[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Handhaving natuur- en milieuwetgeving in Carbisch Nederland

Ecologische hoofdstructuur

Brief regering

Nummer: 2022D49447, datum: 2022-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30825-221).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30825 -221 Ecologische hoofdstructuur.

Onderdeel van zaak 2022Z22890:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

30 825 Ecologische hoofdstructuur

Nr. 221 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2022

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Natuur en Stikstof en de Staatssecretarissen van Infrastructuur en Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, over de voortgang van de aanbevelingen uit het rapport van de Raad voor de Rechtshandhaving (hierna: de Raad) ten aanzien van de handhaving van de natuur- en milieuwetgeving in Caribisch Nederland. Dit naar aanleiding van de toezegging van mijn voorganger in zijn beleidsreactie van 2 december 2020 om uw Kamer hierover nader te informeren.1

In de beleidsreactie is uiteengezet wat de conclusie van het rapport is: dat er op het natuur- en milieuterrein weinig aan rechtshandhaving werd gedaan in Caribisch Nederland. Er moest en moet nog steeds veel werk worden verricht op dit domein, maar er is mede naar aanleiding van het rapport ook al het nodige verbeterd in Caribisch Nederland op het gebied van de handhaving van natuur- en milieuwetgeving. Deze verbeteringen worden hieronder uiteengezet.

Beleidsplannen

In 2020 is het natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030 vastgesteld. In dit beleidsplan zijn strategische lange-termijndoelen gesteld. Deze doelen bepalen het natuur- en milieubeleid in Caribisch Nederland voor de periode 2020–2030.

Om deze doelstellingen te kunnen realiseren, moeten lokale uitvoeringsagenda’s worden vastgesteld en moeten de benodigde bestuursstructuren, wet- en regelgeving en handhaving op verschillende terreinen van natuur, milieu en ruimtelijke ordening worden verbeterd. Het is aan de eilandbesturen om deze lokale uitvoeringsagenda’s vast te stellen.

De eilandbesturen van Sint-Eustatius en Saba hebben de lokale uitvoeringsagenda’s voor het natuur- en milieubeleidsplan vastgesteld.

Het bestuur van Bonaire heeft aangegeven deze binnenkort aan de eilandraad ter vaststelling aan te bieden. Het bestuur van Bonaire heeft tevens een uitvoeringsprogramma toezicht en handhaving vastgesteld.

In dit programma worden de volgende prioriteiten voorgesteld:

1. Duurzame kustbebouwing;

2. Illegale stort en zwerfafval;

3. Illegale diabaas (bros vulkanische gesteente) afgravingen;

4. Implementatie van milieuregels voor bedrijven;

5. Voedselveiligheid.

Via de uitvoeringsprogramma’s wordt per eiland maatwerk geleverd. Het Rijk verleent ondersteuning bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma toezicht en handhaving, maar heeft ook eigen verantwoordelijkheden. Bijvoorbeeld het coördineren van de inzet van bestuursorganen op grond van de Wet Vrom BES.

Duurzame kustbebouwing

Met de prioriteit «duurzame kustbebouwing» wordt extra inzet beoogd als het gaat om het reguleren van bouwprojecten in de kuststrook van Bonaire. Hiertoe richt het bestuur een taskforce in waarmee het traject van vergunningverlening, toezicht en handhaving wordt verbeterd. Het betreft hier hoofdzakelijk de thema’s natuur, milieu en ruimtelijke ordening; bijvoorbeeld natuur-, bouw- en aanlegvergunningen en de naleving van de hieraan verbonden voorschriften.

Uw Kamer heeft verschillende malen vragen gesteld over dit onderwerp, in het bijzonder over de naleving van regels met betrekking tot het «Chogogo beach resort en overige kustbebouwing». Vier sets Kamervragen zijn bij Kamerbrief van 14 maart 20222, 20 mei 20223, 5 september 20224 en oktober 20225 beantwoord. Voor een nadere toelichting op het functioneren van het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving en de inzet van het rijk inzake het onderwerp «kustbebouwing» verwijs ik u naar deze brieven.

