[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van de leden Van der Lee en Nijboer over verhoging van het percentage naar 49,5%

Invoering van een tijdelijke solidariteitsbijdrage (Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage)

Amendement

Nummer: 2022D48979, datum: 2022-11-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36235-6).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36235 -6 Invoering van een tijdelijke solidariteitsbijdrage (Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage).

Onderdeel van zaak 2022Z22689:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 235 Invoering van een tijdelijke solidariteitsbijdrage (Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage)

Nr. 6 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER LEE EN NIJBOER

Ontvangen 21 november 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 4.1 wordt «33%» vervangen door «49,5%».

Toelichting

De tijdelijke solidariteitsbijdrage heft overwinsten behaald als gevolg van onvoorziene geopolitieke omstandigheden. Deze overwinsten zijn in die zin «onverdiend» dat de bijdrageplichtigen met hun ondernemerschap geen invloed hebben gehad op deze omstandigheden en de bijbehorende overwinsten.

De fiscaliteit is een weerspiegeling van wat wij belangrijk vinden. Vanuit dat oogpunt zou «onverdiend» inkomen ten minste even zwaar belast moeten worden als «verdiend» inkomen, maar in ieder geval niet lager. Indieners stellen daarom voor om de solidariteitsbijdrage te verhogen naar 49,5% in plaats van 33% van de overwinst, zodat deze niet lager is dan het toptarief in de inkomstenbelasting. Voor dat stukje inkomen is immers in de regel wel een meer evenredige tegenprestatie geleverd. Deze verhoging sluit aan bij de ruimte die de Europese verordening laat.1

De regering stelt dat bijdrageplichtigen reeds onderworpen zijn aan een serie van heffingen en afdrachten waardoor de Staat reeds zo’n 70% van de winsten uit olie- en gaswinning ontvangt.

Indieners zijn van mening dat dit bestaande effectieve ontvangstpercentage toeziet op regulier, «verdiend» inkomen, en naast heffingen deels ook op dividenden, en daarom los moet staan van de vraag hoe «onverdiend» inkomen belast zou moeten worden. Pas als deze typen bijdragen gescheiden worden, wordt immers een situatie bereikt waarin zowel ten aanzien van verdiend inkomen, dividenden, als onverdiend inkomen een proportionele bijdrage plaatsvindt. Omdat indieners van mening zijn dat «onverdiend» inkomen niet lager belast zou mogen worden dan «verdiend» inkomen, rechtvaardigt dit een marginaal tarief van in ieder geval 49,5%.

Door deze verhoging is de verwachte opbrengst van de solidariteitsbijdrage ongeveer € 4,9 miljard in plaats van € 3,2 miljard.


Van der Lee

Nijboer


  1. In de Mijnbouwwet zit een heffing (winstaandeel) van marginaal 50%, hetgeen qua tarief hoger is dan de 49,5% uit box 1. Dit percentage wordt echter enkel geheven bij een winstmarge van 100%. Indieners hebben er daarom voor gekozen qua tarief aan te sluiten bij het toptarief uit box 1.↩︎