[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van het lid Vestering over “de afgezwakte Nederlandse inzet voor de nieuwe Europese landbouwgifverordening”

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2022D50420, datum: 2022-11-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-864).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z22882:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

864

Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de afgezwakte Nederlandse inzet voor de nieuwe Europese landbouwgifverordening (ingezonden 23 november 2022).

Mededeling van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 28 november 2022).

Vraag 1

Klopt het dat de Europese lidstaten op 25 november 2022 bij elkaar komen in een raadswerkgroep om te onderhandelen over de Verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen, zoals u schrijft in uw Kamerbrief?1

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat u in het BNC-fiche over de Nederlandse inzet schreef positief te staan tegenover een verbod op het gebruik van landbouwgif in gevoelige gebieden, met als uitzondering «de glastuinbouw of andere situaties waarin verwaaiing of afspoeling vanaf het landbouwperceel naar het milieu niet kan plaatvinden»?2

Vraag 3

Klopt het dat u er bij de onderhandelingen op 25 november voor zal pleiten dat het verbod op landbouwgif in gevoelige gebieden enkel zou moeten gelden voor gebruik buiten de landbouw?

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat dit onder andere betekent dat u wilt blijven toestaan dat op landbouwgrond, dat in beschermde natuurgebieden ligt, nog steeds landbouwgif kan worden gespoten?

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat dit niet overeenkomt met het BNC-fiche en een afzwakking daarvan is? Zo ja, waarom kiest u daarvoor?

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat deze inzet bovendien een afzwakking is van de nu geldende Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden, waarin in artikel 12 wordt gesproken van een volledig verbod of minimalisatie van het gebruik van landbouwgif in gevoelige gebieden, ook binnen de landbouw? Zo ja, waarom wilt u de bestaande regels afzwakken?

Vraag 7

Kunt u bevestigen dat u in het BNC-fiche schreef positief te staan «tegenover de verplichting om in (...) zones van 3 meter rondom (gevoelige) gebieden en oppervlaktewater geen gewasbeschermingsmiddelen meer te mogen gebruiken»?

Vraag 8

Klopt het dat u bij de onderhandelingen op 25 november zal pleiten voor slechtsbeperkingen op het gebruik van landbouwgif in de drie meter-bufferzones in plaats van een verbod?

Vraag 9

Kunt u bevestigen dat dit niet overeenkomt met het BNC-fiche en een afzwakking daarvan is? Zo ja, waarom kiest u daarvoor?

Vraag 10

Kunt u uitleggen wat u bedoelt met «Nederland heeft ook gewezen op flexibiliteit voor de volgordelijkheid van Integrated Pest Manegement (IPM)-maatregelen»?3

Vraag 11

Kunt u bevestigen dat de volgordelijkheid van de maatregelen juist de essentie van IPM is (eerst preventieve maatregelen en daarna pas spuiten, indien onvermijdelijk)?

Vraag 12

Kunt u bevestigen dat flexibiliteit in de volgordelijkheid van IPM-maatregelen het hele effect van IPM onderuit haalt? Zo ja, waarom kiest u daarvoor?

Vraag 13

Kunt u deze vragen op een zo kort mogelijke termijn beantwoorden, het liefst vóór 25 november 2022?

Mededeling

Op 23 november jl. heb ik Kamervragen ontvangen van het lid Vestering (PvdD) over «de afgezwakte Nederlandse inzet voor de nieuwe Europese landbouwgifverordening».

Vanwege noodzakelijke interdepartementale afstemming, lukt het niet deze vragen binnen de gevraagde termijn voor 25 november 2022 te beantwoorden. Ik zal de beantwoording zo spoedig mogelijk aan uw Kamer toezenden.


  1. Kamerstuk 27 858, nr. 600.↩︎

  2. Kamerstuk 22 112, nr. 3472.↩︎

  3. Kamerstuk 27 858, nr. 600.↩︎