Reactie op verzoek commissie over geheimhouding stukken Bijlmerramp 1992
Vliegramp Bijlmermeer
Brief regering
Nummer: 2022D49545, datum: 2022-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22861-37).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 22861 -37 Vliegramp Bijlmermeer.
Onderdeel van zaak 2022Z22921:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-11-29 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-08 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-01-25 14:00: Geheimhouding stukken Bijlmerramp 1992 (TK 22861-37) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-04-13 11:35: Tweeminutendebat Geheimhouding stukken Bijlmerramp 1992 (22861-39) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2023-04-20 13:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
22 861 Vliegramp Bijlmermeer
Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2022
Op 11 oktober 2022 heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken een burgerbrief ontvangen van (vanwege privacy verder aangeduid met JMM) met de vraag waarom de stukken gerelateerd aan de Bijlmerramp pas over 70 jaar openbaar worden gemaakt. Uw Kamer heeft een reactie op deze brief verzocht.
Gelet op de verschillende verantwoordelijkheden met betrekking tot archiefstukken van ongevalsonderzoeken met burgerluchtvaartuigen, destijds onder de verantwoordelijk van de Rijksluchtvaartdienst onderdeel van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mij gevraagd te reageren op deze brief. In deze brief geef ik antwoord op vraag. Ik verzoek u deze brief door te sturen naar JMM.
De bedoelde stukken van de Rijksluchtvaartdienst maken over het algemeen deel uit van onderzoek dat op grond van Bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago voor de internationale burgerluchtvaartorganisatie naar luchtvaartongevallen wordt gedaan. Op grond van deze bijlage zijn rapporten en onderliggende stukken van (voor)onderzoeken naar ongevallen met burgerluchtvaartuigen slechts beperkt openbaar. Dit vloeit voort uit het doel van het onderzoek: veiligheidslessen trekken uit ongevallen ter voorkoming van soortgelijke ongevallen. Om de medewerking van betrokkenen, zoals getuigen, aan onderzoek blijvend te verzekeren is de openbaarmaking van onderzoeksgegevens begrensd.
De archieven van de Rijksluchtvaartdienst, waaronder de documenten over de Bijlmerramp, zijn bij Verklaring van overbrenging van 18 mei 2010 overgedragen aan het Nationaal Archief. Een besluit over de openbaarheid van de archieven wordt daarom op grond van de Archiefwet onder verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen genomen. Dit gebeurt in overleg met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Op grond van de Archiefwet moet de oorspronkelijke zorgdrager van archieven, in dit geval de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij het beperken van de openbaarheid een maximale termijn bepalen voor de beperking van de openbaarheid. Deze termijn is gesteld op 75 jaar na de afronding van het ongevalsonderzoek.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen houdt bij een eventueel verzoek om de archieven openbaar te maken rekening met deze termijn, die begint te lopen vanaf het moment waarop het onderzoek naar een ongeval is afgerond. In het geval van de Bijlmerramp was dit in 1994.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers