[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Initiatiefnota

Initiatiefnota van het lid Van Nispen over ‘Op naar een Sociaal Notariaat’

Initiatiefnota

Nummer: 2022D47302, datum: 2022-11-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36248-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36248 -2 Initiatiefnota van het lid Van Nispen over ‘Op naar een Sociaal Notariaat’.

Onderdeel van zaak 2022Z21920:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 248 Initiatiefnota van het lid Van Nispen over «Op naar een Sociaal Notariaat»

Nr. 2 INITIATIEFNOTA

INLEIDING

Er zijn in Nederland meer dan 770 notariskantoren, van dorpskantoren tot internationaal opererende kantoren, waar ruim 3.400 juristen en 8.000 ondersteuners iedere dag werken aan rechtszekerheid en rechtsbescherming. Vorig jaar passeerden deze juridische professionals 2 miljoen notariële akten. Daarnaast wordt ook veel juridisch advies gegeven. (Bron: Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, de KNB)

Mensen gaan bijvoorbeeld voor de koop en verkoop van een woning naar de notaris, of voor samenlevingscontracten en huwelijkse voorwaarden, het opstellen van testamenten en het afhandelen van erfenissen, afspraken over schenkingen en zaken rondom een onderneming zoals het oprichten of overnemen daarvan.

Veel notarissen vinden dat ze een prachtig vak hebben. Omdat ze mensen kunnen helpen en zaken kunnen vastleggen voor de toekomst. Redenen voor mensen om naar de notaris te gaan zijn onder andere: «Het goed regelen voor de kinderen, voor de nabestaanden, voor als ik het zelf niet meer kan, voor als onze relatie toch niet voor eeuwig is, om de erfenis onafhankelijk en onpartijdig te verdelen omdat de erfgenamen ruzie maken, om goed te kunnen slapen.» Notarissen helpen mensen daar bij. De beroepsgroep van notarissen staat bekend om dienstbaarheid, onpartijdigheid en zorgvuldigheid. Er zijn behalve de notaris geen andere rechtshulpverleners die deze preventieve rechtshulp verlenen met dezelfde waarborgen en rechtsgevolgen.

Maar voor wie is de notaris er op dit moment? De notaris wil er misschien zijn voor iedereen, maar is dat in de praktijk ook zo?

PROBLEEM

Mensen die vermogend zijn en een testament willen maken, mensen die onroerend goed bezitten of mensen die een of meerdere bv’s op hun naam hebben staan; zij zullen de weg naar de notaris weten. Maar wie niet vermogend is, geen eigen bedrijf heeft en zelf geen koophuis heeft, komt wellicht niet snel in aanraking met de notaris, terwijl het ook voor deze mensen van belang kan zijn dat zaken juridisch goed geregeld zijn. Is dat omdat deze mensen hun zaken niet goed wíllen regelen of spelen hier andere redenen?

Voor een groot deel van de Nederlandse bevolking is de notaris niet toegankelijk, om verschillende redenen. Veel mensen hebben simpelweg geen idee wat de notaris voor hen kan betekenen, maar een taalachterstand, een verstandelijke beperking of een gebrek aan voldoende financiële middelen kan een beroep op notariële dienstverlening op dit moment ook in de weg staan. Terwijl het juist ook voor deze mensen van belang kan zijn juridisch advies te krijgen of zaken goed te laten vastleggen. Helemaal als er ook kinderen zijn waarvoor nog verantwoordelijkheid wordt gedragen.

Er is een wettelijke voorziening die bedoeld lijkt om het notariaat laagdrempeliger toegankelijk te maken. Op basis van art. 56 van de Wet op het notarisambt (Wna), in combinatie met art. 34 van de Wet op de Rechtsbijstand kan een minder financieel draagkrachtige in aanmerking komen voor gereduceerde notaristarieven bij familiezaken. Erg veel soelaas biedt deze regeling echter niet, getuige het feit dat van deze regeling nauwelijks gebruik gemaakt wordt. Dat heeft een aantal redenen. De procedure is niet erg laagdrempelig en zelfs klantonvriendelijk, omdat de rechtszoekende zelf de Raad voor rechtsbijstand moet benaderen. Er wordt een maximale eigen bijdrage gehanteerd van € 901 wat voor veel situaties veel te hoog is. De reikwijdte van de wet is te beperkt waardoor een aantal notariële diensten niet onder het bereik vallen van artikel 56 Wna. Artikel 56 Wna wordt in de praktijk zo zelden gebruikt dat geconcludeerd kan worden dat die regeling niet aansluit op behoeften uit de praktijk.

