[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 11 en 12 december 2022

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2022D50707, datum: 2022-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1472).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1472 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2022Z23532:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1472 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2022

Op 12 en 13 december vindt de Landbouw- en Visserijraad plaats te Brussel. Met deze brief informeer ik de Kamer over de agenda van de Raad, waaronder bij de vangstmogelijkheden voor 2023 ook informatie over de aal.

I. Agenda Landbouw- en Visserijraad

Verordening Vangstmogelijkheden voor 2023 in EU en non-EU wateren

Politiek akkoord

Het Tsjechische voorzitterschap beoogt om tijdens de Raad van 12-13 december a.s. een politiek akkoord te bereiken over de verordening inzake de vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2023. Het voorstel van de Europese Commissie is op 28 oktober jl. gepubliceerd en op 11 november jl. aangevuld. Gelet op de lopende onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en de (overige) kuststaten over de vangstmogelijkheden, staat in het voorstel het grootste deel van de voor Nederland belangrijke bestanden op «pro memorie». De Europese Commissie streeft ernaar dat de onderhandelingen tijdig zijn afgerond, zodat de uitkomsten onderdeel kunnen zijn van de besluitvorming tijdens de Decemberraad. In deze brief informeer ik uw Kamer over mijn inzet met betrekking tot het voorstel van de Europese Commissie. Mijn inzet in de onderhandelingen heb ik reeds met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 21 501-32, nrs. 1460, 1461, 1462 en 1469).

Aal

Op 3 november jl. heeft ICES (the International Council for the Exploration of the Sea) gepubliceerd over de Europese aal. De status van de aal blijft kritiek. Door de grote invloed van ander menselijk handelen op de aalstand, geeft ICES dit jaar zowel een visserijadvies als een advies over instandhoudingsdoelen. Hierin wordt aangegeven dat, onder het voorzorgsprincipe, de sterfte door barrières (zoals gemalen en waterkrachtcentrales) net als de visserijsterfte nul zou moeten zijn. Daarnaast moet volgens ICES de kwaliteit van het habitat (zoals vervuiling) worden verbeterd en migratiemogelijkheden (veroorzaakt door blokkerende barrières) worden hersteld.

De verwachting is dat Europese Commissie (EC) aanstuurt op een verlenging van het huidige aalvangstverbod van 3 maanden in de kustwateren voor schieraal(volwassen aal). Daarnaast is de verwachting dat de EC ook inzet op een vangstverbod van 6 maanden voor glasaal (jonge aal) in de verordening vangstmogelijkheden. De verwachte inzet van de EC richt zich op visserij-beperkingen in de zee en kustwateren en gaat daarmee voorbij aan het brede scala van oorzaken wat er toe leidt dat het herstel van de aalstand nog onvoldoende is. Mijn inzet is niet gericht op het verlengen / instellen van een vangstverbod maar gericht op een aanscherping van de Europese Aalverordening (EU 1100/2007) zodat alle factoren die van invloed zijn op de sterfte van de aal, zoals ook benoemd in het ICES-advies, coherent aangepakt kunnen worden.

Ik besef heel goed dat de voorgestelde verlenging van het verbod op schieraalvisserij en de instelling van een periodiek vangstverbod op de glasaalvisserij, consequenties met zich meebrengt voor de vissers in de kustwateren en met name voor de aalkwekers die voor de kweek afhankelijk zijn van glasaal gevangen in vooral Frankrijk. Daarom zal ik ook aandacht vragen voor de sociaal-economische gevolgen voor de visserij.

Daarnaast loopt het uitzetten van glasaal als beheersmaatregel voor het herstel van de aalstand een groot risico omdat de glasaalintrek in een relatief korte piekperiode plaatsvindt. Binnen de kaders van de Europese Aalverordening mag in Zuid-Europa gevangen glasaal worden ingezet voor uitzet in Noordwest-Europese wateren. Dit is als mogelijke beheersmaatregel in de Aalverordening opgenomen en wordt door veel EU-lidstaten als beheersmaatregel toegepast zo ook Nederland. Het is van belang dat glasaalvisserij voor de uitzet in het kader van het herstel van het aalbestand en de aalkweek mogelijk blijft. In de onderhandelingen zal ik me hiervoor inzetten.

Vangstmogelijkheden Middellandse Zee en Zwarte Zee 2023

Politiek akkoord

De Raad zal naar verwachting een politiek akkoord bereiken over de maximaal toegestane vangstmogelijkheden voor 2023 in de Middellandse en Zwarte Zee. De Europese Commissie heeft op 14 oktober 2022 haar voorstel voor de vangstmogelijkheden 2023 voor de Middellandse en Zwarte Zee gepubliceerd. Dit voorstel zal nog worden aangevuld met uitkomsten van de General Fisheries Commission for the Mediterranean (GFCM) en aanvullende data van de lidstaten. De voorgestelde vangstmogelijkheden zijn gebaseerd op wetenschappelijk advies en de relevante meerjarenplannen die voor het gebied gelden. Vanwege de slechte staat van demersale soorten in de Middellandse Zee stelt de Commissie aanvullende maatregelen voor om deze bestanden verder te ontzien.

Ik hecht er belang aan dat het beheer van visserijbestanden in alle Europese wateren op uniforme duurzame wijze wordt gerealiseerd. Het voorstel van de Commissie is in lijn met het wetenschappelijke advies en conform de relevante meerjarenplannen. De betrokken lidstaten zullen naar verwachting aangeven dat het voorstel grote sociaal-economische gevolgen heeft. De Nederlandse visserijsector heeft geen belangen in de Middellandse Zee en Zwarte Zee.

Evaluatie van de EU dierenwelzijnswetgeving (fitness check)

Tijdens de laatste Raad van 2022 is de fitness check van de EU dierenwelzijnswetgeving geagendeerd. De Commissie en het voorzitterschap zullen een toelichting geven op de fitness check, waarna een gedachtewisseling van de lidstaten volgt.

In het kader van de Mededeling van de Commissie inzake de «Van Boer tot Bord-strategie» heeft de Commissie toegezegd de EU-wetgeving inzake dierenwelzijn in 2023 te herzien. Doel is om een hoger niveau van dierenwelzijn te waarborgen door de regels af te stemmen op de meest recente wetenschappelijke kennis, het toepassingsgebied uit te breiden, regels gemakkelijker handhaafbaar te maken en bij te dragen aan een duurzamer voedselsysteem. Als eerste stap op weg naar de herziening heeft de Commissie een evaluatie («Fitness Check») van de huidige EU-wetgeving inzake dierenwelzijn uitgevoerd, met als doel te beoordelen of deze nog steeds geschikt is voor het beoogde doel, met name in hoeverre de regels relevant, efficiënt, effectief en coherent zijn en een toegevoegde waarde hebben. Deze is nu afgerond en de resultaten zijn opgenomen in een werkdocument van de diensten van de Commissie. De fitness check/evaluatie van de bestaande EU-dierenwelzijnswetgeving is gebaseerd op desk research, gerichte consultatie van belanghebbenden en een openbare consultatie, waaraan Nederland ook een bijdrage heeft geleverd (Kamerstuk 22 112, nr. 3392). Voor de kosten-batenanalyse van de bestaande EU-wetgeving is een externe studie uitgevoerd.

In de fitness check/evaluatie komt een aantal zaken naar voren:

• Het welzijn van veel dieren in de EU is verbeterd, vooral van dieren waarvoor gerichte/specifieke regelgeving bestaat: varkens, kalveren, leghennen en vleeskuikens. Ook hebben verbeteringen plaatsgevonden bij het transport en het doden van dieren. Er is echter nog een suboptimaal niveau van welzijn, vooral voor dieren waarvoor gerichte/specifieke regelgeving ontbreekt (b.v. voor melkkoeien en kweekvis). Maar ook bestaan nog krappe/gesloten huisvestingssystemen voor leghennen, zeugen en kalveren, die hun bewegingsvrijheid significant beperken en een belemmering vormen voor hun welzijn.

• De EU-dierenwelzijnswetgeving heeft bijgedragen aan gelijke voorwaarden voor exploitanten/bedrijven en hun economische activiteiten, maar deze niet volledig gewaarborgd. Verschillen in toepassing en handhaving vormen nog steeds belemmeringen voor grensoverschrijdende uitwisselingen en het bereiken van een vergelijkbaar niveau van dierenwelzijn in de hele EU. Dit is deels te wijten aan de vaagheid van bepaalde voorschriften. De handhaving van de huidige regels is onvoldoende. (Naleving is nog steeds grote uitdaging bij diertransport. Bepaalde bedwelmingsmethoden en het routinematig couperen van de staart van varkens vormen ook grote uitdagingen op het gebied van naleving. En robuuste indicatoren voor het monitoren en triggeren van verbeteringen in dierenwelzijn ontbreken).

• De EU-dierenwelzijnswetgeving wordt geacht verschillende extra voordelen te hebben opgeleverd voor dieren en de samenleving, zoals een hogere productiviteit per dier, verbeterde ecosysteemdiensten, een lager gebruik van antibiotica en een betere volksgezondheid. Dierenwelzijnseisen brengen ook extra kosten met zich mee, voor bedrijven en overheden. Hoewel de beschikbare gegevens er, zij het beperkt, op wijzen dat de baten voortvloeiend uit de dierenwelzijnseisen groter zijn dan de kosten – in ieder geval in de loop van de tijd –, zijn veel exploitanten van bedrijven van mening dat het marktrendement van voedsel dat met hogere welzijnsnormen is geproduceerd, onvoldoende is. Een beter rendement op investeringen in dierenwelzijn zou onder meer kunnen worden bereikt door betere en uitgebreidere informatie aan consumenten te verstrekken, zodat zij weloverwogen keuzes kunnen maken in overeenstemming met hun zorgen over dierenwelzijn.

• Met het oog op de doelstellingen van de van boer tot bord-strategie en de noodzaak om het EU-voedselsysteem duurzamer te maken, is er ruimte voor meer hefboomwerking van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het EU-handelsbeleid ter ondersteuning van de dierenwelzijnsdoelstellingen van de EU. Er wordt door geconsulteerde partijen gepleit voor meer samenhang tussen het interne wetgevingskader van de EU en de EU-benadering inzake de invoer van dierlijke producten. Sommige belanghebbenden uitten de mening dat verbeterde normen voor dierenwelzijn in strijd zijn met milieudoelstellingen. Dit is echter gebaseerd op de veronderstelling dat de consumptie van dierlijke producten ongewijzigd zou blijven, terwijl een transitie naar duurzamere voedselsystemen niet denkbaar is zonder veranderingen in voedselconsumptiepatronen.

• Al met al en ondanks de geboekte vooruitgang, blijft EU-dierenwelzijnswetgeving nog steeds relevant. Bovendien worden de toenemende maatschappelijke verwachtingen en ethische zorgen, wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en toekomstige uitdagingen op het gebied van duurzaamheid niet volledig weerspiegeld in de huidige regels. Daarom is de huidige EU-wetgeving inzake dierenwelzijn niet volledig geschikt om aan de huidige en toekomstige behoeften te voldoen.

Het staff working-document van de EC met de bevindingen van de fitness check zal dienen als input voor de herziening van de wetgeving. De bevindingen van de fitness check /evaluatie zien er deels herkenbaar uit en de conclusie dat de huidige EU-wetgeving inzake dierenwelzijn niet volledig geschikt is om aan de huidige en toekomstige behoeften te voldoen sluit aan bij mijn eerder gecommuniceerde inzet dat verdere verbetering nodig is (Kamerstuk 28 286 nr. 1255).

Gedachtenwisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten

De situatie op de landbouwmarkten zal ook op de laatste Landbouw- en Visserijraad van 2022 op de agenda staan. De oorlogssituatie in Oekraïne, met de daaruit voortvloeiende effecten op de markten vanwege de hoge energie- kunstmest- en voerprijzen, blijft hierbij centraal staan. Naar verwachting zal de Europese Commissie een overzicht geven van de laatste ontwikkelingen. Zo is de overeenkomst over de graanuitvoer vanuit Oekraïne over de Zwarte Zee met vier maanden verlengd tot 19 maart 2023. Samen met de ingestelde solidariteitscorridors heeft dit enige verlichting gebracht in de beschikbaarheid van granen op de wereldmarkt en zijn de prijzen getemperd. Ook zal de Commissie naar verwachting verwijzen naar de op 9 november jl. uitgebrachte mededeling over «het waarborgen van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van meststoffen». Deze mededeling is op de vorige Landbouw- en Visserijraad van 21 november jl. door de Commissie is gepresenteerd en door lidstaten besproken. Tot slot blijven ook dierziektes, zoals de vogelgriep en Afrikaanse varkenspest, impact hebben op landbouwmarkten.

