Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023

Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2022

In deze brief geef ik, mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, een overzicht met de appreciatie van de ingediende amendementen met Kamerstuk 36 200 XIII, nrs. 19 en 20 met betrekking tot de wetsvoorstellen voor de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor 2023.

Ik heb tijdens de plenaire behandeling op 23 november jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 26, Begroting Economische Zaken en Klimaat en Nationaal Groeifonds) aangegeven dat ik het gewijzigde amendement met Kamerstuk 36 200, XIII, nr. 19 van de leden Thijssen, Kröger, Boucke en het gewijzigde amendement met Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 20 van de leden Thijssen, Kröger, Boucke schriftelijk zou appreciëren. Ik moet de gewijzigde amendementen naar aanleiding van het debat beide ontraden en zal hieronder toelichten waarom.

Amendement (Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 19): Extra middelen landelijk handhavingsteam energiebesparing

Tijdens de begrotingsbehandeling EZK voor 2023 is het amendement van lid Króger c.s. ingediend. Het amendement verhoogt het budget voor de «regeling toezicht energiebesparingsplicht» met 5 miljoen euro om een landelijk handhavingsteam voor Emission Trade System (ETS)-bedrijven op te starten.

Ik ontraad dit amendement, omdat er reeds 10 miljoen euro beschikbaar is gesteld binnen de specifieke uitkering Versterking Toezicht en Handhaving (SPUK VTH). Hiermee worden omgevingsdiensten geholpen in het uitbreiden van hun kennis over ETS-bedrijven. Binnen deze 10 miljoen euro is er ook geld voor een coördinatieteam ETS dat momenteel vorm wordt gegeven. Dit team helpt omgevingsdiensten die de specialistische kennis niet in huis hebben die nodig is voor het toezicht op de doelgroep ETS-bedrijven. Door deze omgevingsdiensten te ondersteunen en te faciliteren wordt beoogd dat de naleving van de energiebesparingsplicht bij ETS-bedrijven verhoogd wordt. Zij zullen er ook voor zorgen dat er een gelijk speelveld is voor ETS-bedrijven. Omgevingsdiensten geven aan momenteel erg te zijn geholpen met de extra SPUK gelden. Zij geven aan voor nu genoeg geld te hebben om de huidige plannen uit te voeren rondom de ETS-bedrijven.

Ik ontraad het amendement ook als deze betrekking heeft tot versterking van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) met betrekking tot de energiebesparingsplicht. Voor deze plicht heeft de ILT geen formele rol in de handhaving. Ik zal het coördinatieteam vragen of zij de ILT willen uitnodigen om, waar mogelijk, hun kennis en expertise te delen en uit te wisselen.

Amendement (Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 20): 3,5 miljoen uit SDE++ overhevelen voor opschalen energiefixers

Tijdens de begrotingsbehandeling EZK voor 2023 is het amendement van lid Thijssen c.s. ingediend. Het amendement verlaagt de begrotingsreserve van de SDE++ met 3,5 miljoen euro en stelt dit geld beschikbaar ter ondersteuning van gemeentes in hun lokale aanpak met energiecoaches en energiefixers.

Er lag bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een concept subsidieaanvraag voor 3,5 miljoen euro op energiefixers landelijk op te schalen. Het kabinet heeft zich actief ingezet om dit initiatief te ondersteunen en hier middelen voor te reserveren.

De aanvraag is echter recent ingetrokken omdat het initiatief zelf heeft besloten niet te starten. Dit vanwege veranderende marktomstandigheden, want gemeenten blijken al veel zelf te kunnen zonder landelijke coördinatie en kunnen beter inspelen op actieve benadering van bewoners. De toegevoegde waarde van het initiatief bleek dus kleiner dan gedacht. Daarnaast was er onvoldoende draagkracht bij de initiatiefnemers om dit verder uit te werken.

Het reeds gereserveerde geld bij BZK zal naar verwachting ingezet worden voor andere initiatieven die bijdragen aan de opschaling van energiefixers. Hierbij kan gedacht worden aan het opleiden en het werven van nieuwe fixers (en actief betrekken van mensen met een afstand tot arbeidsmarkt, uit verschillende culturele achtergronden en jongeren), maar ook extra ondersteuning aan lokale initiatieven.

Omdat het geld al gereserveerd was en nu wederom aan initiatieven als energiefixers wordt besteed en omdat gemeenten zelf reeds actief bezig zijn zonder noodzaak van landelijke coördinatie, is het niet nodig om middelen vanuit de EZK begroting hiervoor over te hevelen. Daarom ontraad ik dit amendement.

De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten