Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda JBZ-Raad 8 en 9 december (Kamerstuk 32317-790)
JBZ-Raad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D51775, datum: 2022-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D51775).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L.L. Nouse, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z23382:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Medeindiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-12-01 14:50: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-05 12:00: JBZ-Raad op 8 en 9 december 2022 in Brussel (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-12-05 12:00: JBZ-Raad op 8 en 9 december 2022 in Brussel (vreemdelingen- en asielonderwerpen) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-12-07 10:00: JBZ-Raad op 8 en 9 december 2022 in Brussel (is omgezet in een schriftelijk overleg op 5 december 2022) (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-12-07 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-12-21 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-01-20 14:00: Informele JBZ-Raad te Stockholm van 25, 26 en 27 januari 2023 (algemeen) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-01-24 18:30: Informele JBZ-Raad te Stockholm van 25, 26 en 27 januari 2023 (vreemdelingen- en asielonderwerpen) (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-01-25 14:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-03-09 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2022D51775 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de volgende stukken:
– Geannoteerde agenda JBZ-Raad 8 en 9 december, Kamerstuk 32 317, nr. 790;
– Verslag van de formele JBZ-Raad van 13 en 14 oktober 2022, Kamerstuk 32 317, nr. 785;
– Antwoorden op vragen commissie over de geannoteerde agenda JBZ-Raad op 13 en 14 oktober, Kamerstuk 32 317, nr. 772;
– Uitvoeringsaspecten verordening en richtlijn digitalisering justitiële samenwerking en toegang tot het recht, Kamerstuk 32 317, nr. 783;
– Commissievoorstel Raadsaanbeveling gecoördineerde EU-aanpak verhogen weerbaarheid van vitale infrastructuur.
De voorzitter van de commissie,
Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie,
Nouse
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie 3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie 5
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie 6
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie 8
II Antwoord / Reactie van de Bewindspersonen 8
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Richtlijn ontneming en confiscatie vermogensbestanddelen
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister de mening is toegedaan dat lidstaten moeten worden aangespoord om effectieve ARO’s (Asset Recovery Offices) in te richten, waardoor samenwerking tussen lidstaten om vermogensbestanddelen te bevriezen, te ontnemen en te confisqueren kan worden verbeterd. Deelt de Minister voorts de mening dat eerst ARO’s in alle lidstaten operationeel en effectief moeten zijn en goed moeten kunnen samenwerken, voordat een discussie over meer Europese bevoegdheden voor ARO’s over het detecteren van overtredingen van sancties tegen Rusland kan worden beslecht?
De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast in het BNC-fiche dat de Minister bij de onderhandelingen over de richtlijn aandacht vraagt voor het belang van toegang tot nationale bankgegevens, zodat bijvoorbeeld via een snelle «hit-no-hit»-bevraging van het banksaldo van een verdachte op een efficiënte manier kan worden bepaald of het waardevol is om een Europees Bevriezingsbevel op te stellen. Deze leden delen de inzet van de Minister om informatie-uitwisseling tussen ARO’s en tussen banken en ARO’s zo veilig en efficiënt mogelijk te maken. Kan de Minister hierbij ook inzetten op het delen van andere informatie tussen ARO’s en banken dan alleen identificerende persoonsgegevens? Deze leden zijn van mening dat ook banksaldi en alle relevante transactiegegevens tussen banken en ARO’s uitgewisseld moeten kunnen worden. Is de Minister bereid dit punt mee te nemen in de onderhandelingen?
De leden van de VVD-fractie benadrukken het belang van effectieve internationale samenwerking om criminele geldstromen te volgen en criminele (en onverklaarbare) vermogens te ontnemen. Kan de Minister bij de onderhandelingen over deze richtlijn zoveel mogelijk rekening houden met de procedure die is uitgewerkt in het wetsvoorstel Non-conviction based confiscation? Kan de Minister de Kamer informeren als er een concept-gemeenschappelijk standpunt in de Raad voorligt dat op essentiële onderdelen afwijkt van de inzet van het Minister zoals dat in het BNC-fiche is verwoord?
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister bij de bespreking van de richtlijn ontneming en confiscatie vermogensbestanddelen nader uiteen kan zetten wat de inzet is van de Minister op het gebied van bevriezen en confiscatie van cryptovaluta. Welke instrumenten zijn nodig om snel en effectief tot bevriezing of confiscatie over te gaan en ziet de Minister mogelijkheden om deze instrumenten op Europees niveau af te spreken?
Verordening voorkomen en bestrijden seksueel kindermisbruik (CSA)
De leden van de VVD-fractie steunen alle effectieve initiatieven om online kindermisbruik te voorkomen en te bestrijden en zijn voorstander van een Europese aanpak. In dat kader vragen zij wanneer de Minister verwacht dat er in de Raad overeenstemming kan worden bereikt over de CSA-verordening. Kan de Minister de laatste stand van zaken schetsen met betrekking tot de taken en bevoegdheden van het nieuw op te richten EU-centrum ter voorkoming en bestrijding van CSA? Is de inzet van Nederland nog steeds om dit centrum te huisvesten bij Europol? Zo ja, zijn hier al gesprekken met Europol over gevoerd? Welke lidstaten steunen Nederland om het EU-centrum in Den Haag te huisvesten? Zijn er ook al gesprekken gevoerd met de gemeente Den Haag over de mogelijke huisvesting van dit centrum in Den Haag?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel dat het EU-centrum een tool ontwikkelt op basis waarvan een hostingbedrijf content scant. Hoe staat het met de ontwikkeling hiervan? Kan de Minister hierbij ook aangeven wat de rol wordt van de Autoriteit Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (AKTM)? Deze leden vragen of de Minister ook de rapportages van de monitor van de TU Delft betrekt in de onderhandelingen over de CSA-verordening en in hoeverre de inzichten van de monitor van de TU Delft op EU-niveau kunnen worden gebruikt om zicht te houden op hostingbedrijven die CSA-beeldmateriaal hosten.
De leden van de VVD-fractie brengen in herinnering dat de Minister in juli 2022 aan de Kamer schreef dat de verhouding tussen de zorgplicht uit het wetsvoorstel uitvoeringswet Terroristische online inhoud (TOI) voor hostingbedrijven om passende en evenredige maatregelen te treffen en de inspanningsplicht voor hostingbedrijven die voortvloeit uit de voorgestelde CSA-verordening nadere bestudering vergt (Kamerstuk 32 317, nr. 770). Kan inmiddels nader worden toegelicht hoe het een zich tot het ander verhoudt?
Raadsaanbeveling weerbaarheid kritieke infrastructuur
De leden van de VVD-fractie lezen dat met dit commissievoorstel de implementatie van de Richtlijn veerkracht kritieke entiteiten (CER) en de Herziening richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging (NIS2) versneld gaat worden. Deze leden zijn blij met een versnelling maar willen uiteraard dat dit gepaard gaat met zorgvuldigheid. Op welke manier zorgt de Minister ervoor dat de versnelling kan plaatsvinden in combinatie met zorgvuldigheid? Wanneer wordt met de versnelling van de implementatie van de CER en de NIS2-richtlijn, de daadwerkelijke implementatie verwacht?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister het voorstel steunt waarbij de Europese Commissie (EC) een onderzoek zal uitvoeren naar de onderzeese kabelinfrastructuur. Deze leden zijn blij met dit onderzoek. Op welke manier gaat Nederland invulling geven aan dit onderzoek? Kan de regering de Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen van het onderzoek?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Verordening voorkomen en bestrijden seksueel kindermisbruik (CSA)
De leden van de D66-fractie wijzen de Minister graag op de inbreng van het schriftelijk overleg over de kabinetsreactie op de motie van het lid Van Raan c.s. over end-to-endencryptie in stand houden (Kamerstuk 26 643, nr. 908). Deze leden spreken zich daarin uit tegen chatcontrol in commissievoorstel COM/2022/209 en zullen hiertoe een motie indienen.
Zoals eerder gesteld, onderstrepen de leden van de D66-fractie het belang van een gezamenlijke aanpak van seksueel kindermisbruik. Met de Minister maken zij zich nog wel zorgen over de verplichtingen die worden opgelegd aan hoogrisicoaanbieders van hostingdiensten en interpersoonlijke communicatiediensten om materiaal van CSA of grooming te detecteren. Kan de Minister in dat licht reageren op de conclusies uit het rapport van de European Data Protection Supervisor (EDPS) en de European Data Protection Board (EDPB)?
De leden van de D66-fractie hebben daarnaast nog een aantal andere zorgen over het voorstel. Hoe kijkt de Minister aan tegen het risico dat in de huidige vorm de opsporingsautoriteiten overbelast zouden worden door het grote aantal vals positieven? Daarnaast bevestigt de Minister in eerdere antwoorden dat de voorgestelde verordening geen grondslag biedt voor vrijwillige detectie door aanbieders van interpersoonlijke communicatiediensten. De alternatieve route die daarbij wordt geschetst via een detectiebevel is weliswaar met veel waarborgen omkleed, maar zal in de praktijk waarschijnlijk een aantal jaar kosten. In die tijd kunnen middelen die interpersoonlijke communicatiediensten nu inzetten tegen grooming en CSAM niet worden gebruikt. Herkent de Minister deze zorgen? Welke mogelijkheden ziet zij om hier een oplossing voor te vinden? Deze leden vragen of er al meer bekend is over het krachtenveld. Welke andere lidstaten maken zich hard voor veilige encryptie en staan kritisch tegenover dit onderdeel van het voorstel? Op welke manier zoekt de Minister de samenwerking met hen op?
Richtlijn SLAPP (Strategic Lawsuits Against Public Participation)
De leden van de D66-fractie stellen zich nogmaals op het standpunt dat het voeren van strategische rechtszaken tegen publieke inspraak, tegen kritische journalisten of mensenrechtenactivisten om hen er van te weerhouden hun belangrijke werk te doen, de EU-waarden en het rechtssysteem ondermijnen. De persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting zijn fundamentele rechten en de toegang tot informatie voor burgers is een onmisbaar element voor een gezonde democratie. Deze leden zijn dan ook groot voorstander van de conceptrichtlijn om deze praktijk aan te pakken en achten het van het grootste belang dat de Minister een voortrekkersrol neemt om tot instemming te kunnen komen binnen de Raad. Kan de Minister uiteenzetten hoe zij het wetgevingsproces voor de conceptrichtlijn zal bevorderen? Kan de Minister uiteenzetten hoe zij, ondanks invloeden van lidstaten die de persvrijheid minder hoog in het vaandel hebben staan, zal bepleiten dat het huidige voorstel niet afgezwakt mag worden? Binnen welke tijdsspanne voorziet de Minister instemming en implementatie van de richtlijn?
Daarnaast merken de leden van de D66-fractie op dat naast de richtlijn, die alleen op grensoverschrijdende SLAPP’s ziet, de EC gelijktijdig een aantal aanbevelingen aan de lidstaten heeft gepubliceerd om de zuiver nationale SLAPP’s aan te pakken. Een van de belangrijkste aanbevelingen is dat er systematische en gecoördineerde monitoring van SLAPP’s binnen lidstaten moet plaatsvinden. De Minister heeft in het BNC-fiche aan de Eerste Kamer van 3 juni 2022 laten weten dat er geen indicatie is dat juridische intimidatie een probleem is in Nederland en dat derhalve niet gemonitord zal worden. Deze leden betreuren dit ten zeerste. Zij stellen dat uit het I&O Research PersVeilig onderzoek van 2021 bleek dat zo´n 20% van de journalisten in Nederland wel eens te maken heeft gehad met juridische intimidatie. Deze leden merken hierbij op dat intimidatie die uitgaat van het dreigen met een rechtszaak vaak even effectief kan zijn als het starten van een rechtszaak. Het is voor hen onvoorstelbaar dat een EU-breed probleem zich in alle lidstaten voordoet, maar Nederland overslaat. Kan de Minister toezeggen opvolging te geven aan de aanbeveling van de EC door systematische en gecoördineerde monitoring van SLAPP’s te laten plaatsvinden?
Overig
De leden van de D66-fractie merken op dat uit de EU-richtlijn (2016/680) de verplichting voor lidstaten voortvloeit om logbestanden bij te houden in het kader van strafrechtelijk onderzoek en vervolging.1 Deze verplichting is neergelegd in artikel 32a Wet politiegegevens (Wpg). Dat artikel is tot op heden nog niet in werking getreden. De Minister gaf in 2021 aan dat het artikel nog niet in werking was getreden om de politie de ruimte en tijd te geven om de ICT-systemen geleidelijk aan te passen.2 Bovengenoemde richtlijn verplicht lidstaten de omzetting uiterlijk 6 mei 2023 te hebben voltooid.3 Deze leden vragen hoe het staat met de voortgang van de aanpassing van de ICT-systemen bij de politie en het verwachte tijdstip van inwerkingtreding. Kan de Minister toelichten hoe het staat met de voortgang, en of artikel 32a Wpg al voor de uiterlijke omzettingsdatum in werking kan treden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de JBZ-raad op 8 en 9 december 2022 en de overige stukken op de agenda. Deze leden hebben nog enkele vragen.
Richtlijn ontneming en confiscatie vermogensbestanddelen
De leden van de CDA-fractie lezen dat gediscussieerd zal worden over de Richtlijn ontneming en confiscatie vermogensbestanddelen. Naar verwachting zal het toekennen van bevoegdheden aan ARO’s ter preventie en detectie van overtredingen van sancties gericht tegen Rusland een significante uitbreiding betekenen van het werk van ARO’s. Dit zal ten koste gaan van andere taken, zoals het opsporen en ontnemen van vermogen uit georganiseerde criminaliteit. Deze leden vragen of in dat geval het opsporen en ontnemen van vermogen uit georganiseerde criminaliteit opgevangen wordt door andere organisaties. In hoeverre gaat de uitbreiding van bevoegdheden aan ARO’s ten koste van opsporing en ontneming van crimineel vermogen?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister in de Raad haar steun gaat uitspreken over het voorstel. In hoeverre sluit het voorstel over onverklaarbaar vermogen aan bij het wetsvoorstel Non-Conviction Based Confiscation en op welke punten verschilt het daarvan?
Richtlijn milieustrafrecht
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister voornemens is om haar steun uit te spreken voor het voorstel om de richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht te herzien en te vervangen. Deze leden lezen ook in de beantwoording van de vragen en opmerkingen over de geannoteerde agenda van de JBZ-raad van 13 en 14 oktober 2022 dat drugsdumpingen in bepaalde gevallen een milieudelict in de zin van deze richtlijn kan opleveren. Heeft de modernisering van de richtlijn invloed op het sanctiearsenaal dat wordt toegepast als een persoon schuldig wordt bevonden aan een milieudelict dat is ontstaan door drugsdumpingen, zoals op het gebied van de op te leggen straf?
Richtlijn SLAPP
De leden van de CDA-fractie lezen dat op dit moment geen SLAPP’s als zodanig bekend zijn en vragen of dit een gevolg is van de al bestaande ondersteuning aan doelwitten van SLAPP’s zoals bewustwordingscampagnes, of dat hier andere ontwikkelingen aan ten grondslag liggen. Op welke manier wordt in Nederland op dit moment ondersteuning geboden aan doelwitten van SLAPP’s?
Werklunch: Strijd tegen antisemitisme
De leden van de CDA-fractie lezen dat tijdens de werklunch de Raad van gedachten zal wisselen over de gezamenlijke aanpak van antisemitisme en dat het op gebied van het bestrijden van antisemitisme naast een repressieve aanpak het ook gaat om een preventieve aanpak, waarbij wordt ingezet op de bevordering van bewustwording van antisemitisme in de samenleving. Wat kan Nederland op dit gebied leren van andere lidstaten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Geannoteerde agenda JBZ-Raad 8 en 9 december
De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de toespraak van Von der Leyen die in de Staat van de Unie refereerde aan de uitbreiding van de EU-responscapaciteiten. Zoals de Minister wel bekend is zijn deze leden uiterst kritisch over het op Europees niveau aanwenden van dergelijke capaciteit. Lidstaten zijn daar zelf verantwoordelijk voor en kunnen in geval van nood rekenen op bijstand van buurlanden, zoals de praktijk ook geregeld aantoont. De motie van het lid Van Nispen over het niet instemmen met het oprichten van rescEU getuigt hiervan (Kamerstuk 32 317, nr. 539). Is de Minister bereid om zich actief te verzetten tegen deze overbodige uitbreiding van EU-responscapaciteiten? Waarom wel of niet? In het verlengde hiervan zijn deze leden ook kritisch over de Europese aanschaf van energiegerelateerde responscapaciteiten specifiek om Oekraïne bij te staan. Is de Minister voornemens hieraan bij te dragen? Waarom wel of niet? Onderschrijft de Minister dat de noodzakelijke solidariteit met Oekraïne ook bilateraal kan worden verwezenlijkt door zelf in het kader van winterization energiegerelateerde responscapaciteiten uit te lenen aan Oekraïne? Waarom wel of niet?
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van een mogelijke overeenstemming op het dossier van E-evidence. Kan de Minister dit bevestigen? Indien een overeenkomst is bereikt, wat is dan de uitkomst van het vraagstuk over de notificatieprocedure bij grensoverschrijdende bevriezingen? Is dit conform het standpunt van de Nederlandse regering? Zo nee, in welke opzichten wijkt het hier vanaf? Gaat Nederland instemmen met de onderhandelingsuitkomst?
De leden van de SP-fractie hebben een vraag over de beraadslaging over de Richtlijn milieustrafrecht. Hebben deze leden het goed begrepen dat milieucriminaliteit effectiever zal worden aangepakt, maar dat Nederland heeft gepleit om strafbaarstellingen van dood door schuld en doodslag door milieudelicten te schrappen omdat vervolging hiervoor reeds mogelijk is? Geldt dit alleen voor Nederland of voor alle lidstaten? Kan de Minister dit toelichten? Erkent de Minister dat het vraagstuk bij milieudelicten die tot gezondheidsschade of de dood leiden juist een probleem zijn van bewijsbaarheid? Hoe houdt de Minister dit vraagstuk in het oog bij het behandelen van deze richtlijn?
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister voornemens is om akkoord te gaan met de Verordening digitalisering en justitiële samenwerking. Hebben deze leden het goed begrepen dat met dit voorstel allerlei communicatie voortaan in principe digitaal plaats zal vinden? Betekent dit dan ook dat voor andere communicatie dan de 23 grensoverschrijdende instrumenten, ook communicatie binnen de lidstaten voortaan in principe digitaal plaats moet vinden? Eén van de richtlijnen die het namelijk betreft is bijvoorbeeld Richtlijn 2003/8 betreffende rechtsbijstand. De leden van de SP-fractie vragen wat de betekenis van dit voorstel is voor de pilots die thans plaatsvinden in het kader van maatschappelijke effectieve rechtspraak. Betekent dit bijvoorbeeld dat aanvragen bij de buurtrechtbank, wijkrechtbank of Huis van het Recht in principe digitaal plaats gaan vinden? Betekent dit dat deze experimenten een internationale component gaan krijgen omdat bijvoorbeeld andere EU-onderdanen daarvan digitaal gebruik mogen maken?
De leden van de SP-fractie hebben nog een vraag over een recente brief van de regering over dit voorstel (Kamerstuk 32 317, nr. 783). Er zijn namelijk zorgen over de (veel) hogere kosten die mogelijk gepaard gaan met dit voorstel, zoals blijkt uit de brief van de regering van 14 oktober jl. Welke conclusies trekt de Minister hieruit? Is het mogelijk om deze (extra) hoge kosten te verhalen op bepaalde fondsen van de EC ten behoeve van justitie zodat Nederland hier niet zelf voor op hoeft te draaien?
De leden van de SP-fractie zijn verheugd om te lezen dat mogelijk in mei volgend jaar eindelijk een akkoord wordt bereikt over de EU-toetreding tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), al zij het op onderhandelaarsniveau. Deze leden vernemen uit de geannoteerde agenda dat de discussie over de rechtsmacht in het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid de laatste strohalm is. Wat is de inzet van de Nederland op dit punt en wat is de verwachte uitkomst? Er is immers zicht op een uitkomst omdat een akkoord in mei wordt verwacht.
De leden van de SP-fractie willen informeren naar de Raadsaanbeveling procedurele rechten van verdachten en beklaagden in voorlopige hechtenis en materiële detentievoorwaarden. Deze leden begrijpen dat convergentie tussen de lidstaten zou moeten leiden tot verbetering van grensoverschrijdende samenwerking. Kan de Minister aangeven waar in de praktijk tegenaan wordt gelopen en waarom convergentie voor Nederland nuttig is? Wat zou dat in de praktijk gaan betekenen voor Nederland om te convergeren?
Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken 13 en 14 oktober
De leden van de SP-fractie lezen dat bij de discussie over de herziening van de Richtlijn milieustrafrecht is gepleit voor omzetgerelateerde boetes. Heeft de Minister zich daar ook achter geschaard? Waarom wel of niet?
De leden van de SP-fractie willen nogmaals stilstaan bij de verordening om seksueel misbruik van kinderen aan te pakken. Deze leden hebben in het verleden diverse kritische vragen gesteld ondanks dat ze de doelstellingen steunen. Heeft de Minister kennisgenomen van de brief van de Autoriteit Persoonsgegevens van 30 november jl.? Wat vindt de Minister van de diverse zorgpunten die in deze brief worden aangestipt? Deze leden ontvangen graag een inhoudelijke reactie en een plan van de Minister om deze zorgpunten ook in Brussel te doen landen. Kan de Minister tevens een reactie geven op de opinie van de Data Protection Supervisor over deze Verordening?
Overige
De leden van de SP-fractie willen dit schriftelijk overleg gebruiken om hun zorgen te delen over de Europese witwasautoriteit, ondanks de steun van deze fractie tot een strenge aanpak van witwassen. Kan de regering hiertoe een reactie geven op het artikel «Wat betekent de Europese witwasautoriteit voor de Nederlandse advocatuur?» dat op 15 november jl. in het Advocatenblad verscheen?4 Deze leden merken op dat er op dit moment in Nederland een rationeel en gewogen debat plaatsvindt over de toekomst van de toezicht op de advocatuur, maar dat Europa nu vanaf de zijlijn hard in lijkt te gaan grijpen met de voorgenomen autoriteit. Kan de Minister hierop reageren? Vreest de Minister ook dat plannen om tot een Europese witwasautoriteit te komen ten kosten gaan van de onafhankelijkheid van de advocatuur en hun beroepsgeheim?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie is ervan overtuigd dat bij de aankomende JBZ-raad de Nederlandse focus sterk mag liggen op de Richtlijn milieustrafrecht en de uitwerkingen hiervan voor Nederland. Een actualisatie van het milieustrafrecht staat op de agenda en het is daarbij van belang niet te vergeten dat we als Nederland stroomafwaarts liggen aan de Rijn en Maas. Dit lid voorziet in waterkwaliteit een komende crisis vergelijkbaar met de stikstofcrisis. Het feit is echter nu dat waternormen en -kaders binnen de EU verschillen. Het is binnen de huidig lopende discussie, waar men de wetgeving rondom milieudelicten wil rechttrekken, juist van belang hier nu al op in te spelen. Anders zit Nederland over een paar jaar met de gebakken peren. Op deze manier kunnen we nu voorkomen dat onze samenleving over 10 jaar de rekening betaalt van verschillende Belgisch, Duitse en Franse waterkwaliteitsnormen.
Het lid van de BBB-fractie wil graag de aandacht vestigen op het agendapunt over bosbranden. Er wordt gesteld dat de Nederlandse inbreng vooral zal rusten op het voorkomen van bosbranden. Waar dit lid onderstreept dat preventie wenselijk is in het kader van voorkomen boven genezen, wil zij wel aangeven dat de bluscapaciteit binnen Nederland momenteel op het gebied van bosbranden niet op orde is. Er is enkel één team gespecialiseerd in bosbranden. Toen in de zomer van 2020 meerdere grote bosbranden uitbraken binnen Nederland was het enkel de factor geluk (door de COVID-19 situatie hadden de Duitsers en defensie capaciteit over om te helpen) die ervoor gezorgd heeft dat er capaciteit was om de bosbranden überhaupt te bestrijden. De Algemene Rekenkamer onderstreepte deze conclusie in 2021 ook.
Het lid van de BBB-fractie wil erop wijzen dat de insteek op preventie als Nederland allicht wat kortzichtig is, gezien het feit dat we zelf onze brandweer niet op orde hebben. Voorkomen is uiteraard altijd beter dan genezen, maar als je dan toch ziek wordt hoop je toch wel in het ziekenhuis terecht te kunnen. Daarom ook het verzoek op dit agendapunt de focus te verleggen naar hoe we operationeel, ook in Europees verband, samen de bluscapaciteit kunnen opschroeven.