Het prudent persons principle en het beleggen met geleend geld in de Wet toekomst pensioenen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2022D51870, datum: 2022-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kv-tk-2022Z24076).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van zaak 2022Z24076:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Indiener: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2022Z24076
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het prudent persons principle en het beleggen met geleend geld in de Wet toekomst pensioenen (ingezonden 5Ā december 2022).
Vraag 1
Herinnert u zich de volgende vraag uit het wetgevingsoverleg van 2Ā december: Ā«Heeft de Minister laten toetsen of in de situatie met opheffing van de leenrestrictie in combinatie met het individueel toerekenen van rendementen, nog steeds wordt voldaan aan de prudent person regel. De Minister geeft in haar toelichting aan dat het fonds als geheel niet hoeft te lenen en er daardoor geen strijd is met dit beginsel. Echter, dat geldt op macro-niveau dus voor het fonds en is niet anders dan in het huidige stelsel waar dit eveneens op fondsniveau wordt beoordeeld. Kan de Minister heel specifiek aangeven hoe de individuele toedeling (die dus formeel negatief kan worden zonder aanvullende wetgeving) tĆ³ch niet in de weg staat aan de prudent person regel?Ā»
Vraag 2
Wilt u deze vraag heel precies beantwoorden?
Vraag 3
Kunt u zich een omstandigheid voorstellen waarin meer dan 100% investeren in aandelen voor een individu/cohort in overeenstemming kan zijn met het prudent persons principle (PPP), dat is vastgelegd in de IORP-II richtlijn? Zo ja, kunt u die casus beschrijven en aangeven hoe hoog die blootstelling zou kunnen zijn in dat geval?
Vraag 4
Klopt het dat volgens de IORP-II aan de PPP voldaan moet worden op individueel (deelnemer) niveau?
Vraag 5
Acht u een risicoblootstelling van 1.600% aan zakelijke waarden voor 25-jarigen āĀ zoals opgenomen in het De Nederlandsche Bank (DNB-)modelĀ ā in overeenstemming met het PPP?
Vraag 6
Acht de toezichthouder DNB een risicoblootstelling van 1600% aan zakelijke waarden voor 25-jarigenĀ ā zoals opgenomen in het DNB-modelĀ ā in overeenstemming met het PPP?
Vraag 7
Wilt u aan DNB expliciet vragen welke risicoblootstelling aan zakelijke waarden zij āĀ mogelijk per leeftijdscategorieĀ ā maximaal in overeenstemming achten met het PPP en het antwoord terugkoppelen aan de Tweede Kamer?
Vraag 8
Herinnert u zich dat er oorspronkelijk een maximum van 150% blootstelling aan zakelijke waarden in het wetsvoorstel zat (zie bijvoorbeeld de handelingen van de Tweede Kamer van 10Ā november 2022)?1
Vraag 9
Wie heeft ervoor gelobbyd om zelfs die limiet van 150% uit het wetsvoorstel te verwijderen?
Vraag 10
Op basis van welke nieuwe inzichten of welke lobby heeft u besloten om elke vorm van leenrestrictie los te laten in het nieuwe wetsvoorstel? Op welke dag heeft u dat besluit genomen?
Vraag 11
Herinnert u zich dat er in de nota naar aanleiding van het nader verslag van het wetsvoorstel geen leenrestrictie meer was voor het solidaire contract, maar wel een blootstelling van maximaal 100% aan zakelijke waarden in het flexibele contract?2
Vraag 12
Herinnert u zich dat er bij de artikelsgewijze behandeling volgens u ineens sprake was van het opheffen van de leenrestrictie in het flexibele contract (ten minste als er een solidariteitsreserve is)?
Vraag 13
Kunt u aangeven hoe het nu precies zit met de leenrestrictie in het flexibele contract en waar het goed en waar het niet goed is meegedeeld in de wetsbehandeling in het parlement?
Vraag 14
Vindt u het nog steeds een idee om een jongere verplicht en zonder inspraak een beleggingsrisico te laten lopen van zeg 150% in aandelen in een fonds waar de jongere verplicht aan deelneemt en dus het risico te laten lopen dat de pensioenpot in enig jaar ook helemaal leeg is? Zo ja, bent u dan in de toekomst bereid om een gesprek te voeren met een jongere wiens pensioenpot helemaal leeg is?
Vraag 15
Welke exposure aan zakelijke waarden (en aan derivatenrisico) acht u aanvaardbaar voor de jongste generatie in elk van de beide contracten?
Vraag 16
Kunt u voor de tweede termijn met een nota van wijziging komen die een leenrestrictie aanbrengt?
Vraag 17
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden en ten minste 24Ā uur voor de voortzetting van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel?