[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Kabinetsappreciatie Commissie Werkprogramma 2023

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2022D50201, datum: 2022-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3573).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3573 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2022Z23275:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3573 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2022

Op 18 oktober jl. heeft de Europese Commissie (hierna Commissie) haar werkprogramma voor 2023 gepubliceerd onder de titel «een Unie die standvastig en verenigd is» (zie bijlage 1 voor de mededeling en bijlage 2 voor de annexen).

In dit werkprogramma kondigt de Commissie 51 nieuwe initiatieven aan, samengebracht in 43 beleidsdoelstellingen die binnen haar zes prioriteiten1 vallen (zie bijlage 2: Annex I en II).

Zoals gebruikelijk zullen beide Kamers der Staten-Generaal op basis van deze kabinetsappreciatie van de voornemens van de Commissie hun eigen Europese prioriteiten bepalen. De prioriteiten zijn richtinggevend voor de communicatie tussen het kabinet en het parlement over de Nederlandse inbreng in de besluitvorming van de Europese Unie.

Na een algemene inleiding geeft deze appreciatie korte beschrijvingen van de nieuwe plannen die de Commissie in de mededeling benoemt. Na publicatie van de aangekondigde voorstellen zal uw Kamer zoals gebruikelijk worden geïnformeerd middels fiches opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC-fiches). Een uitgebreidere analyse van de visie van de Commissie op de uitdagingen waar de Europese Unie voor staat en die tevens ten grondslag ligt aan de onderhavige initiatieven en voorstellen, zal uw Kamer in de Staat van de Unie 2023 toekomen.

Dit Commissiewerkprogramma (hierna CWP) is het derde van Commissie Von der Leyen. Het programma sluit aan bij eerder aangegane politieke inzet gedurende het mandaat van deze Commissie en bevat een concreet actieplan voor wetgevings- en beleidsinitiatieven die de Commissie in 2023 uitgebracht wil hebben. Dit werkprogramma bevat daarmee onder meer een uitwerking van de reeds ingezette lijn op gebieden als de Green Deal en digitalisering. Annex I van bijlage 2 bevat de nieuwe voorstellen voor 2023, annex III van bijlage 2 de prioritaire lopende voorstellen, zoals onder meer de voorstellen uit het asiel- en migratiepact. Door middel van de aankondiging van nieuwe voorstellen beoogt de Commissie vooruit te kijken welke prioriteiten voor de toekomst dienen te worden gesteld.

Inleiding «een Unie die standvastig en verenigd is»

De oorlog in Oekraïne vormt de achtergrond voor het opstellen van CWP 2023. Daarbij onderstreept de Commissie een aantal uitgangspunten. Ten eerste dat uitdagingen van een dergelijke omvang alleen collectief kunnen worden aangepakt als één Unie. Ten tweede dat de radicale transformatie die aan het begin van het Commissiemandaat is aangekondigd, versneld moet worden, of het nu gaat om het aanpakken van de klimaat- en natuurcrises, het veerkrachtiger maken van de economieën en democratieën, het concurrerender maken van de industrieën, het eerlijker maken van de samenlevingen of het versterken van de geopolitieke status van de EU. Het derde uitgangspunt houdt in dat deze crises niet met een business as usual benadering kunnen worden aangepakt. Het is noodzakelijk snel te reageren en te anticiperen op toekomstige uitdagingen.

Daarnaast belicht de Commissie de Europese energiemarkt en geeft aan dat Europa een moeilijke winter staat te wachten, maar dankzij de gasopslagverordening is 91% van de opslagcapaciteit van de EU gevuld. Ook heeft de Commissie noodmaatregelen voor interventies op de energiemarkt opgesteld. Op deze manier beoogt de Commissie prijsstijgingen aan te pakken en de energietransitie te blijven versnellen.

Verder gaat de Commissie in op de stappen die al zijn gezet om de gevolgen van klimaatverandering aan te pakken, de digitale transitie verder te brengen en aandacht te geven aan sociaal Europa en het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten. Ook wijst de Commissie op haar inzet om de mondiale leidersrol van de EU te versterken, bijvoorbeeld door het actualiseren van de maritieme veiligheidsstrategie en het sanctie-instrumentarium. Daarnaast dienen de sancties doeltreffend te worden gehandhaafd zodat er krachtig economische druk op Rusland uitgeoefend blijft worden. Aan Oekraïne blijft politieke, financiële en humanitaire hulp geboden en de EU staat klaar om de toekomstige wederopbouw van het land te ondersteunen. In het kader van de Europese Vredesfaciliteit heeft de EU 3,1 miljard EUR aan militaire steun ter beschikking gesteld. De Commissie geeft tevens aan de ondersteuning van de (potentiële) kandidaat-lidstaten, alsmede de Zuidelijke en Oostelijke Partnerschap landen, voort te zetten.

Het werkprogramma van dit jaar is het eerste sinds de afronding van de Conferentie over de Toekomst van Europa (CFE). Veel van de belangrijke initiatieven die worden genoemd in het CWP vormen een vervolg op de voorstellen die tijdens de Conferentie zijn benoemd. Daarnaast zullen in lijn met de CFE burgerpanels betrokken worden bij de beleidsvorming van de Commissie op het gebied van de voorgenomen initiatieven t.a.v. voedselverspilling, leermobiliteit en virtual worlds (metaverse2).

De Commissie wijst op nieuwe wetgevingsinitiatieven en herzieningen van bestaande wetgeving in aansluiting op de zes prioriteiten die de Commissie Von der Leyen bij haar aantreden heeft geformuleerd. De prioriteiten van het kabinet – migratie, veiligheid, economie (inclusief de digitale transitie), klimaat, Europa in de wereld en een goed functionerende Europese Unie – zijn opgenomen in de Strategische Agenda voor 2019–2024 van de Europese Raad uit juni 2019 en vervolgens weerspiegeld in de agenda van de Commissie. Het kabinet verwelkomt dat de voorstellen van de Commissie in zeer grote mate aansluiten bij de uitvoering van de Strategische Agenda.

