplaats als waarin de eerstgenoemde minerale oliën zijn vervaardigd».
Toelichting
De raffinaderijvrijstelling is een vrijstelling voor de energie die wordt gebruikt bij raffinageprocessen. Het is ook een fossiele subsidie. Raffinaderijen zijn grootverbruikers van gas en elektriciteit, en kunnen ook al gebruik kunnen maken van de zeer lage tarieven daarvoor. Daar bovenop krijgen zij met de raffinaderijvrijstelling nog volledige belastingvrijstelling voor het energiegebruik van olie en aardgas voor het raffinageproces.
Nederland heeft zich gecommitteerd aan het afschaffen van fossiele subsidies. Dit amendement regelt dat het verbruik van minerale oliën voor het vervaardigen van minerale oliën alleen dan niet wordt gezien als een uitslag tot verbruik, het belastbare feit voor de heffing van accijns, in het geval dat minerale oliën in dezelfde accijnsgoederenplaats waar zij zijn vervaardigd worden gebruikt voor het vervaardigen van andere minerale oliën. Hiermee wordt de zogenoemde raffinaderijvrijstelling aangescherpt doordat deze regeling niet langer zal gelden voor het verbruik van minerale oliën die niet binnen een dergelijk bedrijf, te weten de accijnsgoederenplaats, zijn vervaardigd. Het in stand houden van de raffinaderijvrijstelling past niet bij de energietransitie en is zodoende noodzakelijk. Het budgettaire belang van de raffinaderijvrijstelling kan, op basis van de cijfers van het CBS over het energieverbruik voor het raffinageproces en met behulp van omrekenfactoren, worden geschat op € 1,445 mln.
Van Raan