Motie van het lid Van der Molen over in de februaribrief reageren op oplossingen inzake internationale studenten
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Motie
Nummer: 2022D49948, datum: 2022-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-VIII-101).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. van der Molen, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 VIII-101 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2022Z23157:
- Indiener: H. van der Molen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2022-11-24 16:15: Aansluitend: Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (36200-VIII) (antwoord 1e termijn + rest) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2022-11-29 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Nr. 101 MOTIE VAN HET LID VAN DER MOLEN
Voorgesteld 24 november 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in de WHW staat dat Nederlands de voertaal in het hoger onderwijs is en deze wettelijke bepaling niet gehandhaafd wordt, terwijl juist tweetalig onderwijs internationale studenten de kans biedt om het Nederlands te leren;
overwegende dat, als we zouden stoppen met volledig Engelstalige bacheloropleidingen, dit volgens het CPB 150 miljoen structureel oplevert en dit terug kan vloeien naar die instellingen die het aantal studenten weet te vergroten dat na afstuderen nog in Nederland werkt;
overwegende dat een numerus fixus voor Engelstalige masterstudies met centrale afspraken ervoor kan zorgen dat de instroom gereguleerd kan worden, waarbij de toegestane instroom in studies voor tekortsectoren groter zou mogen zijn en instellingen in krimpregio's een hogere vaste voet in hun financiering zouden kunnen krijgen;
overwegende dat, indien onderwijsinstellingen direct verantwoordelijk zijn voor de huisvesting van internationale studenten, dit een beheerste werving van internationale studenten in de hand kan werken;
verzoekt de regering om uitgebreid op de voorgaande vier oplossingen te reageren in de brief die in februari naar de Kamer zal komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Molen