Hieronder volgt de inzet van de Commissie en een korte kabinetsappreciatie per prioriteit, te weten:

1. De Europese Green Deal;

2. Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk;

3. Een economie die werkt voor de mensen;

4. Een sterker Europa in de wereld;

5. Bevordering van onze Europese levenswijze;

6. Een nieuwe impuls voor Europese democratie.

Appreciatie per prioriteit

1. De Europese Green Deal

De Commissie benoemt dat de effecten van klimaatverandering steeds zichtbaarder worden en een versnelling van de groene transitie daarmee essentieel is. Het kabinet onderschrijft deze ambitie. Tegelijkertijd vindt deze discussie plaats in een periode van geopolitieke spanningen, waarbij het afgelopen jaar is gebleken dat de crisis op de gasmarkt heeft geleid tot excessen in de prijsvorming op de elektriciteitsmarkt en daarmee tot hoge prijzen van de basisbehoefte energie. In dat licht is de Commissie voornemens om begin volgend jaar een herziening van de regels voor de interne markt voor elektriciteit te presenteren. Hoewel het kabinet geen noodzaak ziet in het direct ingrijpen in de markt door middel van korte termijn prijsinterventies, steunt het kabinet het plan van de Commissie om te analyseren hoe de elektriciteitsmarkt structureel beter kan functioneren en welke hervormingen hiervoor noodzakelijk zijn. Nederland heeft in Europees verband al eerder gepleit voor verbetering van randvoorwaarden als interconnectiviteit tussen lidstaten om de markt beter te laten functioneren.

Daarnaast heeft de Commissie het voornemen een Europese waterstofbank te presenteren in de tweede helft van 2023. Het kabinet kijkt met interesse uit naar dit voorstel. De waterstofbank lijkt een instrument te worden dat als doel heeft de Europese en mondiale markt voor hernieuwbare waterstof op gang te brengen. In de basis is het kabinet positief over de ontwikkeling van een EU-initiatief, omdat het een extra impuls kan geven aan de ontwikkeling van de waterstofmarkt en in potentie een goede aanvulling kan bieden op nationaal beleid.

Ondanks de beperkt ingestoken herziening van de Kaderrichtlijn afvalstoffen verwelkomt het kabinet de aangekondigde acties van de Commissie op het gebied van het tegengaan van voedselverspilling en het bevorderen van circulair textiel. De Europese Commissie is voornemens om uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel te implementeren onder deze herziening. Momenteel is Nederland al bezig met de invoering van een dergelijke UPV op textiel en om een gelijk speelveld te creëren is het van belang dat er ook een ambitieuze UPV op textiel op Europees niveau wordt ingevoerd. Hoewel in het voorstel ingezet wordt op het verminderen van textielafval zou het kabinet ook graag zien dat er wordt ingezet op preventie.

De elementen in het voorstel voor het tegengaan van voedselverspilling sluiten aan op de doelstelling waaraan het kabinet zich heeft gecommitteerd om de voedselverspilling te halveren in 2030 ten opzichte van 2015. Het kabinet wijst wel nog op andere al lopende EU-trajecten gericht op het tegengaan van voedselverspilling en het belang van het borgen van samenhang hiermee. Zo is in de Europese Green Deal er aandacht voor de doelstelling om voedselverspilling bij consumenten en winkels te halveren per 2030. In dit kader heeft de Commissie een aantal beleidsmaatregelen en instrumenten om voedselverlies en -verspilling tegen te gaan voorgesteld; het actieplan voor de circulaire economie en de Boer tot Bord-strategie. Onderdeel van deze strategie is het voorstel tot een Kaderverordening Duurzame Voedselsystemen, die moet leiden tot een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem en waarbij industrie, retailers, handelsbedrijven, investeerders en consumenten expliciet betrokken wordt.

Het kabinet staat positief tegenover de herziening van de EU-dierenwelzijnswetgeving, die kansen biedt om de wet- en regelgeving te verbeteren en het wettelijk vereiste dierenwelzijnsniveau in de EU te verhogen. De Nederlandse inzet tot dusver is samengevat te vinden in de Verzamelbrief dierenwelzijn van 14 april 20223.

De Commissie is van plan om in het tweede kwartaal van 2023 een wetgevingsvoorstel voor het gebruik van nieuwe veredelingstechnieken binnen de soortgrens te presenteren. Deze veredelingstechnieken kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie naar een weerbaar en duurzaam landbouwsysteem door bijvoorbeeld de versnelde veredeling van ziekteresistente gewassen. Het kabinet kijkt uit naar het aangekondigde voorstel omdat de bestaande richtlijn sterk verouderd is. Daardoor is het ingewikkeld om nieuwe genomische technieken toe te staan. Tegelijkertijd kunnen deze technieken bijdragen aan een duurzamer landbouwsysteem en aan voedselzekerheid.

De Commissie zal in 2023 voorstellen uitbrengen ter vergroening van het vrachtvervoer, waaronder een voorstel ter bevordering van het vervoer over het spoor. Het kabinet hecht hieraan belang als middel in de klimaattransitie en ter verbetering van de internationale bereikbaarheid.

Over het aangekondigde voorstel van de Commissie om de zakelijke vloot te vergroenen is nog weinig bekend. Het lijkt echter aan te sluiten bij de inzet van het kabinet waarbij onderzocht wordt in hoeverre bedrijven nationaal verplicht kunnen worden om de nieuwe instroom van hun nieuwe zakelijk gereden personenauto’s per 2025 100% emissievrij te laten zijn. Het sluit ook aan bij op werkgevers gerichte maatregelen die het kabinet onderzoekt en waar het kabinet reeds op inzet, zoals regelgeving voor het verduurzamen van werk-gebonden personenmobiliteit.

Het kabinet betreurt het besluit van de Commissie om de herziening van de wetgeving inzake de registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen (REACH) uit te stellen tot het vierde kwartaal in 2023. Door de vertraging wordt het moeilijker, zo niet onmogelijk, om de ambities uit de Europese Green Deal en de Chemische Strategie voor Duurzaamheid (CSS) voor 2030 en 2050 te realiseren. Het kabinet dringt er bij de Commissie op aan haar besluit te heroverwegen en de vertraging van de REACH-herziening te beperken tot maart 2023. Nederland blijft wel enthousiast over onderdelen van de herziening om EU-burgers en het milieu een hoog beschermingsniveau te kunnen blijven bieden en neemt actief deel aan de besprekingen over de nadere uitwerking ervan.

2. Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk

Het kabinet acht het positief dat de Commissie in haar werkplan een waardengedreven, mensgerichte, ethische, transparante en veilige digitale transitie centraal stelt, waarbij het versterken van de positie van burgers en bedrijven centraal staat door middel van het afronden van het bestaande wetgevingspakket en enkele nieuwe voorstellen. Dit vanwege het grote belang dat het kabinet zelf ook hecht aan een mensgerichte, veilige, inclusieve, open en kansrijke digitale samenleving voor alle Nederlanders en Europeanen waarin iedereen kan meedoen, er vertrouwen bestaat in de digitale wereld en iedereen regie heeft op eigen gegevens. Het kabinet is voorstander van een digitale transitie, waarin kansen worden gestimuleerd en omarmd op een manier waarmee publieke waarden veilig worden gesteld, het belang van experimenteren en opschalen naar voren komt en waar oog is voor implementeerbaarheid en uitvoerbaarheid van EU wet- en regelgeving.

De Commissie is voornemens om in het eerste kwartaal van 2023 EU-wetgeving inzake kritieke grondstoffen te presenteren om te zorgen voor een adequaat en gediversifieerd aanbod om Europa’s digitale en groene transitie te realiseren. Het kabinet steunt het afbouwen van ongewenste afhankelijkheden op het gebied van grondstoffen en kijkt uit naar het voorstel. Het kabinet vindt dat reductie van het gebruik van materiaal, en circulariteit een grote rol moeten spelen. Tegelijkertijd moet binnen Europa en met derde landen samenwerkingsverbanden verkend worden.

Daarnaast heeft de Commissie het voornemen om in het tweede kwartaal van 2023 een strategie te presenteren waarin handvatten worden voorgesteld voor de ontwikkeling van toekomstige open virtuele werelden – zoals metaverses – waarin de mens centraal moet staan. Het kabinet vindt het belangrijk dat immersieve technologieën zoals metaverses verder worden ontwikkeld om Europese innovatie te bevorderen, mits in overeenstemming met Europese waarden, grondrechten, en overige EU- wet- en regelgeving.

De Commissie zal een aanbeveling betreffende piraterij van live-inhoud voorstellen. De aanbeveling zal een instrumentarium bieden om het illegaal streamen van live-evenementen, met name sportevenementen, te bestrijden. Het kabinet hecht aan goede handhaving van het auteursrecht. Daarbij verwelkomt het kabinet dat het een niet-wetgevend initiatief betreft, gezien de uiteenlopende manieren waarop de handhaving in de diverse lidstaten is geregeld.

Het kabinet verwelkomt het initiatief van de Commissie om een Europese dataruimte voor mobiliteit te ontwikkelen. Dit voorstel bouwt voort op nationale dataruimten, waaronder ons nationale toegangspunt voor mobiliteitsdata en zorgt dat mobiliteitsdata ook op Europees niveau makkelijker vindbaar worden en uitgewisseld kunnen worden, dankzij de ontwikkeling van interoperabiliteitsmaatregelen. Deze data kunnen dan bijvoorbeeld ingezet worden in (multimodale) intelligente mobiliteitsdiensten. Ook zal de Commissie in het derde kwartaal van 2023 met een voorstel komen voor een regelgevend kader voor hyperloop ter voorbereiding op opkomende, snelle en koolstofarme vervoersoplossingen. Een regelgevend kader geeft duidelijkheid aan marktpartijen en kan zorgen voor een versnelling van de ontwikkeling. In Nederland is reeds een aantal partijen bezig met de certificering voor hyperloop. Het kabinet is voorstander van dit voorstel en heeft daar in het verleden al voor gepleit. Het kabinet zal inzetten op een kader dat voor betere samenwerking tussen partijen zorgt, door bijvoorbeeld op gemeenschappelijke standaarden aan te sturen.

De commissie wil in het eerste kwartaal 2023 een EU richtlijnvoorstel presenteren waarmee de verdere digitalisering van het ondernemingsrecht wordt beoogd. Het richtlijnvoorstel wil onder meer een regeling treffen voor de grensoverschrijdende digitale ontsluiting van handelsregistergegevens van ook andere ondernemingen dan alleen de met een vennootschap verbonden ondernemingen. Voorts wil de Commissie met het voorstel bereiken dat de betrouwbaarheid van de EU-breed te bevragen handelsregistergegevens verbetert. Het kabinet ondersteunt het voorstel van harte, omdat het bijdraagt aan het bieden van rechtszekerheid in het grensoverschrijdende economische verkeer. Bij de nadere uitwerking van het voorstel dat nog volgt, zal het kabinet inzetten op een geleidelijke aanpak met oog voor de uitvoeringslasten.

De Commissie beoogt om in het eerste kwartaal van 2023 een mededeling te publiceren over 30 jaar interne markt. De Commissie geeft in het CWP aan daarin de aanzienlijke voordelen te willen belichten, de lacunes qua implementatie in kaart te willen brengen en de noodzakelijke prioriteiten voor de toekomst te willen schetsen, ook in het kader van de open strategische autonomie4 van onze Unie. Het kabinet verwelkomt het initiatief van de Commissie en zou daarin graag nieuwe voorstellen voor concrete acties gepresenteerd zien. In het verlengde van de Nederlandse actieagenda voor de interne markt, zou het kabinet in EU-verband een offensieve benadering voor de interne markt verwelkomen, met hernieuwde politieke ambitie om ongerechtvaardigde barrières weg te nemen, Europese standaarden te versterken en een gelijk speelveld te waarborgen.

De Commissie is voornemens om in het tweede kwartaal van 2023 een octrooilicentiepakket te presenteren, bestaande uit i) wetgevende en niet-wetgevende voorstellen om het kader voor Standaard Essentiële Octrooien (SEP’s) te verduidelijken en ii) een wetgevend voorstel ten aanzien van dwanglicenties. Het kabinet onderschrijft het belang van een duidelijk kader voor SEP’s. Discussies over eerlijke, redelijke en niet-discriminerende (FRAND) licentievoorwaarden leiden nu vaak tot juridische geschillen. Voor met name het mkb en startups kan dit een afschrikwekkende werking hebben voor het aangaan van licentieonderhandelingen en een remmend effect hebben op de implementatie van gestandaardiseerde technologie in nieuwe producten en/of diensten. Tegelijkertijd moet de SEP-houder effectief kunnen optreden als de technologie wordt gebruikt zonder dat FRAND-voorwaarden overeengekomen zijn. Wat betreft de inzet van dwanglicenties is het kabinet, net als de Commissie, van mening dat dit middel alleen in laatste instantie en bij wijze van vangnet kan worden gebruikt. Het kabinet steunt het voornemen van de Commissie voor intensievere coördinatie van dwanglicenties, zodat verstorende effecten ten aanzien van innovaties en het handelsverkeer kunnen worden voorkomen.

De Commissie zal in het tweede kwartaal van 2023 een wetgevend voorstel publiceren over het screenen en registreren van asbest in gebouwen. Het kabinet kijkt uit naar de nadere uitwerking hiervan.

De Commissie is voornemens in het derde kwartaal van 2023 de richtlijn betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties aan te passen om de lasten voor het mkb te verlichten. Het kabinet steunt aanpassing van de richtlijn. Het is voor ondernemers van belang dat zij op tijd worden betaald door hun afnemers. Snellere betaling biedt ondernemers meer financiële ademruimte. In dat kader heeft het kabinet wetgeving geïntroduceerd om de maximale betaaltermijn voor grote bedrijven in relatie tot mkb-ondernemingen te verkorten naar 30 dagen.

Volgend jaar zal het Europees Jaar van Vaardigheden zijn. Nederland ondersteunt dit thema en de extra aandacht hiervoor. Dit sluit goed aan bij de inzet op digitale vaardigheden vanuit dit kabinet. Daarbij is aandacht voor digitale basisvaardigheden, maar ook voor omscholing en bijscholing van mensen voor een verbetering van hun positie op de arbeidsmarkt.

3. Een economie die werkt voor de mensen

De Commissie zal naar verwachting de verordening inzake de screening van buitenlandse directe investeringen (FDI) evalueren. Het kabinet staat positief tegenover inspanningen om het mechanisme verder te verbeteren en is benieuwd naar een eventuele herziening die de toegevoegde waarde van de verordening versterkt. Voor het kabinet is het belangrijk dat er convergentie plaatsvindt tussen de lidstaten om mogelijke omzeiling van screening te verminderen en het speelveld gelijk te houden. De effectiviteit is erbij gebaat als alle lidstaten investeringstoetsing opzetten en gezamenlijk blijven optrekken in toepassingsbereik, toetsingsdrempels en omgang met sensitieve technologie. De Commissie heeft aangekondigd te willen verkennen of aanvullende instrumenten nodig zijn voor de controle van uitgaande strategische investeringen. Het kabinet is benieuwd wat het doel van een dergelijk mechanisme zou zijn, afhankelijk van de reikwijdte kan het mogelijk een ingrijpende maatregel zijn. Nederland en de EU kennen op dit moment geen mechanisme om uitgaande investeringen actief te monitoren dan wel te controleren.

Daarnaast heeft de Commissie aangekondigd om een initiatief te ontwikkelen rond digitalisering van socialezekerheidsstelsels, aanvullend op het reeds lopende werk ten aanzien van een Europese Socialezekerheidspas. Het kabinet acht het gewenst om, onder andere in het kader van de grensoverschrijdende fraudebestrijding, de mogelijkheden tot digitalisering van socialezekerheidsstelsels te verkennen. Daarbij hanteert het kabinet de uitgangspunten dat voortgebouwd moet worden op reeds bestaande systemen in Europa, dat de privacy van burgers moet worden gegarandeerd en dat voldoende aandacht wordt geschonken aan de mogelijke implicaties voor de betrokken uitvoeringsorganisaties. Ook bij de aangekondigde voorstellen voor het herzien van het kwaliteitskader voor stages acht het kabinet het van belang dat rekening wordt gehouden met de nationale omstandigheden en lidstaten voldoende ruimte moeten houden bij het implementeren van maatregelen.

