Beantwoording resterende vragen over de Wet geen rente bij hervatting invordering toeslagschulden
Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met het tijdelijk achterwege laten van de rente bij bepaalde hervattingen van de invordering van toeslagschulden (Wet geen rente bij hervatting invordering toeslagschulden)
Brief regering
Nummer: 2022D47649, datum: 2022-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36103-8).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. de Vries, staatssecretaris van Financiën (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36103 -8 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met het tijdelijk achterwege laten van de rente bij bepaalde hervattingen van de invordering van toeslagschulden (Wet geen rente bij hervatting invordering toeslagschulden).
Onderdeel van zaak 2022Z22112:
- Indiener: A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2022-11-22 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-24 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2022-12-08 13:30: Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2023-02-16 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 103 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met het tijdelijk achterwege laten van de rente bij bepaalde hervattingen van de invordering van toeslagschulden (Wet geen rente bij hervatting invordering toeslagschulden)
Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den haag, 15 november 2022
Naar aanleiding van het wetsvoorstel geen invorderingsrente bij hervatting invordering toeslagschulden1, heeft uw Kamer op vrijdag 10 juni 2022 schriftelijke vragen ingediend (Kamerstuk 36 103, nr. 6). Deze vragen heb ik op 22 juni 2022 met een nota naar aanleiding van het verslag beantwoord en naar de Kamer gestuurd.2
Bij drie vragen is in de nota naar aanleiding van het verslag aangegeven dat deze op een later moment worden beantwoord. Deze vragen hebben betrekking op burgers die een betalingsregeling ontvangen in het kader van de opstart (van de gepauzeerde terugvorderingen van toeslagschulden) en daarnaast ook belastingschulden hebben. Over de betreffende doelgroep werden de volgende vragen gesteld.
a. De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan aangeven hoe groot de groep burgers is met belastingschulden en om welk bedrag het gaat.
b. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn benieuwd hoeveel burgers momenteel een belastingschuld hebben en welk deel van hen onder deze betalingsregeling valt, en vragen de regering daarom om deze informatie.
c. Het lid Omtzigt vraagt de regering verder om inzicht te geven in de invordering bij alle belastingsoorten. Dat kan wat hem betreft in een separaat overzicht, zo lang het maar een duidelijk inzicht geeft in aard en omvang van de problematiek.
Met deze brief beantwoord ik deze vragen mede namens mijn collega de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst.
Gepauzeerde terugvorderingen toeslagschulden i.c.m. belastingschulden
Graag licht ik hieronder verder toe hoeveel burgers een betalingsregeling ontvangen in het kader van de opstart en daarnaast belastingschulden hebben. Dit gaat om in totaal 182.565 burgers (op peildatum 7 juli 2022). Hun schuld bedraagt gemiddeld € 5.787,95 (exclusief invorderingskosten). Het gemiddelde voor openstaande (invorderings)kosten bedraagt € 250,41.
De belastingschulden uit overige vorderingen buiten de betalingsregeling van de opstart bestaan uit in totaal 679.665 aanslagen voor de bovengenoemde 182.565 burgers. Een burger kan echter meerdere aanslagen hebben voor één of meerdere belastingsoort(en). Hierdoor komt het totaal aantal burgers opgeteld per belastingsoort hoger te liggen, namelijk 298.476 (zie onderstaande tabel).
De tabel hieronder geeft meer informatie over de toeslag- en belastingschulden uit overige vorderingen buiten de betalingsregeling van de opstart. Het totaalbedrag aan openstaande schulden uit overige vorderingen buiten de betalingsregeling van de opstart is hierbij € 1.056.676.481,– + € 45.716.716,– aan (invorderings)kosten, totaal € 1.102.393.198,–.
Huurtoeslag | 27.808 | 23.941 | 18.114.510 | 1.170 |
IB/pr. volksverz. | 146.895 | 86.282 | 521.737.365 | 16.268.851 |
Kindertoeslag/kgb | 17.529 | 15.301 | 9.492.331 | 1.040 |
Kinderopvang | 17.553 | 14.949 | 33.043.786 | 696 |
Loonheffingen | 30.093 | 3.186 | 57.671.066 | 2.205.402 |
Motorr. bel. | 211.764 | 43.581 | 40.339.560 | 9.864.013 |
Omzetbelasting | 93.760 | 26.218 | 264.416.262 | 13.406.906 |
Zorgtoeslag | 47.776 | 42.353 | 17.821.235 | 2.507 |
Bijdrage zvw | 85.289 | 41.753 | 80.109.234 | 3.783.452 |
Overig | 1.198 | 912 | 13.931.133 | 182.680 |
Totaal | 679.665 | 298.476 | 1.056.676.481 | 45.716.716 |
Peildatum: 7 juli 2022. |
Ik vertrouw erop de vragen van uw Kamer hiermee beantwoord te hebben.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries