[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken (RAZ) van de ministers verantwoordelijk voor het EU Cohesiebeleid op 22 november 2022 in Brussel

Milieuraad

Brief regering

Nummer: 2022D47331, datum: 2022-11-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-08-881).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 08-881 Milieuraad.

Onderdeel van zaak 2022Z21936:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

21 501-08 Milieuraad

Nr. 881 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 november 2022

Hierbij doe ik uw Kamer de geannoteerde agenda toekomen van de Raad Algemene Zaken van de Ministers verantwoordelijk voor het EU Cohesiebeleid op 22 november 2022 in Brussel.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens

Raad Algemene Zaken (Cohesie) Brussel d.d. 22 november 2022

Tijdens de Raad Algemene Zaken («RAZ») Cohesie in Brussel zal, op basis van de conceptagenda, worden gesproken over «de langetermijnimpact van het cohesiebeleid op de regio’s van de EU». Om deze discussie te begeleiden heeft het Tsjechische voorzitterschap een discussiestuk met drie discussievragen opgesteld. De eerste vraag gaat over de cruciale doelen en principes die lidstaten zien bij het cohesiebeleid. De tweede gaat in op de toegevoegde waarde van het cohesiebeleid vis-à-vis ander nationaal en Europees beleid en de derde vraagt naar de uitdagingen die lidstaten verwachten voor het cohesiebeleid van de toekomst. Naast een discussie over deze vragen, zullen er Raadsconclusies over cohesiebeleid worden aangenomen. Deze conclusies zijn opgesteld mede op basis van de discussie die gevoerd is tijdens de informele RAZ cohesie, die plaatsvond op 1 en 2 september 2022 in Praag1.

Voor wat betreft de eerste vraag van het discussiestuk zal Nederland haar primaire standpunt ten aanzien van cohesiebeleid herhalen: cohesiebeleid dient zich met name te richten op structurele hervormingen en investeringen in innovatie, vergroening, digitalisering, menselijk kapitaal en sociale inclusie. Dit zijn typen investeringen waarvan het langetermijneffect het grootst is. Immers, wanneer lidstaten hun economie duurzaam hervormen en maatregelen nemen ten gunste van de digitale en groene transitie, heeft de gehele interne markt daar voor langere termijn profijt van.

Nederland zal tevens kort in gaan op de tweede vraag, en daarbij stellen dat een gedegen analyse van het cohesiebeleid in relatie tot centraal uitgevoerde instrumenten op EU-niveau en, bijvoorbeeld, de herstel- en veerkrachtfaciliteit van belang is. Hierbij zou ook aandacht moeten zijn voor de tekortkomingen van het huidige instrumentarium. Op dit moment is het nog erg vroeg in de programmaperiode 2021–2027 om al gedegen uitspraken te kunnen doen over hoe de verschillende instrumenten zich tot elkaar verhouden op het gebied van toegevoegde waarde. Ook voor wat betreft de derde vraag zal Nederland het belang van goede evaluaties en kwalitatieve dataverzameling benadrukken. Dit is immers noodzakelijk om de langetermijnimpact van cohesiebeleid zo goed mogelijk te blijven monitoren en – zo nodig – het beleid aan te passen aan veranderende omstandigheden. Eventuele uitdagingen voor het cohesiebeleid van de toekomst zullen daarmee ook aan het licht kunnen komen.

De raadsconclusies zijn breed opgesteld en zien zowel op het huidige als toekomstige cohesiebeleid. Voor Nederland is het van groot belang dat expliciet is opgenomen dat deze conclusies op generlei wijze nu al posities vastleggen voor de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader (MFK) van na 2027. Het is goed om posities uit te wisselen en het beleid te bezien, maar voorkomen moet worden dat deze raadsconclusies vooruit lopen op de integrale onderhandelingen over het MFK die pas later richting 2027 zullen plaatsvinden.

Het kabinet is voorts tevreden met een aantal belangrijke zaken die zijn opgenomen in deze Raadsconclusies. Zo verwijst de tekst in het kader van de rechtstaat naar zowel de rechtstaatverordening als naar het belang van het tegengaan van fraude. Daarnaast is er veel aandacht voor de groene en digitale transities en wordt opgeroepen tot goede monitoring en dataverzameling om zo tot betere analyses te komen over hoe het cohesiebeleid nu functioneert. Tevens roepen de Raadsconclusies op om, wanneer nieuwe instrumenten binnen het cohesiebeleid noodzakelijk worden geacht, eerst een analyse van het huidig beschikbare instrumentarium te maken om zo eventuele overlap te voorkomen. Ook het belang van grensoverschrijdende samenwerking en stedelijk beleid staat genoemd.

Passages over het cohesiebeleid als crisisinstrument dragen dezelfde nuancering die het kabinet ook telkens gemaakt heeft: enerzijds zijn de lidstaten het erover eens dat het cohesiebeleid niet primair een crisisinstrument zou moeten zijn, maar dat het, anderzijds, wel heeft laten zien in sommige situatie te kunnen helpen effecten van crises te mitigeren. De conclusies roepen ertoe op dat het cohesiebeleid zich aan nieuwe omstandigheden moet blijven aanpassen, zonder haar langetermijnkarakter in gevaar te brengen. Wederom van groot belang hierbij is een goede monitoring van de effecten van de crisismaatregelen die met het cohesiebeleid zijn genomen; ook daartoe roepen deze conclusies op. Het kabinet is dan ook voornemens met deze raadsconclusies in te stemmen tijdens de RAZ cohesie.

Binnen deze kaders zal Nederland interveniëren tijdens de besprekingen in de RAZ.


  1. Kamerstuk 21 501-08, nr. 878.↩︎