[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Kops over het bericht ‘De Jonge: gemeenten moeten een ‘tandje erbij doen’ om statushouders aan een woning te helpen’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D49212, datum: 2022-11-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-815).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2022Z19819:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

815

Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «De Jonge: gemeenten moeten «een tandje erbij doen» om statushouders aan een woning te helpen» (ingezonden 19 oktober 2022).

Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen 22 november 2022).

Vraag 1

Dringt het wel tot u door dat

het woningtekort gigantisch is;

Nederlanders jarenlang op de wachtlijst moeten staan;

900.000 twintigers en dertigers noodgedwongen nog bij hun ouders wonen;

alleenstaande vrouwen met hun kinderen van camping naar camping trekken;

werkenden van ellende in hun auto moeten slapen;

het aantal daklozen explosief toeneemt?1

Antwoord 1

Ik ben mij er van bewust dat er op dit moment een groot tekort bestaat aan (betaalbare) woningen. Daarom heeft het kabinet besloten om tot en met 2030 900.000 woningen bij te bouwen, waarvan ten minste twee derde betaalbare huur- en koopwoningen. Ook zet het kabinet met het programma «Een thuis voor iedereen» in op voldoende betaalbare woningen voor alle aandachtsgroepen, met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg en begeleiding.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het te ziek voor woorden is dat statushouders (beter gezegd: gelukzoekers) ondertussen door u aan alle kanten worden gepamperd en in de watten gelegd?

Antwoord 2

Nee, ik deel deze mening niet. Ik kan mij daarnaast niet vinden in uw typering van statushouders die u in deze vraag en in overige vragen hanteert.

Vraag 3

Hoe legt u uit dat gelukzoekers nog altijd massaal mét voorrang een woning krijgen, maar Nederlanders niet?

Antwoord 3

Sinds 1 juli 2017 is de verplichte urgentiestatus van vergunninghouders uit de Huisvestingswet 2014 gehaald. Gemeenten kunnen zelf bepalen welke categorieën woningzoekenden zij als urgentiecategorie kunnen opnemen. Gemeenten maken op basis van de lokale woningmarkt en hun taakstelling een afweging om vergunninghouders als urgentiecategorie te huisvesten. Tijdige huisvesting is van groot belang voor vergunninghouders, omdat zij zo eerder kunnen integreren en participeren in de Nederlandse samenleving. Daarnaast wordt de druk op de opvang verlicht. Gemiddeld wordt de afgelopen jaren tussen de 5 á 10% van vrijkomende woningen uit de sociale woningvoorraad aan vergunninghouders toegewezen. In de tweede helft van 2022 kan dit percentage hoger liggen, omdat in bestuurlijke afspraken is vastgesteld dat in dit halfjaar 20.000 vergunninghouders gehuisvest worden om zo de asielopvang te ontlasten.

Vraag 4

Hoe legt u uit dat gelukzoekers een inboedelvergoeding krijgen om hun woning in te richten, maar Nederlanders niet?

Antwoord 4

Statushouders die voor het eerst een woning krijgen toegewezen beschikken veelal niet over meubels of andere huisraad. De uitkering (en toeslagen) die zij ontvangen zijn niet toereikend om deze (eenmalige) kosten te voldoen en de statushouder was ook nog niet in de gelegenheid om hiervoor middelen te reserveren. Daarom stellen gemeenten vaak een inrichtingskrediet beschikbaar vanuit de bijzondere bijstand. Dit kan een lening zijn – die moet worden terugbetaald – of een gift. Gemeenten hebben op dit gebied beleidsvrijheid. Er bestaan daarmee verschillen tussen gemeenten in de vorm en de hoogte van het bedrag. Dergelijke inrichtingskredieten kunnen uiteraard ook aan andere huishoudens beschikbaar worden gesteld die in vergelijkbare omstandigheden verkeren.

Vraag 5

Hoe legt u uit dat ongeveer het enige wat Nederlanders zonder dak boven hun hoofd nog krijgen, een doorverwijzing naar de daklozenopvang is?

Antwoord 5

Gemeenten kijken naar wat mensen die zich melden nodig hebben op verschillende leefgebieden. Dat is niet alleen een dak boven het hoofd, maar ook inkomen, school/werk en een netwerk om op terug te vallen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat Nederlanders – door u – in hun eigen land keihard worden gediscrimineerd ten gunste van gelukzoekers die hier niet thuishoren?

Antwoord 6

Nee, deze mening deel ik niet.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het motto «Nederlanders laatst, gelukzoekers eerst» u bijzonder goed past?

Antwoord 7

Nee, deze mening deel ik niet.

Vraag 8

Hoe kunt u Nederlandse woningzoekenden zo verraden door óók nog te stellen dat er een «een tandje bij moet om statushouders [gelukzoekers dus] aan een woning te helpen»?

Antwoord 8

Het is van groot belang vergunninghouders zo snel mogelijk te huisvesten na het verkrijgen van hun verblijfsvergunning. Op deze manier kunnen vergunninghouders beginnen aan participatie en integratie in de Nederlandse samenleving. Daarnaast is de druk op de asielopvang op dit moment groot. Daarom is met medeoverheden afgesproken om in de tweede helft van 2022 20.000 vergunninghouders te huisvesten, om zo de opvang op korte termijn te ontlasten. Om deze reden heb ik gevraagd aan gemeenten om «een tandje er bij te doen» om statushouders te helpen aan een woning, omdat deze additionele opgave een extra inspanning van gemeenten vraagt. Deze extra inzet vormt een voorsprong op de taakstelling van de eerste helft van 2023.

Vraag 9

Waarom doet u er niet «een tandje erbij» om Nederlanders aan een woning te helpen, «een tandje erbij» om de wachtlijsten voor de Nederlanders weg te werken en «een tandje erbij» om al die Nederlandse gezinnen, alleenstaanden, jongeren en ouderen aan een dak boven hun hoofd te helpen?

Antwoord 9

Het volkshuisvestingsbeleid is erop gericht om te zorgen voor voldoende betaalbare woningen voor iedereen. De ambitie om 900.000 woningen te bouwen waarvan 250.000 sociale huurwoningen tot en met 2030 is meer dan «een tandje erbij». Het programma Een thuis voor iedereen richt zich op voldoende betaalbare woningen voor alle mensen die in een kwetsbare positie zitten, waaronder dakloze mensen, met daarbij benodigde zorg en ondersteuning. Het programma Wonen en zorg voor ouderen komt binnenkort uit.

Vraag 10

Waarom wilt u zó graag nóg meer gelukzoekers mét voorrang aan een woning helpen, met als gevolg dat Nederlandse woningzoekenden nóg langer moeten wachten?

Antwoord 10

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 3 en 8.

Vraag 11

Bent u ertoe bereid óók eens zoveel moeite te doen voor Nederlanders? Bent u trouwens de Minister voor Volkshuisvesting of de Minister voor Gratis Woningen voor Gelukzoekers?

Antwoord 11

Deze vraag en veel van de overige gestelde vragen zeggen vooral veel over de vragensteller.


  1. De Telegraaf, 16 oktober 2022, De Jonge: gemeenten moeten «een tandje erbij doen» om statushouders aan woning te helpen. Zie https://www.telegraaf.nl/nieuws/1895832607/de-jonge-gemeenten-moeten-een-tandje-erbij-doen-om-statushouders-aan-woning-te-helpen.↩︎