Hervatting onderhandelingen Duitse staat t.a.v. TenneT Duitsland en update kapitaalbehoefte TenneT Duitsland en update kapitaalbehoefte TenneT
Deelnemingenbeleid Rijksoverheid
Brief regering
Nummer: 2022D50385, datum: 2022-11-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28165-381).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister van Financiën (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 28165 -381 Deelnemingenbeleid Rijksoverheid.
Onderdeel van zaak 2022Z23371:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2022-11-30 14:00: Staatsdeelnemingen (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2022-12-06 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-08 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-03-09 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid
Nr. 381 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2022
De wereld is het afgelopen jaar sterk veranderd. De inval van Rusland in Oekraïne heeft het belang van autonomie over vitale infrastructuur als het elektriciteitsnet en energiezekerheid benadrukt. Als gevolg van het (gedeeltelijk) afsluiten van de gasleveringen door Rusland aan Europa, worden in heel Europa ingrijpende maatregelen genomen om de effecten van de zeer hoge energieprijzen enigszins te beteugelen. Hiermee is het belang van de energietransitie in een ander daglicht komen te staan. Een voortvarende energietransitie is niet alleen noodzakelijk voor het realiseren van de klimaatdoelstellingen, maar draagt er bovendien aan bij dat wij in Nederland minder afhankelijk worden van Russisch gas.
Recent heb ik een brief ontvangen waarin de Duitse staat formeel haar wens kenbaar maakt de gesprekken over een mogelijke deelname in het Duitse deel van TenneT («TenneT Duitsland») weer te hervatten. Deze wens is ingegeven door het feit dat de Duitse staat de verdere uitbreiding van het Duitse elektriciteitsnet, en daarmee de Duitse energietransitie, wil versnellen. Ik heb besloten om in onderhandeling te treden met de Duitse staat om te onderzoeken of een voor beide kanten voordelige uitkomst bereikt kan worden.
Met het hervatten van de onderhandelingen met de Duitse staat streeft het kabinet er naar een betrouwbare investeerder voor de groeiende kapitaalbehoefte van TenneT Duitsland te vinden. Het kabinet heeft tot nu toe altijd het standpunt ingenomen dat de Nederlandse staat alleen kapitaal stort voor het Nederlandse deel van TenneT. Daarom wordt al langere tijd gekeken naar een geschikte alternatieve wijze om de Duitse kapitaalbehoefte in te vullen. In het afgelopen jaar is de Duitse investeringsagenda van TenneT wederom gestegen. Dit heeft geleid tot een materiele stijging van de kapitaalbehoefte van TenneT Duitsland. Waar deze in maart 2021 nog werd geraamd op € 4,5 miljard, wordt de Duitse kapitaalbehoefte nu geschat op ca. € 11 miljard. Deze stijging is hoofdzakelijk veroorzaakt door de versnelling van bestaande projecten en de inpassing van meerdere nieuwe projecten die volgen uit de Duitse versie van het tweejaarlijkse Investeringsplan (het «Netzentwicklungsplan 2035»). De stijging van de Duitse kapitaalbehoefte sterkt mij in mijn voornemen vast te houden aan het standpunt dat de Nederlandse staat alleen kapitaal zal storten voor het Nederlandse deel van TenneT. Het is nog altijd van groot belang dat een lange
termijn oplossing voor de Duitse kapitaalbehoefte wordt gevonden, waarmee het risico van de Nederlandse staat over de Duitse activiteiten van TenneT wordt verlaagd.
Er moet begin 2024 extra eigen vermogen worden gestort voor TenneT Duitsland. Tot die tijd kan TenneT de Duitse activiteiten zelf financieren, grotendeels vanwege financieringsvoordelen en extra inkomsten op Holdingniveau.1 Het streven is dat er begin 2023 duidelijkheid is over de vraag of er voldoende basis is voor een transactie met de Duitse staat. Mocht dit niet het geval zijn, dan resteert er nog voldoende tijd om uiterlijk begin 2024 op alternatieve wijze invulling te geven aan de kapitaalbehoefte van TenneT Duitsland.
Zowel de Nederlandse als de Duitse kapitaalbehoefte blijven schattingen die sterk onderhevig zijn aan externe ontwikkelingen en beslissingen, zoals beleidsbeslissingen op het gebied van de energietransitie en (energie)prijs- en kapitaalmarktontwikkelingen. Deze ontwikkelingen kunnen leiden tot stijgingen maar ook dalingen. De inschattingen voor de Nederlandse kapitaalbehoefte laten bijvoorbeeld juist een daling zien naar € 6,1 miljard2 ten opzichte van € 9,3 miljard die ik in september 2022 in het schriftelijk overleg staatsdeelnemingen heb gecommuniceerd.3 Dit heeft met name te maken met de veranderingen op de kapitaalmarkt (impact op kapitaalbehoefte: ca. -/- € 3,5 mld.), waardoor TenneT op basis van de Nederlandse regulering in de toekomst hogere vergoedingen ontvangt. Bij een eventuele daling van bijvoorbeeld de risicovrije rente kan de Nederlandse kapitaalbehoefte weer stijgen.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Deze zogenaamde «Holding effecten» zorgen er ook voor dat de Nederlandse staat om in de Nederlandse kapitaalbehoefte te voorzien relatief wat minder hoeft te storten dan eerder werd begroot. Dat neemt niet weg dat de kapitaalbehoefte in beide landen zeer volatiel is en afhankelijk van verdere veranderingen van onder andere de investeringsagenda, elektriciteitsprijzen en/of de risicovrije rente kan toenemen of afnemen.↩︎
De Nederlandse staat stort voor de kapitaalbehoefte van het Nederlandse deel van TenneT. In de Miljoenennota is in dit kader in totaal € 5,1 miljard gereserveerd voor de jaren 2022 tot en met 2025. De kapitaalstorting voor 2022 (€ 1,23 mld.) zal onderdeel zijn van de tweede suppletoire begroting 2022. De storting voor 2023 (1,83 mld.) is bij de ontwerpbegroting 2023 reeds aan u voorgelegd.↩︎
Kamerstuk 28 165, nr. 372.↩︎