Natuurlijk kunnen mensen naar het Juridisch Loket, de sociaal advocatuur, wijkteams of andere hulpverleners, maar wat als mensen toch eigenlijk gewoon een notariële akte of notarieel advies nodig hebben? Een regeling zoals in de sociale advocatuur is er niet voor het notariaat.

VOORBEELDEN

De volgende voorbeelden uit de praktijk, opgetekend en aangereikt door notaris Yvonne Vleeshouwers (Hoffspoor Notarissen, Rosmalen) laten goed zien dat de notaris niet alleen toegankelijk zou moeten zijn voor mensen die voldoende geld hebben en de weg goed weten te vinden naar de notaris.

Twee mensen die al 30 jaar samenwonen, samen hebben ze kinderen, er is niks geregeld, geen samenlevingscontract of testament, dan gaat één van de twee dood... De kinderen zijn erfgenaam, de langstlevende partner heeft niks te zeggen. Ze dachten altijd dat samenwonen dezelfde rechten zou geven als trouwen. Er is geen recht op het partnerpensioen, de erfenis gaat naar de kinderen.

Een mevrouw met ongeveer € 5.000,– spaargeld, een huurhuis en een eenvoudige inboedel, heeft een grote familie, haar man is overleden en er zijn geen kinderen. Als ze niks doet gaat alles naar ongeveer 50 mensen. Na overlijden zullen die waarschijnlijk niet veel overhouden per persoon, omdat het erg veel werk is om zo'n familie uit te zoeken (legeskosten van de gemeente, notariskosten, enz.). Met de meesten heeft ze geen contact. Door het maken van een simpel testament waarin ze een neef en een nicht met wie ze heel goed contact heeft tot erfgenamen en executeur benoemt, is alles goed en makkelijk geregeld. Deze mevrouw kwam gelukkig bij ons omdat een kennis had gezegd dat ze mij kende en dat ik wel zou helpen voor niet al te hoog tarief. Maar deze mensen zijn er nog veel meer, bereiken we die nu? Ik vrees van niet omdat de drempel toch te hoog is.

Een man heeft geen enkel contact met zijn broer en zus; zij hebben tot zijn verdriet het contact met hem verbroken. Zijn moeder is in 2007 overleden, zijn vader, die hertrouwd was, is in 2010 overleden. De man komt bij mij voor een testament. Hij heeft ongeveer 2.000 euro en wil door alles wat er gebeurd is absoluut niet dat dat naar zijn broer en zus gaat (wat volgens de wet zo zou zijn) maar naar een goed doel. Dat regel ik voor hem voor een laag tarief door het maken van een eenvoudig testament. Tijdens onze gesprekken hebben we het nog over zijn ouders. Blijkbaar waren die best vermogend. Hij heeft nooit iets gehoord over een erfenis. Ik bied hem aan gratis te helpen, de testamenten op te vragen en eventueel een brief te schrijven aan de tweede vrouw van de vader. Inmiddels is de termijn om een beroep te doen op de legitieme portie in de nalatenschap van de vader al voorbij (vijf jaar). We gaan eerst dat testament opvragen (de betreffende notaris rekent daar eigenlijk € 75,– voor maar op mijn verzoek in verband met omstandigheden wordt het ook gratis verstuurd) en daarin blijkt dat hij (de zoon die bij mij kwam dus) onterfd is. Een beroep op de legitieme is eigenlijk niet meer mogelijk omdat er al vijf jaar voorbij is. Dan vragen we het testament van moeder op, daaruit blijkt dat hij nog een vordering had op vader. Die vordering is nog niet verjaard (20 jaar).

De zoon is verdrietig om de onterving en snapt niet goed waarom zijn vader dat gedaan heeft, hij heeft in zijn ogen niets verkeerd gedaan. Ik stuur een nette en vriendelijke brief aan de tweede vrouw van vader met een uitleg en de vraag of ze een gebaar wil maken en inzage wil geven in de hoogte van de vordering van moeder. Al snel krijgen we antwoord. En wel heel positief, ze snapt de situatie en de cliënt krijgt een mooi bedrag en is erg gelukkig. Hij kan nu wat ruimer leven, hetgeen anders nooit mogelijk was geweest.

Door vrij simpele dingen, (maar die wel veel tijd kosten en als ik die op uurtarief had berekend dan was het voor hem onbetaalbaar geweest) heb ik dus heel goed kunnen helpen.

