[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Piri en Kröger over ‘Nederland kan weer migranten uitzetten naar Marokko - maar mag geen kritiek meer geven op het land’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D46258, datum: 2022-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-671).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2022Z19120:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

671

Vragen van de leden Piri (PvdA) en Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Nederland kan weer migranten uitzetten naar Marokko – maar mag geen kritiek meer geven op het land» (ingezonden 11 oktober 2022).

Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 8 november 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Nederland kan weer migranten uitzetten naar Marokko – maar mag geen kritiek meer geven op het land»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat de eerste reisdocumenten al zijn verstrekt voor personen die op de nominatie staan voor terugkeer naar Marokko? Zo nee, op welke termijn verwacht u mensen te zullen gaan uitzetten?

Antwoord 2

Het klopt dat er reisdocumenten zijn verstrekt aan personen ten behoeve van terugkeer naar Marokko.

Vraag 3

Hoe verklaart u dat Marokko in tegenstelling tot voorgaande jaren bereid lijkt te zijn mee te werken aan terugkeer?

Antwoord 3

Nederland zet in op een brede relatie met Marokko. De relatie tussen Nederland en Marokko is constructief, van beide kanten is een duidelijke inzet om voortgang te boeken op verschillende thema’s. Dat geldt ook op het terrein van migratie. De voortgang op dit thema is deels te danken aan een intensivering van politieke contactmomenten, evenals het gemengde comité dat speciaal voor de migratie-samenwerking is opgezet.

Vraag 4

Bent u het eens met de conclusie van het NRC-artikel, waarin wordt beweerd dat onderdeel van de hernieuwde relatie is dat Nederland Marokko niet langer voor het hoofd wil stoten door in het openbaar kritiek te leveren op de mensenrechtensituatie in het land? Zo nee, waarom wordt er in het bilaterale actieplan tussen Nederland en Marokko zo weinig aandacht besteed aan mensenrechten? 2

Antwoord 4

Ik heb kennis genomen van de conclusies van de NRC over de Nederlandse inzet t.a.v. Marokko, maar herken me daar niet in. Er zijn geen afspraken gemaakt dat Nederland niet langer openbaar kritiek uit ten aanzien van mensenrechten. Het kabinet zet in op een strategie van constructief engagement met Marokko op basis van een open dialoog en transparantie. Daarbij is over de hele breedte geïnvesteerd in de betrekkingen met Marokko. NL en Marokko zijn in 2021 op ambtelijk niveau een actieplan overeengekomen. Hierin zijn op hoofdlijnen afspraken gemaakt over verschillende onderwerpen die voor NL van belang zijn. Bijvoorbeeld migratie. Maar ook politie, justitie en economische samenwerking. Eveneens is afgesproken frequent contact te onderhouden op alle niveaus, waarbij in de dialoog alle onderwerpen, inclusief mensenrechten, besproken worden.

Vraag 5

Bent u bekend met het rapport van Human Rights Watch, waarin de NGO concludeert dat het regime middels een «ecosysteem van repressie» kritische geluiden in de kiem wil smoren?3 Wat is uw reactie hierop?

Antwoord 5

Ik ben bekend met het rapport. Nederland heeft bijzondere aandacht voor de vrijheid van media en de positie van journalisten wereldwijd. Dat geldt ook in Marokko. Nederland blijft hierover in dialoog met de Marokkaanse autoriteiten.

Vraag 6

Bent u het ermee eens dat Nederland, die de bevordering van de internationale rechtsorde in de Grondwet heeft verankerd, een speciale verantwoordelijkheid heeft om mensenrechtenschendingen aan te kaarten?

Antwoord 6

Ja. Nederland zet actief in op de bevordering – en daardoor de naleving en handhaving – van de internationale rechtsorde, waarvan mensenrechten een integraal onderdeel vormen. Aangezien elke situatie verschillend is, wordt er geen uniforme aanpak gehanteerd om mensenrechtenschendingen aan te kaarten. Nederland weegt daarom per geval wat de meest effectieve wijze is om mensenrechten te bespreken in Marokko.

Vraag 7

Heeft u zich in het openbaar al eens kritisch uitgelaten over het lot van de politieke gevangenen van de Hirak-beweging uit de Rif? Zo ja, wanneer en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

In beantwoording van Kamervragen n.a.v. de Kamerbrief over de brede relatie met Marokko (Kamerstuk 35 925-V), heb ik vragen hierover beantwoord.