Modernisering wetgeving

Conform de aanbevelingen in het rapport van de Raad wordt wetgeving gemoderniseerd en geïmplementeerd. Het inrichtingen- en activiteitenbesluit BES (hierna: IAB) treedt naar verwachting op 1 april 2023 in werking. Op grond van het IAB worden bestaande hinderverordeningen vervangen door algemene regels voor bedrijven. Hiermee worden de administratieve lasten voor besturen en ondernemers verlicht. Het bevoegd gezag moet bepalen of bouwplannen voldoen aan deze algemene regels en moet, in het kader van toezicht en handhaving, toezien op de naleving ervan.

De nadruk komt daarmee te liggen op toezicht en handhaving. Met de komst van deze AMvB gaan er ook kwaliteitseisen gesteld worden aan het niveau van toezicht en handhaving door de bestuursorganen. Genoemde wetgeving vormt tevens de basis voor het Coördinatieoverleg Handhaving. In dit overleg stemmen de handhavingspartners af over hun inzet en maken ze concrete afspraken over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan kwaliteitseisen.

Het ontwikkelingsprogramma

De Wet grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning BES bevat de verplichting tot het vaststellen van een ruimtelijk ontwikkelingsprogramma. Een dergelijk programma bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid en ziet op belangen die het lokale niveau (vaak) overstijgen, zoals natuur en milieu en het behoud van een gezonde leefomgeving. Bij het opstellen van de eilandelijke ontwikkelingsplannen dient daarmee rekening te worden gehouden. De Minister van VRO is momenteel bezig met de voorbereiding van een ruimtelijk ontwikkelingsprogramma. Dit programma wordt in de eerste helft van 2023 vastgesteld.

Strafrechtelijke handhaving

Zoals reeds aan uw Kamer gemeld, zijn OM BES en het Korps Politie Caribisch Nederland bezig hun aandacht voor het natuur- en milieudomein te verscherpen. Er wordt meer op de natuur- en milieuwet- en regelgeving gehandhaafd door de Buitengewoon agenten van politie. In het afgelopen jaar zijn er op Bonaire meer processen-verbaal uitgeschreven door de Stichting Nationale Parken Bonaire (hierna: Stinapa) dan in de jaren ervoor. In 2020 waren er vier processen-verbaal uitgeschreven en in 2021 is dit gestegen naar 14.

Bij het OM BES is er inmiddels een vaste parketsecretaris die portefeuillehouder is voor Stinapa. Zo is er een duidelijk aanspreekpunt voor deze zaken, daarmee is er meer aandacht voor de kwaliteit van deze specifieke zaken. De communicatie tussen het OM BES en de handhavers verloopt daardoor goed. Het OM BES constateert dat er door dit contact een stijgende lijn is te zien in de kwaliteit van de processen-verbaal en dus in de zaken van OM BES op dit terrein.

Bestuurlijke afspraken

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering hebben Caribisch Nederland in juni bezocht. Tijdens dat bezoek zijn met elk van de openbare lichamen bestuurlijke afspraken getekend, waarin ruimtelijke ordening en toezicht en handhaving bijzondere aandacht krijgen. In een brief van de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering die binnenkort naar de Kamer wordt gestuurd, wordt uitgebreider op deze bestuurlijke afspraken ingegaan.

Tot slot

Deze brief komt later dan toegezegd. Dit heeft deels te maken met de afstemming die nodig was met de andere departementen en de lokale besturen van het Caribisch deel van Nederland. Daarnaast is in verband met de beantwoording van Kamervragen gewacht op de beantwoording van een aantal technische vragen door het bestuurscollege van Bonaire over de kwaliteit van de handhaving.

Los hiervan heeft dit enige tijd stilgelegen in verband met capaciteitsgebrek. Dit capaciteitsgebrek is inmiddels opgelost.

De eerste stappen vooruit zijn inmiddels gezet en daar zien wij nu de resultaten van. Als iedere organisatie deze inzet op het natuur- en milieudomein blijft tonen, zijn er wanneer de Raad over een aantal jaren haar reviewonderzoek doet en de evaluatie van het natuur- en milieubeleidsplan voor de eerste fase (2020–2024) in 2025 plaatsvindt nog veel meer stappen gezet naar een verbeterde inzet op het natuur- en milieudomein.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius


  1. Kamerstuk 30 825, nr. 220.↩︎

  2. Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2051.↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2811.↩︎

  4. Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3838.↩︎

  5. Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 441.↩︎