Amendement van de leden Paul en Van Meenen ter vervanging van nr. 53 over middelen voor begaafde leerlingen
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2022D49879, datum: 2022-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-VIII-61).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 VIII-61 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2022Z23107:
- Indiener: M.L.J. Paul, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2022-12-08 15:05: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle begrotingen en over moties ingediend bij het Tweeminutendebat Landbouw- en visserijraad 11 en 12 december 2022) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Nr. 61 AMENDEMENT VAN DE LEDEN PAUL EN VAN MEENEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 531
Ontvangen 24 november 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 01 Primair onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 9.500 (x € 1.000).
II
In artikel 03 Voortgezet onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 9.500 (x € 1.000).
Toelichting
Ongeveer een derde van de thuiszitters in Nederland is hoogbegaafd. Daarmee zijn er ongeveer 5000 hoogbegaafde leerlingen die niet naar school gaan. Hoogbegaafde leerlingen vallen vaak uit omdat het onderwijs niet aansluit op hun leerbehoefte. Een voltijd hoogbegaafdheidsvoorziening voor leerlingen in het primair onderwijs kan uitkomst bieden voor een groot deel van deze groep. Uit het naar de Tweede Kamer verzonden rapport van Loek Zonneberg2 blijkt dat ongeveer 90 procent van de leerlingen op een voltijd-HB-school uit noodzaak is overgestapt vanuit het reguliere primaire onderwijs, dat meer dan 90 procent van de leerlingen na overstap een sterke verbetering ondervond van hun leerproblemen en hun welzijn en dat ongeveer 45 procent geen verdere zorgondersteuning meer nodig had na overstap. Als gevolg van onvoldoende middelen zijn afgelopen jaar in ieder geval negen voltijd hoogbegaafdheidsvoorzieningen gestopt.
Dit amendement voorziet in middelen, om hoogbegaafdheidsvoorzieningen te versterken door € 9,5 miljoen incidenteel toe te voegen aan de middelen voor begaafde leerlingen. Daarin wordt verwacht dat samenwerkingsverbanden de middelen voor een gelijkwaardig percentage co-financieren en dat in een nieuwe regeling wordt toegewerkt naar een subsidieregeling waarin het voltijd hoogbegaafdheidsonderwijs wordt geborgd en versterkt. Dit amendement zorgt voor incidentele middelen. Vanaf 2024 zijn er middelen beschikbaar vanuit het coalitieakkoord voor hoogbegaafdheid, waardoor ook structureel voltijd hoogbegaafdheidsonderwijs beter geborgd wordt.
De dekking voor dit amendement wordt gevonden in de aflopende regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv vo, waardoor in 2023 € 9,5 miljoen vrijvalt. Het doel van deze regeling blijft behouden, omdat met voltijd hoogbegaafdheidsvoorzieningen schooluitval op een eerder moment in de schoolcarrière kan worden voorkomen.
Paul
Van Meenen