Vraag 8

Heeft u zich in het openbaar al eens kritisch uitgelaten over het lot van journalist Omar Radi? Zo ja, wanneer en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Zoals reeds aan uw Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 35 925), heeft Nederland de Marokkaanse autoriteiten meermaals te kennen gegeven dat Nederland zich niet herkent in de spionage aanklacht. Ik heb daarbij ook aangegeven dat het kabinet de veroordeling op basis van de spionage aanklacht teleurstellend vindt.

Vraag 9

Waarom bent u niet langer bereid om zich in het openbaar kritisch te uiten over mensenrechtenschendingen in Marokko? Gaat u dit in de toekomst wel doen?

Antwoord 9

Ik herken mij niet in deze aanname. Nederland en Marokko hebben een open en gelijkwaardige dialoog. In deze dialoog kunnen alle onderwerpen worden besproken, ook mensenrechten. Nederland weegt per geval wat de meest effectieve wijze is om mensenrechten casussen te bespreken. Zie ook het antwoord op vraag 4.

Vraag 10

Wat is daarnaast de status van de verkenning van een uitleveringsverdrag met Marokko, dat onderdeel uitmaakt van het bilaterale actieplan tussen Marokko en Nederland?

Antwoord 10

N.a.v. het actieplan zijn op ambtelijk niveau gesprekken gestart om de mogelijkheid van een uitleveringsverdrag te verkennen. Zowel Nederland als Marokko hebben baat bij goede samenwerking op het gebied van rechtshulp, justitiële samenwerking en ook uitlevering.

Vraag 11

Wat vindt u van de uitspraken in het NRC-artikel van advocaat Geert Jan Knoops dat met een uitleveringsverdrag Nederland een juridisch keurmerk geeft aan de Marokkaanse rechtsstaat? Acht u de Marokkaanse rechterlijke macht onafhankelijk?

Antwoord 11

Het kabinet deelt de visie niet dat met het verkennen van de mogelijkheden tot een uitleveringsverdrag – met welk land dan ook – een juridisch keurmerk wordt gegeven aan de rechtsstaat van een betreffend land.

Vraag 12 en 13

Hebben u signalen bereikt dat Marokkanen die in Nederland politiek asiel hebben gekregen, en/of Nederlandse Marokkanen, waarvan een deel in het verleden kritisch is geweest op het regime in Marokko, zich zorgen maken over een mogelijk uitleveringsverdrag?

Wat gaat u doen om de zorgen onder Marokkaanse Nederlanders te adresseren?

Antwoord 12 en 13

Zie het antwoord op vraag 10.

De genoemde signalen van de Marokkaanse Nederlanders zijn mij bekend. Voor het kabinet staat de bescherming van de rechten van iedere Nederlander voorop. Het bestaande wettelijk kader rondom uitlevering bevat daarvoor voldoende waarborgen.

In een eventueel bilateraal verdrag kunnen uitleveringen enkel plaatsvinden in gevallen waarin geen sprake is van (toekomstige) mensenrechtenschendingen. Ieder uitleveringsverzoek wordt zowel door de rechter als door de Minister van Justitie en Veiligheid getoetst aan de hand van de Uitleveringswet en een toepasselijk verdrag. Daarbij wordt onder meer gekeken of er sprake is van dubbele strafbaarheid en of de uitvoering zou kunnen leiden tot een schending van de fundamentele rechten van de betrokkenen.

Volgens de Uitleveringswet dient een uitleveringsverzoek te worden afgewezen als een gegrond vermoeden bestaat, dat bij inwilliging van het verzoek de opgeëiste persoon zal worden vervolgd, gestraft of op andere wijze getroffen in verband met zijn godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke overtuiging, zijn nationaliteit, zijn ras of de groep van de bevolking waartoe hij behoort (artikel4. Dit artikel geldt onverminderd als er sprake is van een bilateraal uitleveringsverdrag.

Vraag 14

Bent u bereid het gehele bilaterale actieplan de Kamer te doen toekomen? Zo ja, op welke termijn?

Antwoord 14

De Kamer is via een Kamerbrief op 14 december jl. (35 925-V, nr. 61) geïnformeerd over de afspraken die gemaakt zijn in het actieplan. Het actieplan is een middel om de samenwerking te versterken. Ik blijf de Kamer informeren over de voortgang die we maken op de afspraken uit het actieplan en breder in de relatie.


  1. https://www.nrc.nl/nieuws/2022/10/01/kritiek-op-marokko-alleen-nog-achter-de-schermen-a4143796.↩︎

  2. Kamerbrief 35 925-V, nr. 61.↩︎

  3. https://www.hrw.org/news/2022/07/28/morocco-playbook-mask-worsening-repression.↩︎

  4. https://www.hrw.org/news/2022/07/28/morocco-playbook-mask-worsening-repression↩︎