Antwoord op vragen van het lid Van der Molen over het bericht 'Collegegeld hoeft misschien maar 67 euro te stijgen'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D48756, datum: 2022-11-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-790).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van zaak 2022Z20931:
- Gericht aan: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: H. van der Molen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
790
Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Collegegeld hoeft misschien maar 67 euro te stijgen» (ingezonden 3 november 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 21 november 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Collegegeld hoeft misschien maar 67 euro te stijgen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Op welke grond heeft u de berekening aangepast waardoor het collegegeld per 2023 met 105 euro stijgt in plaats van met 212 euro?
Antwoord 2
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.45, lid 6) schrijft voor dat het wettelijk collegegeld jaarlijks volgens de consumentenprijsindex (cpi) wordt geïndexeerd en dat de wijze waarop dat gebeurt bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald. In het Uitvoeringsbesluit WHW (artikel 2.2, lid 2) wordt de exacte wijze van indexatie op basis van de cpi bepaald.
Via het op 4 oktober 2022 in het Staatsblad gepubliceerde wijzigingsbesluit2 heb ik de wijze van indexatie van het wettelijk collegegeld aangepast zodat de indexatie van het wettelijk collegegeld niet langer wordt bepaald op basis van de procentuele wijziging over de maand april, voorafgaand aan de vaststelling van het wettelijk collegegeld (te weten: voor 1 november) ten opzichte van de maand april in het daaraan voorafgaande kalenderjaar, maar op basis van de gemiddelde procentuele wijziging die de consumentenprijsindex over de periode mei tot en met april, voorafgaand aan de vaststelling van de ministeriële regeling, heeft ondergaan ten opzichte van dezelfde periode in het daaraan voorafgaande jaar. De ministeriële regeling waarmee de hoogte van het wettelijk collegegeld 2023/2024 is vastgesteld is op 10 oktober 2022 in de Staatscourant gepubliceerd3.
De verwachting is dat, met de nieuwe berekeningswijze, de indexatiesystematiek minder gevoelig is voor incidentele pieken en dalen van de inflatie.
Vraag 3
Wat is de uiterlijke termijn waarop het collegegeld vastgesteld moet worden?
Antwoord 3
De uiterlijke termijn waarop het collegegeld vastgesteld moet worden is vóór 1 november voorafgaand aan het studiejaar waarvoor het aangepaste collegegeld zal gelden. Voor studiejaar 2023/2024 is dat 1 november 2022.
Vraag 4
Bent u bereid om, vooruitlopend op de aangepaste inflatieberekening van het CBS, het collegegeld minder te laten stijgen?
Antwoord 4
Het CBS heeft aangegeven te werken aan een nieuwe methode om de energieprijzen te berekenen waardoor de inflatie vermoedelijk lager uitkomt. Het CBS verwacht de nieuwe methode medio 2023 in te kunnen voeren. Het CBS geeft tevens aan dat de reeds gepubliceerde inflatiecijfers bij het moment van overstap naar de nieuwe methode niet worden aangepast.
De nieuwe methode om energieprijzen te berekenen heeft geen invloed op de hoogte van het wettelijk collegegeld voor studiejaar 2023/2024 omdat het collegegeld reeds is vastgesteld, de nieuwe methode naar verwachting pas medio 2023 wordt ingevoerd en de inflatiecijfers waarop het collegegeld 2023/2024 is gebaseerd niet met terugwerkende kracht zullen worden aangepast.
Het kabinet is bovendien van mening dat er met de herinvoering van de basisbeurs per 2023/2024 en de eenmalige verhoging van de basisbeurs van uitwonende studenten ter tegemoetkoming van de hogere kosten een gebalanceerd pakket ligt voor studenten.
Ik blijf de berichtgeving van het CBS over deze nieuwe berekeningswijze volgen. Indien na de invoering van de nieuwe berekeningsmethode besloten wordt om deze methode te volgen dan zal de aangepaste berekening op zijn vroegst gebruikt kunnen worden bij het bepalen van de hoogte van het collegegeld voor studiejaar 2024/2025.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Dassen (Volt), ingezonden 3 november 2022 (vraagnummer 2022Z20914).