[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweede nader gewijzigde motie van de leden Sjoerdsma en Van der Lee over het buitenlandbeleid richting grote autocratische mogendheden herijken (t.v.v. 36200-V-58)

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023

Motie (gewijzigd/nader)

Nummer: 2022D50572, datum: 2022-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-V-59).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 V-59 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2022Z23470:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023

Nr. 59 TWEEDE NADER GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN SJOERDSMA EN VAN DER LEE TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 58

Voorgesteld 29 november 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het buitenlandbeleid jegens grote autocratische mogendheden zoals Rusland en China de afgelopen jaren internationaal recht, mensenrechten en onze veiligheidsbelangen niet consequent zijn uitgedragen;

constaterende dat deze opstelling op de lange termijn negatieve effecten heeft gehad op mensenrechten, veiligheid en economie;

overwegende dat strategische afhankelijkheden van grote autocratische regimes ons onnodig kwetsbaar maken

overwegende dat de scheidslijn tussen binnenlands beleid en buitenland- beleid door het open karakter van Nederland in rap tempo afneemt;

constaterende dat Europese landen individueel geen geopolitieke of geo-economische vuist kunnen maken tegen de andere autocratische grootmachten;

van mening dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken bij uitstek het departement is om de brug te slaan tussen geopolitieke en geoeconomische krachten die inwerken op Nederland enerzijds en de kwetsbaarheden, afhankelijkheden en risico’s in het binnenlands beleid anderzijds;

verzoekt de regering het buitenlandbeleid richting grote autocratische mogendheden te herijken door:

– internationaal recht, veiligheid en mensenrechten meer centraal te stellen;

– in nauwe samenwerking met alle relevante departementen de strategische afhankelijkheden en kwetsbaarheden binnen enkele jaren af te bouwen;

– de geopolitieke en geo-economische slagkracht van de Europese Unie serieus te versterken,

en verzoekt het kabinet hierover binnen vier maanden te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Sjoerdsma

Van der Lee