Lijst van vragen en antwoorden over het Meerjarenplan ILT 2023-2027 (Kamerstuk 36200-XII-5)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2022D49274, datum: 2022-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-XII-35).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. Meedendorp, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 XII-35 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2022Z22810:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-11-29 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-07 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-03-09 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023
Nr. 35 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 24 november 2022
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 20 september 2022 over het Meerjarenplan ILT 2023–2027 (Kamerstuk 36 200 XII, nr. 5).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 22 november 2022. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Meedendorp
Vraag 1
Hoeveel fte houdt zich bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bezig met de handhaving van de energiebesparingsplicht onder de Wet milieubeheer?
Antwoord
Het bevoegd gezag voor handhaving van de energiebesparingsplicht onder de Wet milieubeheer ligt in de basis bij gemeenten en provincies. In afwijking hiervan is de ILT het bevoegd gezag voor een deel van de defensieobjecten. De inzet van de ILT op de energiebesparingsplicht bij defensie is marginaal, omdat er sprake is van een relatief beperkt maatschappelijk risico ten opzicht van andere risico’s.
Vraag 2
Is de ILT voorbereid op een intensivering van toezicht houden de komende jaren, in het licht van de ambities van het kabinet om in te zetten op meer elektrische auto's, wat een toename aan lithiumbatterijen zal veroorzaken?
Antwoord
De ILT houdt vanuit meerdere invalshoeken toezicht op lithiumbatterijen, waaronder toezicht op het vervoer van lithiumbatterijen als gevaarlijke stof over weg, spoor en water en door de lucht en toezicht op de juiste verwerking van lithiumbatterijen als afval. Onjuist vervoer of onjuiste verwerking van batterijen en accu’s als afval kan risico’s voor mens en milieu met zich meebrengen. Het gebruik van lithiumbatterijen neemt toe en niet alleen door meer elektrische auto’s. De ILT besteedt al extra aandacht aan lithiumbatterijen en zij verwacht dat het toezicht de komende jaren verder geïntensiveerd moet worden. De regelgeving voor vervoer van gevaarlijke stoffen en voor afval is niet van toepassing op lithiumbatterijen ten behoeve van de aandrijving van elektrische auto’s in de «gebruiksfase». De ILT kan in deze fase dan ook geen toezicht houden.
Vraag 3
Hoeveel personele capaciteit is er beschikbaar voor het toezicht op de gezondheidsschade die de uitstoot van ultrafijnstof/jetblasts veroorzaakt voor platformmedewerkers op Schiphol en andere luchthavens?
Antwoord
De ILT heeft in de publicatie «Staat van Schiphol» aangegeven dat er nog geen norm bestaat voor (ultra)fijnstof-concentraties. De ILT kan daarom wel signaleren, maar niet handhavend optreden. Momenteel wordt er geen inzet specifiek gericht op ultrafijnstof gepleegd, maar wel op andere aspecten van duurzaamheid en emissies. De Nederlandse Arbeidsinspectie ziet toe op de naleving door de sector van arbeidsveiligheidsregels.
Vraag 4
Wordt de capaciteit voor toezicht op mogelijke gezondheidsschade als gevolg van ultrafijnstof op en rondom luchthavens uitgebreid nu steeds meer bekend wordt over de risico's die hieraan zijn verbonden?
Antwoord
De capaciteit voor het toezicht op duurzaamheid en emissies – waar ultrafijnstof onderdeel van uitmaakt – met betrekking tot luchthavens wordt komend jaar uitgebreid. De ILT is een onderzoek gestart naar het gebruik van de auxiliary power unit (APU), de hulpmotor van het vliegtuig, onder meer vanwege de uitstoot van fijnstof.
Vraag 5
Hoe verloopt de uitrol van duurzaam dan wel elektrisch taxiën op Schiphol en op welke wijze is de ILT hierbij betrokken?
Antwoord
Schiphol heeft in 2020 proeven gedaan met een zogenaamde TaxiBot. Dit is een vliegtuigtrekker die vanuit de cockpit van een gesleept vliegtuig bestuurd kan worden. De TaxiBot is diesel-elektrisch voortgedreven. Schiphol is voornemens om hiermee een hiermee nieuwe pilot te starten. Het doel van de nieuwe pilot is te onderzoeken in welke mate TaxiBots in de toekomst kunnen worden ingezet om de uitstoot van vliegtuigmotoren tijdens het taxiën te reduceren. De betrokkenheid van ILT is dat het toepassen van systemen voor het taxiën door de ILT op veiligheid vooraf wordt gecontroleerd.