De Commissie wil wetgeving voorstellen omtrent grensoverschrijdende activiteiten van verenigingen, zodat deze ten volle kunnen profiteren van de vrijheden die de interne markt biedt. Het kabinet acht het van belang dat verenigingen, maar ook andere non-profit rechtspersonen, gebruik kunnen maken van de vrijheden van de Europese interne markt. Het kabinet staat positief tegenover het initiatief voor zover het daadwerkelijk een bijdrage levert aan het stimuleren van geefgedrag, van burgerparticipatie, zoals vrijwilligerswerk, aan het bevorderen van transparantie en betrouwbaarheid van de non-profit sector en aan het bevorderen van samenwerking tussen overheid en non-profit organisaties. Voor zover het initiatief zou voorzien in een Europese rechtsvorm van vereniging of onnodig ingrijpt in de Nederlandse regeling van de vereniging is het kabinet terughoudender.

Het kabinet ziet met belangstelling de in het Actieplan Sociale Economie5 aangekondigde aanbeveling over de ontwikkeling van een kader voor de sociale economie6 tegemoet. Dit kader kan lidstaten helpen hun beleid en wetgeving beter af te stemmen op de specifieke behoeften van de sociale economie. Het kabinet zal bezien in hoeverre dit kader past bij de Nederlandse situatie. Het kabinet hecht aan voldoende nationale beleidsruimte bij het kader.

De Commissie kondigt aan in 2023 een tweede «mand» aan nieuwe eigen middelen te presenteren, waar in ieder geval een eigen middel op basis van het voorstel voor de belastingheffing van bedrijfsinkomsten (Business in Europe: Framework for Income Taxation, BEFIT) een onderdeel van zal uitmaken. Deze tijdlijn is conform eerdere afspraken, bijvoorbeeld uit het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van december 2020. De Commissie presenteert deze tweede mand aan eigen middelen onder andere om de aankomende aflossingen te betalen van de leningen die zijn gebruikt voor giften onder Next Generation EU. In het IIA is afgesproken dat terugbetalingen niet mogen leiden tot een onnodige vermindering van programma-uitgaven onder het MFK en het wenselijk is de stijging van bruto nationaal inkomen (BNI) middelen door lidstaten te beperken. Voorstellen voor nieuwe eigen middelen zal het kabinet op hun eigen merites beoordelen. Over de eerder, in de eerste mand, voorgestelde nieuwe eigen middelen (o.b.v. inkomsten uit CBAM, ETS en Pijler 1 van het OESO/IF-akkoord) wordt nog onderhandeld.7

Het kabinet ziet het beleidsvoorstel voor de BEFIT met interesse tegemoet en steunt de doelen van de Commissie om met dit voorstel de interne markt te versterken. Wanneer het richtlijnvoorstel voor BEFIT wordt gepubliceerd, zal het kabinet met een gedegen appreciatie komen zowel ten aanzien van het richtlijnvoorstel zelf als wat betreft het voorstel voor een nieuw eigen middel.

Bij het akkoord over het meerjarig financieel kader (MFK) 2021–2027 heeft de Commissie eenzijdig verklaard uiterlijk 1 januari 2024 een mid-term review van het MFK te presenteren, eventueel gecombineerd met een wijzigingsvoorstel voor het MFK. In het CWP is de MFK-review nu opgenomen voor het 2e kwartaal van 2023. De Commissie kan op grond van de MFK-verordening een voorstel doen voor herziening van het MFK in het geval van onvoorziene omstandigheden. De Commissie heeft in een aantal voorstellen (mededeling wederopbouw Oekraïne8, Defensiepakket9) gesignaleerd dat een (gerichte) herziening van het MFK tot de mogelijkheden behoort om in eventuele aanvullende financiële behoeften te voorzien. Het kabinet staat in het algemeen terughoudend tegenover een tussentijdse herziening van het MFK en zet in op herprioritering binnen bestaande middelen waar mogelijk. Eventuele voorstellen van de Commissie zal het kabinet op noodzakelijkheid, toegevoegde waarde en financiële gevolgen beoordelen.

De Commissie heeft op 9 november jl. een mededeling gepubliceerd met haar voorstellen voor de herziening van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de macro-economische onevenwichtigheden procedure (MEOP). In het werkprogramma geeft de Commissie aan in het eerste kwartaal van 2023 mogelijke (wetgevende) voorstellen te doen voor de hervorming van het SGP en de MEOP, en richtsnoeren voor het begrotingsbeleid te verstrekken. Het kabinet hecht waarde aan voortgang op deze discussie vanwege het belang van effectieve begrotingsregels in de EU. Het kabinet kijkt met belangstelling uit naar het pakket ter facilitering van retail beleggen. Deze herziening van verschillende richtlijnen die de handel in financiële instrumenten en verkoop van beleggingsproducten in de EU reguleren, kan consumenten beter in staat stellen hun lange termijn financiële doelen te behalen. Bovendien kan de verdere integratie van de Europese kapitaalmarkten bijdragen aan de financiering van de verduurzamings- en digitale transities, doordat meer privaat kapitaal beschikbaar komt en efficiënt gealloceerd kan worden. Het kabinet onderstreept hierbij wel het belang van adequate bescherming van beleggers, ook wanneer zij online en/of grensoverschrijdend beleggingsdiensten afnemen. De Commissie komt naar verwachting met een horizontaal wetgevend kader voor het veilig delen van financiële gegevens. Momenteel is dit alleen geregeld voor betaaldiensten, in de herziene betaaldienstenrichtlijn (PSD2)10. Het kabinet kijkt positief naar dit voorstel, aangezien het leidt tot een duidelijker kader voor gegevensdeling met betere waarborgen en een hoger niveau van consumentenbescherming. Daarbij ziet het kabinet in dat open finance kan bijdragen aan betere en efficiëntere financiële dienstverlening aan consumenten. Hierbij moet lering getrokken worden van de lessen van PSD2, waarvan de Nederlandse implementatie onlangs op nationaal niveau geëvalueerd is11, en moet er speciale aandacht zijn voor een hoge mate van gegevensbescherming. De Commissie heeft in de Retail Payments strategie aangegeven om de herziene betaaldienstenrichtlijn (PSD2) in 2023 te herzien en de noodzaak voor nieuwe regels rondom de toegang van dienstverleners tot technische oplossingen (zoals Near Field Communication-chips) te onderzoeken. Het kabinet staat hier positief tegenover, en zal hierbij aandacht vragen voor de lessen die getrokken zijn uit de eerdergenoemde evaluatie van de Nederlandse implementatie van PSD2.

Het kabinet is voorstander voor het verkennen van de mogelijke introductie van een digitale euro. Bij een besluit tot invoering van de digitale euro dient er sprake te zijn van een stevige democratische basis en politieke betrokkenheid. De Commissie kondigt aan om in het tweede kwartaal van 2023 een voorstel voor een digitale euro te presenteren. Eerder heeft de Commissie aangegeven dat dit voorstel zou moeten worden gebaseerd op artikel 133 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Dat artikel stelt dat het Europees parlement en de Raad, onverminderd de bevoegdheden van de Europese Centrale Bank (ECB), maatregelen vaststellen die nodig zijn voor het gebruik van de euro als enige munteenheid. De grondslag in artikel 133 VWEU waarborgt de politieke betrokkenheid bij de mogelijke introductie van een digitale euro.

4. Een sterker Europa in de wereld

Het kabinet is verheugd met de steun van Commissievoorzitter Von der Leyen tijdens haar recente Staat van de Unie – toespraak voor een EU-sanctieraamwerk gericht tegen personen en entiteiten verantwoordelijk voor ernstige corruptie. Nederland behoort tot de kopgroep van lidstaten die ervoor pleiten dit regime op te richten en zet zich bij de bespreking van dit dossier in Raadsverband actief in voor het vergroten van draagvlak en het ontwikkelen van een gedegen ontwerp voor een effectief sanctieregime. Het kabinet onderschrijft de noodzaak voor de ondersteuning en samenwerking van de Europese Commissie met de (potentiële) kandidaat-lidstaten en de Oostelijke en Zuidelijke Partnerschapslanden.

De Commissie is voornemens in het tweede kwartaal van 2023 een ruimtevaartstrategie voor veiligheid en defensie te presenteren. Deze strategie volgt op en is eerder aangekondigd in het EU Strategisch Kompas12. De ruimte is van groot maatschappelijk, economisch en strategisch belang. Tegelijkertijd is de ruimte in toenemende mate een betwist domein, met grote implicaties voor veiligheid en defensie. Het inherente dual-use karakter van ruimtevaart leidt in toenemende mate tot samenwerking en synergiën tussen de civiele en defensieruimtevaart. Open strategische autonomie op het gebied van ruimtevaart is onontbeerlijk in het huidige tijdsgewricht. Het kabinet staat dan ook positief tegenover de ontwikkeling van deze EU-ruimtevaartstrategie voor veiligheid en defensie, en is actief betrokken bij de totstandkoming daarvan.

Het kabinet kijkt met belangstelling uit naar de aangekondigde gezamenlijke mededeling inzake de geactualiseerde EU-strategie voor maritieme veiligheid. Het kabinet is blij met de aandacht van de Commissie voor dit belangrijke onderwerp dat voortkomt uit het Strategisch Kompas13. Met de geactualiseerde strategie draagt de EU bij aan onbelemmerde toegang tot de volle zee, het veiligstellen van maritieme communicatieroutes en het toezien op de eerbiediging van het internationale zeerecht. Nauwe samenwerking met de NAVO, bondgenoten en andere partners is daarbij van belang.

In 2023 zet de Unie in op het verder verdiepen van de banden met Latijns Amerika en de Cariben, onder andere door het organiseren van een bi-regionale Top in de tweede helft van het jaar tijdens het Spaanse voorzitterschap. Het Caribische deel van het Koninkrijk maakt onderdeel uit van de Latijns-Amerikaanse regio. Het kabinet is dan ook voorstander van een verdere verdiepingsslag voor partnerschappen op terreinen als klimaat en duurzame handel, multilateralisme en internationaal recht, veiligheid en grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit.

5. Bevordering van onze Europese levenswijze

De Commissie stelt voor om het huidige EU leermobiliteitskader te actualiseren met als doel om leermobiliteit te vergemakkelijken. Het voorstel is één van de acties die zijn aangekondigd in het kader van de Europese Onderwijsruimte 202514. Het kabinet ziet leermobiliteit als aanjager voor het verbeteren van onderwijskwaliteit en de persoonlijke en professionele ontwikkeling van lerenden. Obstakels voor mobiliteit moeten verder worden weggenomen, met specifieke aandacht voor inclusie en toegankelijkheid, groene en virtuele mobiliteit en gebalanceerde mobiliteit en met respect voor nationale bevoegdheden. Het Europese programma Erasmus+ is essentieel voor de inzet op leermobiliteit.

Daarnaast heeft de Commissie het voornemen om een voorstel te doen voor een Raadsaanbeveling over kankers die door vaccinatie kunnen worden voorkomen. Nederland is positief over dit voornemen, mits de ruimte wordt gelaten aan lidstaten om te bekijken of, en zo ja hoe, deze aanbevelingen passend zijn voor de nationale situatie. In Nederland worden vanuit de rijksoverheid aan bepaalde groepen de hepatitis-B-vaccinatie aangeboden, de HPV-vaccinatie aan alle kinderen in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma, en worden er kankerbehandelingen aangeboden geassocieerd met een infectie met hepatitis of Helicobacter pylori. Als onderdeel van het ambitieuze EU-kankerbestrijdingsplan, waarbinnen wordt gestreefd naar een tabaksvrije generatie in 2040, zal de Commissie een herziening van de Raadsaanbeveling inzake rookvrije ruimten voorstellen. Het kabinet steunt de ambitie voor een tabaksvrije generatie in 2040. Het kabinet vindt het belangrijk om in te zetten op het rookvrij maken van zowel binnen- als buitenruimten waar kinderen en jongeren komen. Het kabinet ziet hierbij ook graag dat het tegengaan van het gebruik van nieuwe producten hierin worden betrokken, zoals e-sigaretten, verhitte tabaksproducten en nicotineproducten, bijvoorbeeld nicotinezakjes.

De Commissie heeft een integrale aanpak met betrekking tot mentale gezondheid aangekondigd. Met deze aanpak blijft de Commissie de mentale en fysieke voordelen van een gezonde leefstijl benadrukken. Het kabinet kijkt uit naar het voorstel van de Commissie. Een dergelijke brede benadering sluit aan bij de Nederlandse preventieve aanpak, waarin verschillende initiatieven en activiteiten, bijvoorbeeld gericht op sport, de werkvloer en gezonde leefstijl, zijn samengevoegd om mentale gezondheid te bevorderen.

In aanvulling op het pakket «vaardigheden en talent» kondigt de Commissie een nieuw initiatief aan ter vergemakkelijking van de erkenning van kwalificaties van onderdanen van derde landen, om geschikte vaardigheden naar Europa te halen. Dit zal ook een belangrijk thema zijn van het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023. Vanuit het oogpunt van het toelatingsbeleid verwelkomt het kabinet initiatieven die bijdragen aan efficiëntere waardering van diploma’s, zolang zij niet ten koste gaan van zorgvuldigheid van de procedure. Ook moet rekening worden gehouden met verschillen tussen lidstaten als het gaat om arbeidsmarkt, onderwijs en toelating.

De Commissie heeft het voornemen om een gericht initiatief te introduceren om strategisch belangrijke vaardigheden te bevorderen door middel van een Academie voor cyberbeveiligingsvaardigheden. Het kabinet acht het van belang dat er ingezet wordt op de cybersecurity arbeidsmarkt gezien de huidige tekorten van cybersecurity personeel op zowel nationaal als Europees niveau. Het kabinet investeert hierin op nationaal niveau binnen de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS). Het kabinet kijkt uit naar de daadwerkelijke uitwerking van het voorstel.

De Commissie stelt een herziening van de richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik van kinderen voor, wegens de nieuwe uitdagingen als gevolg van de technologische veranderingen en de noodzaak om de preventie, het onderzoek en de vervolging hiervan te versterken, alsook de ondersteuning en bescherming van minderjarige slachtoffers. Het kabinet acht de bestrijding van seksueel kindermisbruik van belang en verwelkomt daarom het initiatief van de Commissie om te bekijken of de EU-richtlijn 2011/93/EU ter bestrijding van (online) seksueel kindermisbruik en seksuele uitbuiting van kinderen moet worden herzien. Het kabinet beziet in dat licht eventuele noodzakelijke aanpassingen van deze EU-richtlijn.

In het kader van de Schengenstrategie zal de Commissie een voorstel voor een verordening publiceren inzake het digitaliseren van reisdocumenten en faciliteren van reizen. Het doel van het voorstel is dat het gelijk aan de implementatie van het slimme grenzenpakket (o.a. het inreis-uitreissysteem (EES) en Europees reisinformatie en – autorisatiesysteem (ETIAS)) en de interoperabiliteitsverordening een bijdrage levert aan efficiënte en doelgerichte grenscontroles. Daarbij worden reizigers gefaciliteerd met inachtneming van veiligheidsoverwegingen. Het kabinet verwelkomt het voorstel. Dit sluit aan bij de Nederlandse ambitie om met de inzet van data en innovatieve technologieën het grensproces, binnen de gestelde EU-veiligheidseisen, doelgericht en zo efficiënt mogelijk in te richten.

6. Een nieuwe impuls voor Europese democratie

Volgens de Commissie moet ongewenste buitenlandse beïnvloeding verder worden tegen gegaan. Onder meer een pakket voor de verdediging van de democratie zal wetgeving bevatten om dit te bestrijden. Uit gesprekken met de Commissie volgt dat het pakket al voor de zomer van 2023 moet worden gepresenteerd.

Het kabinet onderschrijft de door de Commissie genoemde noodzaak om onze grondrechten en gedeelde waarden, zoals gelijkheid en de democratische rechtsstaat, te verdedigen en de fundamenten van onze vrije en democratische samenleving, zoals pluralisme en vrijheid van media, te beschermen. De Commissie verwijst hierbij naar een van de doelstellingen uit de Conferentie voor de Toekomst op Europa om de democratische rechtsstaat systematisch te handhaven. Het kabinet verwelkomt de aandacht voor deze thema’s en blijft zich samen met gelijkgezinde partners hard maken voor tijdige signalering van ongewenste buitenlandse beïnvloeding en voor de volledige en adequate inzet van het beschikbare EU-rechtsstaatsinstrumentarium, om aantasting van onze grondrechten, gedeelde waarden en de democratische rechtsstaat te signaleren, te voorkomen en waar nodig handhavend op te treden.

De Commissie is van mening dat de aanpak van corruptie moet worden verbeterd, zowel binnen de Unie als daarbuiten. Om dit te bereiken wil de Commissie de mogelijkheid hebben om sancties op te leggen als er sprake is van corruptie in landen. De Commissie heeft verder voorstellen tot actualisering van het Europese anti-corruptiewetgevingskader aangekondigd. Het kabinet hecht veel waarde aan een integrale aanpak voor de preventie en bestrijding van corruptie, ook binnen de EU. Het kabinet kijkt uit naar de aangekondigde voorstellen.

De Commissie beoogt met de invoering van de Europese gehandicaptenkaart te faciliteren dat Europese burgers met een beperking in een ander EU-land van dezelfde diensten en voordelen op het gebied van sport, cultuur en vrijetijdsbesteding kunnen genieten als de nationale burgers met een beperking. Het kabinet deelt de gedachte achter de invoering van de Europese gehandicaptenkaart niet, omdat het kabinet inzet op verbetering van de algemene toegankelijkheid voor iedereen, ook zonder een kaart te laten zien.

De Commissie is voornemens om de verordening betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming te wijzigen. Met deze wijzigingen wil de Commissie ervoor zorgen dat de rechten van consumenten zowel online als offline worden beschermd en gehandhaafd, en om onderzoeken naar inbreuken op het consumentenrecht effectiever te maken. Het kabinet ondersteunt de doelstellingen van de Commissie bij deze herziening en kijkt uit naar het voorstel.

Betere Regelgeving

Tenslotte wijst de Commissie erop dat de huidige maatschappelijke uitdagingen het belang onderstrepen van besluitvorming op basis van goede informatie. De Betere Regelgevingsprincipes en -instrumenten zijn daarbij essentieel.

Belangrijk onderdeel van het beleid inzake Betere Regelgeving is de «one in, one out»-aanpak. Dit zou ervoor moeten zorgen dat de Commissie in geval van lasten uit nieuwe wetgeving systematisch en proactief probeert de lasten die voortkomen uit bestaande wetgeving te verminderen. De Commissie geeft aan dat de aanpak nu volledig operationeel is. Het kabinet stelt helaas vast dat de Commissie de «one in, one out»-aanpak bij de start van haar mandaat al heeft aangekondigd, maar dat er tot op heden nog geen goed zicht is op de concrete resultaten.

Positief is dat de Commissie door gaat met het REFIT-programma (REgulatory FITness, ofwel gezonde wetgeving) om bestaande regelgeving te evalueren en waar nodig te herzien (zie bijlage 2, annex II voor een overzicht van de REFIT initiatieven voor 2023). Hetzelfde geldt voor het «Fit for Future» platform. Dit platform bestaat uit vertegenwoordigers van lidstaten en van maatschappelijke belanghebbenden uit de maatschappij en adviseert de Commissie over concrete mogelijkheden om regeldruk te verminderen in bestaande EU regelgeving.

Het kabinet verwelkomt ook de aankondiging van de Commissie de zogenaamde mkb-test te willen versterken. Het is immers belangrijk om de effecten van regelgeving zoveel mogelijk te beoordelen vanuit de positie van hen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van regeldruk, namelijk het mkb.

De Commissie benadrukt de positieve rol van Betere Regelgeving bij het streven naar duurzaamheid door systematisch aandacht te geven aan de Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) in effectbeoordelingen. Tot slot wijst de Commissie op het belang van Strategische toekomstverkenningen en het toekomstbestendig maken van regelgeving om in te kunnen spelen op toekomstige onzekere ontwikkelingen. Het kabinet onderschrijft deze beide punten.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra


  1. De prioriteiten van de Commissie zijn: De Europese Green Deal; Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk; Een economie die werkt voor de mensen; Een sterker Europa in de wereld; Bevordering van onze Europese levenswijze; Een nieuwe impuls voor Europese democratie.↩︎

  2. Een virtuele realiteitsruimte waarin gebruikers kunnen interageren met een door de computer gegenereerde omgeving en ook met andere gebruikers.↩︎

  3. Kamerstuk 28 286, nr. 1255↩︎

  4. Voor de kabinetsbrede inzet op open strategische autonomie, zie: Kamerstuk 35 982, nr. 9↩︎

  5. Kamerstuk 22 112, nr. 3294.↩︎

  6. De Commissie hanteert geen afgebakende definitie om vast te stellen welke entiteiten onder het begrip sociale economie vallen. In de context van het Actieplan (en aanverwante EU-initiatieven) omvat de sociale economie entiteiten die de volgende gemeenschappelijke beginselen en kenmerken delen: mensen en/of sociale- en ecologische doelen gaan boven winst, het grootste deel van de winst wordt geïnvesteerd in activiteiten die in het belang zijn van leden/gebruikers (het collectieve belang) of de samenleving als geheel (het algemene belang), en democratisch en/of participatief bestuur. Sociale ondernemingen kunnen in alle sectoren actief zijn, en de entiteiten kunnen verschillende rechtsvormen hebben (bijvoorbeeld coöperaties, vennootschappen, verenigingen en stichtingen).]↩︎

  7. Zie BNC-fiche: Fiche 3: Verordening terbeschikkingstelling nieuwe eigen middelen (Kamerstuk 22 122, nr. 3459)↩︎

  8. EUR-Lex – 52022DC0233 – EN – EUR-Lex (europa.eu)↩︎

  9. EUR-Lex – 52022JC0024 – EN – EUR-Lex (europa.eu)↩︎

  10. EUR-Lex – 32015L2366 – EN – EUR-Lex (europa.eu)↩︎

  11. Kamerstuk 34 813, nr. 28.↩︎

  12. https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7371–2022-INIT/nl/pdf↩︎

  13. https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7371–2022-INIT/nl/pdf↩︎

  14. Zie ook het BNC-fiche: Kamerstuk 22 112, nr. 2965↩︎