Ik ondersteun de ingezette lijn om op EU-niveau de marktsituatie en prijsontwikkelingen nauw te blijven monitoren en de uitvoer van, voor de mondiale voedselzekerheid, cruciale landbouwproducten uit Oekraïne te blijven ondersteunen. Zoals aangekondigd in mijn brief van 9 november (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1469) zal ik de Kamer via een BNC fiche informeren over de kabinetslijn ten aanzien van de mededeling over meststoffen.

GLB Nationaal Strategische Plannen

Onder dit agendapunt zal de Commissie de Raad informeren over de stand van zaken van het goedkeuringsproces van de GLB-Nationaal Strategische Plannen. Het voorzitterschap biedt de Raad de gelegenheid tot een gedachtewisseling naar aanleiding van de verstrekte informatie. Ik zal daaraan deelnemen afhankelijk van de inbreng van de Commissie, die op dit moment nog niet bekend is.

Diversenpunt: High Level conferentie voedseletikettering (Brussel 11 november)

Onder de «overige» agendapunten (AOB) heeft het Tsjechische voorzitterschap de high level conferentie over voedseletikettering als punt ingebracht. Centraal thema op de conferentie was geharmoniseerde voedseletikettering en de impact op duurzame voedseletikettering. De conferentie vond plaats op 11 november 2022 in Brussel. Het Tsjechisch voorzitterschap zal naar verwachting een terugkoppeling geven van de bijeenkomst, stilstaan bij de uitkomsten en mogelijk ingaan op het vervolg van de conferentie.

Diversenpunt: Verordening gewasbeschermingsmiddelen

Het Tsjechisch voorzitterschap is voornemens om bij dit agendapunt te rapporteren over de voortgang van de besprekingen over het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen. De inhoud van de voortgangsrapportage (State of play) is nog niet bekend. Mogelijk dat aan de Raad ook een conceptbesluit zal worden voorgelegd om de Europese Commissie te verzoeken om een aanvullende effectbeoordeling uit te voeren. Zowel de inhoud van de voortgangsrapportage als een mogelijk concept Raadsbesluit zal mede afhangen van de nog geplande besprekingen in Raadswerkgroepen op 25 november en 7 december a.s. Ik vind het van belang dat -indien een dergelijke effectbeoordeling wordt uitgevoerd- de besprekingen van het voorstel kunnen doorgaan. Het is nodig om tempo te maken in het verminderen van het gebruik en de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen. In mijn brief van 17 november jl. heb ik u geïnformeerd over de voortgang tot nu toe (Kamerstuk 27 858, nr. 600).

Diversenpunt: Verordening Geografische Aanduidingen

Het Tsjechisch voorzitterschap heeft voor de Landbouw- en Visserijraad van 12 en 13 december 2022 onder «diversen» een punt geagendeerd over de Verordening Geografische Aanduidingen. De verordening Geografische Aanduidingen is op 31 maart 2022 gepubliceerd en beoogd het huidige systeem van geografische aanduidingen als intellectueel eigendomsrecht te versterken. Het voorzitterschap zal informatie geven over een stand van zaken van de voortgang van de verordening. Hierna zal naar verwachting de gelegenheid geboden worden aan lidstaten om te reflecteren op de voortgang tot nu toe. Tot nu toe zijn er echter nog geen stukken gepubliceerd voor deze vergadering en is dus ook nog niet met zekerheid te zeggen welke richting de eventuele gedachtewisseling op zal gaan. Mijn eventuele inzet op dit punt zal in lijn zijn met het BNC-fiche dat u op 13 mei jl. heeft ontvangen (Kamerstuk 22 112, nr. 3421)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema