Herijking uitvoeringstoets rechtsherstel box 3
Herziening Belastingstelsel
Brief regering
Nummer: 2022D46282, datum: 2022-11-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32140-142).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Beslisnota bij brief: Herijking uitvoeringstoets rechtsherstel box 3
- Uitvoeringstoets herijking rechtsherstel box 3
Onderdeel van kamerstukdossier 32140 -142 Herziening Belastingstelsel.
Onderdeel van zaak 2022Z21412:
- Indiener: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2022-11-10 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-24 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-02-08 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
32 140 Herziening Belastingstelsel
Nr. 142 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2022
Het rechtsherstel in box 3 is vanaf juli gestart op grond van het Beleidsbesluit rechtsherstel box 3. Dit beleidsbesluit heb ik, vooruitlopend op wetgeving, op 30 juni jl. samen met de uitvoeringstoets aan uw Kamer gezonden.1 Het beleidsbesluit wordt gecodificeerd in het wetsvoorstel Rechtsherstel box 3 (Kamerstuk 36 203), dat onderdeel uitmaakt van het Belastingplanpakket. In de uitvoeringstoets is aangegeven dat deze zal worden herijkt. Dit om zowel de aannames te toetsen en eventueel bij te stellen en om de na totstandkoming van de uitvoeringstoets genomen beslissingen hierin mee te nemen. Hierbij stuur ik uw Kamer de eerste herijking van de uitvoeringstoets.
In de herijking wordt aangegeven dat de eerste inzichten op basis van de klantreacties naar aanleiding van het geboden herstel tot nu toe zijn dat het aantal reacties in het lage (meest gunstige scenario) zitten. Daarom zijn de aannames ten aanzien van de klantreacties en de effecten daarvan op de uitvoering, zoals deze zijn gedaan bij de eerste uitvoeringtoets, niet aangepast. Het herstel is bij de nu gemaakte veronderstelling over het aantal klantreacties uitvoerbaar, maar de hersteloperatie heeft een grote impact voor de Belastingdienst. Om risico’s te mitigeren worden verschillende maatregelen genomen. Zo wordt ingezet op heldere communicatie om burgers en stakeholders zo goed mogelijk te informeren. Daarnaast wordt het herstel gespreid: doordat is gestart met de groep bezwaarmakers kunnen de lessen daaruit gebruikt worden bij herstel voor 2021 en 2022. Ook wordt tijdelijk extra personeel op kritische processen ingezet.
Ten tijde van de originele uitvoeringstoets was er nog geen beslissing genomen omtrent herstel van de doelgroep niet-bezwaarmakers. Op dit moment reageren veel niet-bezwaarmakers op het kabinetsbesluit om hen geen herstel te bieden, wat een grote druk op de uitvoering tot gevolg heeft. In deze herijking worden de niet-bezwaarmakers wel benoemd, omdat dit onlosmakelijk is verbonden met de herstelopdracht van de Belastingdienst, echter worden de uitvoeringsgevolgen over de procedure voor behandeling van niet-bezwaarmakers niet meegenomen. Het voorstel voor wijziging van de procedure voor niet-bezwaarmakers heeft geleid tot een nota van wijziging, waarop een afzonderlijke quickscan is gedaan. Hierop zal begin 2023 een uitvoeringstoets worden gedaan. De voorgestelde wijziging is bij brief aan uw Kamer van 4 november jl. (Kamerstuk 32 140, nr. 141) verstuurd.
Naar verwachting zal in 2023 een nadere herijking van de uitvoeringstoets van het wetsvoorstel Rechtsherstel box 3 plaatsvinden. Dit gebeurt op basis van ervaringscijfers nadat de aanslagen 2021 grotendeels zijn opgelegd, de bezwaartermijnen zijn verstreken en er zicht is op uitkomsten van eventuele beroepsprocedures.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Kamerstuk 32 140, nr. 131.↩︎