Voortgang vervolg verkenning bevolking 2050
Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Brief regering
Nummer: 2022D47462, datum: 2022-11-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-164).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
- Opzet beleidsinformatiestructuur voor de opvolging van de Verkenning Bevolking 2050
- Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 oktober 2022, nr. 2022-0000202506, houdende de benoeming van de leden van de staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050 en vaststelling van de vergoeding (Benoemings- en vergoedingenbesluit Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050)
- Besluit van 26 augustus 2022 houdende de instelling van een staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050 (Instellingsbesluit staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050)
- Beslisnota inzake Voortgang vervolg verkenning bevolking 2050
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 -164 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën.
Onderdeel van zaak 2022Z21994:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-11-16 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-30 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-02-02 15:30: Staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050 (Gesprek), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nr. 164 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2022
De omvang en de samenstelling van de Nederlandse bevolking veranderen de komende dertig jaar door vergrijzing en migratie. Deze demografische ontwikkelingen brengen grote uitdagingen en onzekerheden met zich mee. Het kabinet wil meer zicht krijgen op de mogelijke scenario’s tot 2050. De vraag is daarbij wat de gevolgen zijn voor de samenleving, hoe de regering hier met beleid op kan inspelen en welke effecten dit heeft.
In mijn brief van 6 juli jl.1 over de Verkenning Bevolking 2050 en de voortgang uitvoering motie van het lid Dijkhoff c.s. (Kamerstuk 35 000, nr. 8) en motie van het lid Den Haan c.s. (Kamerstuk 35 925, nr. 55) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voorgenomen instelling van een Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen.
Met deze brief informeer ik u over de voortgang en het verdere vervolg dat ik geef aan bovengenoemde moties, in het bijzonder voor wat betreft het gevraagde periodieke inzicht in demografische ontwikkelingen.
Ten behoeve van de beleidsontwikkeling en -uitvoering die er op dit thema in de komende jaren zal plaatsvinden, wordt de inrichting van een beleidsinformatie- en monitoringstructuur voorbereid. Deze structuur bestaat uit een tweetal lijnen waarbij enerzijds de vinger aan de pols wordt gehouden voor wat betreft de ontwikkeling van de omvang en samenstelling van de Nederlandse bevolking, en anderzijds verdiepende themastudies en periodieke synthesestudies zullen worden geprogrammeerd die handvatten voor beleidsontwikkeling opleveren. De opzet van deze beleidsinformatiestructuur treft u als bijlage bij deze brief aan.
Verder is inmiddels in de Staatscourant zowel het instellingsbesluit als het benoemingsbesluit in verband met de Staatscommissie demografische ontwikkelingen gepubliceerd. Beide besluiten treft u als bijlagen bij deze brief aan.
De commissie brengt haar eindverslag uit voor 1 februari 2024.
Gezien de samenstelling van de staatscommissie heb ik er alle vertrouwen in dat de commissie met een gedegen advisering zal komen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Kamerstuk 35 925, nr. 171.↩︎