Amendement van de leden Paul en Van Meenen over middelen voor begaafde leerlingen
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Amendement
Nummer: 2022D49376, datum: 2022-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-VIII-53).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 VIII-53 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2022Z22840:
- Indiener: M.L.J. Paul, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Nr. 53 AMENDEMENT VAN DE LEDEN PAUL EN VAN MEENEN
Ontvangen 23 november 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 01 Primair onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 9.500 (x € 1.000).
II
In artikel 03 Voortgezet onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 9.500 (x € 1.000).
Toelichting
Ongeveer een derde van de thuiszitters in Nederland is hoogbegaafd. Daarmee zijn er ongeveer 5.000 hoogbegaafde leerlingen die niet naar school gaan. Hoogbegaafde leerlingen vallen vaak uit omdat het onderwijs niet aansluit op hun leerbehoefte. Een voltijd hoogbegaafdheidsvoorziening voor leerlingen in het primair onderwijs kan uitkomst bieden voor een groot deel van deze groep. Uit het naar de Tweede Kamer verzonden rapport van Loek Zonneberg1 blijkt dat ongeveer 90 procent van de leerlingen op een voltijd-HB-school uit noodzaak is overgestapt vanuit het reguliere primaire onderwijs, dat meer dan 90 procent van de leerlingen na overstap een sterke verbetering ondervond van hun leerproblemen en hun welzijn en dat ongeveer 45 procent geen verdere zorgondersteuning meer nodig had na overstap. Als gevolg van onvoldoende middelen zijn afgelopen jaar in ieder geval negen voltijd hoogbegaafdheidsvoorzieningen gestopt.
Dit amendement voorziet in de instandhouding van de huidige voltijd hoogbegaafdheidsvoorzieningen door € 9,5 miljoen incidenteel toe te voegen aan de middelen voor begaafde leerlingen. Daarin wordt verwacht dat samenwerkingsverbanden de middelen voor 50 procent co-financieren en dat de middelen uitsluitend gebruikt mogen worden voor voltijd hoogbegaafdheidsvoorzieningen. Dit amendement zorgt voor incidentele middelen. Vanaf 2024 zijn er middelen beschikbaar vanuit het coalitieakkoord voor hoogbegaafdheid, waardoor ook structureel voltijd hoogbegaafdheidsonderwijs beter geborgd wordt.
De dekking voor dit amendement wordt gevonden in de aflopende regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv vo, waardoor in 2023 € 9,5 miljoen vrijvalt. Het doel van deze regeling blijft behouden, omdat met voltijd hoogbegaafdheidsvoorzieningen schooluitval op een eerder moment in de schoolcarrière kan worden voorkomen.
Paul
Van Meenen
Eindrapport «Situatieanalyse voltijd primair onderwijs (PO) voor hoogbegaafden (HB) in Nederland» d.d. 10 februari 2022.↩︎