Een mevrouw, haar man is overleden, twee zonen, heeft al 20 jaar geen contact met één zoon X. Ze woont in een huurhuis en heeft een kleine spaarrekening (ong. € 4.000,–), alleen AOW en geen pensioen. Diagnose: beginnende alzheimer. Mevrouw wil niet dat andere zoon Y, met wie ze goed contact heeft, problemen krijgt als ze bijvoorbeeld naar een verpleeghuis moet en ze zelf niet meer wilsbekwaam is. Mevrouw wil graag dat zoon Y alles voor haar regelt. Hiervoor zou een levenstestament heel goed werken (kost normaal ongeveer € 500,–). Daarnaast wil ze een testament maken waarin zoon Y tot executeur wordt benoemd en enig erfgenaam. Mevrouw wil niet dat zoon X na haar overlijden in haar huis komt en dat Y dan met hem moet onderhandelen over verdeling van de inboedel en over hoe de uitvaart geregeld moet worden. Ondanks dat X recht heeft op zijn legitieme portie is zoon Y er erg bij gebaat als hij zonder inmenging van X alles na het overlijden van moeder rustig kan regelen. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om haar honderden euro's te laten betalen voor levenstestament en testament, terwijl dit echt nodig is. Ze krijgt een grote korting en wil het dan toch graag regelen.

VOORSTEL

Er is dus een probleem met de toegankelijkheid van het notariaat. Dat is niet gek als je bedenkt dat het opstellen van een akte honderden euro’s kost, terwijl veel mensen dat niet zomaar beschikbaar hebben om iets te regelen dat misschien later van belang kan zijn. Ook de KNB vindt dat er een probleem is met de toegankelijkheid en werkt hier aan. Binnen de beroepsgroep wordt gewerkt aan bewustzijn en worden specifieke producten ontwikkeld voor bijvoorbeeld laaggeletterden, verstandelijk beperkten of digitaal onervaren mensen. Ook vindt de KNB dat (een deel van de) notariële dienstverlening onder de rechtsbijstand zou moeten vallen.

Dat het van belang kan zijn voor mensen om wél de weg naar de notaris te vinden tegen een laag tarief blijkt uit de voorbeelden uit de praktijk. We hebben een sociaal advocatuur, maar een dergelijke regeling is er niet voor het notariaat.

Initiatiefnemer is van mening dat een «sociaal notariaat» moet worden opgericht, om het notariaat toegankelijk te maken voor iedereen, want ook voor mensen die niet zomaar honderden euro’s kunnen missen kan het natuurlijk belangrijk zijn zaken goed vast te leggen en advies te krijgen. De notaris zou in uiteenlopende situaties in de levens van mensen juist de professional kunnen zijn waar je naartoe gaat als je vooraf dingen goed geregeld wilt hebben. Zodat niet op een later moment een advocaat of rechter ingeschakeld hoeft te worden met alle bijbehorende emoties en kosten.

De notaris zou voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk moeten zijn. Hier ligt een rol voor de overheid. Analoog aan de sociale advocatuur zou er ook een sociaal notariaat moeten komen waar mensen met een kleinere portemonnee in staat worden gesteld voor hen belangrijke zaken te laten beschrijven en aktes op te stellen. Dit ook vanuit de gedachte dat als iemand iets op voorhand goed geregeld heeft, dit toekomstige ellende kan voorkomen. Door de sociaal notaris moeten akten getekend kunnen worden, maar ook moet er veel ruimte zijn voor laagdrempelig advies. Deze notaris zou bij voorkeur in een wijk moeten zitten waar veel mensen wonen die niet automatisch het kantoor zullen binnenlopen bij een vraag, of die er helemaal niet mee bezig zijn. Dit zou een soort notarisrechtswinkel kunnen zijn, onderdeel van een Huis van het Recht of in samenwerking met andere initiatieven.

FINANCIEEL

Voor de sociaal advocatuur is georganiseerd dat mensen die minder financieel draagkrachtig zijn een advocaat toegevoegd krijgen door de overheid. Afhankelijk van gestelde inkomensgrenzen geldt er een eigen bijdrage. De sociaal advocaat krijgt vervolgens per zaak een aantal punten vergoed door de overheid, via de Raad voor rechtsbijstand. Initiatiefnemer vindt het voor de hand liggen daar voor het sociaal notariaat bij aan te sluiten. Er moet dus budget komen waarmee sociaal notarissen betaald worden die minder financieel draagkrachtigen bijstaan, die dit zelf niet kunnen betalen en die waarschijnlijk anders de weg niet hadden gevonden naar het notariskantoor. Hoeveel dit precies zou kosten is moeilijk te zeggen omdat het niet goed in te schatten is voor hoeveel mensen die nu niet bij de notaris komen dit eigenlijk wél nuttig zou zijn. Duidelijk is wel dat een aantal handelingen van de notaris (bijvoorbeeld als het gaat om aan- of verkoop van woningen, grote erfenissen of het doen van een grote schenking) uit de aard van deze werkzaamheden niet verricht hoeven te worden door een sociaal notaris omdat vermoed kan worden dat hier vermogen aanwezig is. Het is mogelijk met een proef en een vooraf vastgesteld budget te beginnen en aan dit initiatief de komende jaren meer bekendheid te gaan geven waarbij het budget mee zou kunnen groeien.

Dit voorstel kost niet alleen geld, maar kan en zal ook geld besparen omdat juridische geschillen kunnen worden voorkomen. Ook de KNB ziet dit zo. Het vooraf goed regelen van zaken kan een latere rechtsgang voorkomen. Dat scheelt niet alleen kosten, zoals de advocaat- en proceskosten, maar ook een heleboel emotie bij de betrokkenen. Ook kan dit een verlichting betekenen voor de capaciteit van de rechterlijke macht.

BEKENDHEID

Niet alleen de hoge kosten zijn voor veel mensen een drempel, het is ook de onbekendheid die ertoe leidt dat veel mensen niet weten dat een notariële dienst ook voor hen van belang kan zijn. Met alleen de oprichting van een sociaal notariaat, analoog aan de sociaal advocatuur, is waarschijnlijk nog niet bereikt dat mensen voor wie dit bedoeld is (eerder genoemd zijn ouderen, laaggeletterden, mensen met een verstandelijke beperking en zeker ook mensen met lage inkomens) de weg voortaan wel weten te vinden naar de notaris. Voorlichting per doelgroep die bereikt moet worden kan van belang zijn. Hierbij mag iets worden verwacht van belangenorganisaties voor de verschillende doelgroepen, hulpverleners, maar ook van het notariaat zelf.

Vervolgens helpt het als de notaris in de buurt gevestigd is, zodat voor ieder mens een notariskantoor bereikbaar is. Dat hoeft niet per se een fysiek kantoor exclusief voor de notaris te zijn, dat zou juist heel goed in samenwerking kunnen met anderen. Initiatiefnemer heeft eerder het voorstel gedaan voor Huizen van het Recht, een plek in de buurt waar mensen binnen kunnen lopen en eerste hulp kunnen krijgen bij sociaal-juridische vraagstukken. Naar de mening van de initiatiefnemer zou dit een ideale plek zijn waar ook (bijvoorbeeld) één dag in de week een sociaal notaris gevestigd is, of bijvoorbeeld dat meer kantoren in een stad samen zorgen dat er iedere dag iemand aanwezig is. Ook andere vormen van samenwerking zijn natuurlijk denkbaar, zoals met het Juridisch Loket, Sociaal Raadslieden of het inlooppunt van de gemeente (zoals een Wijkplein of Huis van de stad).

BESLISPUNTEN

De Kamer wordt gevraagd in te stemmen met de volgende beslispunten:

• De Minister voor Rechtsbescherming wordt verzocht het principebesluit te nemen dat er een sociaal notariaat moet komen en dat dit wordt opgericht. Omdat het recht voor iedereen toegankelijk moet zijn en de notaris een wezenlijk onderdeel van het recht is. De Minister gaat in overleg met de KNB over de precieze uitwerking en informeert daarover periodiek de Kamer.

• De Minister voor Rechtsbescherming wordt verzocht te bevorderen dat tussentijds door de KNB en alle notarissen actief wordt gewezen op de artikelen 54 en 56 van de Wna en wordt gestimuleerd hier gebruik van te maken. Mede door de Minister voor Rechtsbescherming wordt bezien of hierin knelpunten zitten, en of wettelijke aanpassing of uitbreiding wenselijk is.

• De Minister voor Rechtsbescherming wordt verzocht met de KNB te gaan organiseren en ernaar te streven dat in iedere regio, of in ieder geval in de grote en middelgrote steden, minimaal één sociaal notaris beschikbaar is waar mensen naar verwezen kunnen worden in situaties die daar om vragen. Waar mogelijk wordt gestimuleerd dat samengewerkt kan worden met bestaande initiatieven, zoals Huizen van het Recht.

• De Minister voor Rechtsbescherming wordt verzocht een startbudget beschikbaar te stellen van eenmalig 50 miljoen euro. Dat budget kan via de Raad voor rechtsbijstand, analoog aan het toevoegingsysteem met inkomensgrenzen en eigen bijdragen dat voor de sociaal advocatuur geldt, beheerd en uitgekeerd worden aan sociaal notarissen. Zodra dit budget op dreigt te raken moet tijdig geëvalueerd worden hoeveel geld jaarlijks beschikbaar zou moeten zijn om het sociaal notariaat te laten functioneren. Mogelijk moet dit een groeipad hebben omdat de notaris nog niet direct de bekendheid zal hebben onder de groepen mensen voor wie dit bedoeld is.


Van Nispen