Jaarrapportage drinkwaterkwaliteit 2021 en bedrijfsverslagen drinkwatersector 2021
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2022D51910, datum: 2022-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-593).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Bedrijfsverslag 2021 PWN
- Bedrijfsverslag 2021 Dunea
- Bedrijfsverslag 2021 Waternet
- Beslisnota bij: Jaarrapportage drinkwaterkwaliteit 2021 en bedrijfsverslagen drinkwatersector 2021
- Bedrijfsverslag 2021 Oasen
- Rapportage Drinkwaterkwaliteit 2021
- Bedrijfsverslag 2021 WML
- Bedrijfsverslag 2021 Vitens
- Bedrijfsverslag 2021 Waterbedrijf Groningen
- Bedrijfsverslag 2021 Evides
- Bedrijfsverslag 2021 WMD
- Bedrijfsverslag 2021 BW
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -593 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z24112:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-12-08 16:44: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-21 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-07 10:00: Water (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-08 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 593 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2022
Hierbij ontvangt u het rapport «Drinkwaterkwaliteit 2021». Met de rapportage geeft de ILT invulling aan haar wettelijke taak om jaarlijks verslag te doen van de kwaliteit van het Nederlandse drinkwater. Daarnaast ontvangt u de «bedrijfsverslagen 2021» van de tien drinkwaterbedrijven in Nederland. De bedrijfsverslagen worden jaarlijks aan de ILT toegezonden en geven inzicht in de financiële resultaten van de drinkwaterbedrijven.
Rapport Drinkwaterkwaliteit 2021
Als toezichthouder beoordeelt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) of het drinkwater voldoet aan de wettelijke normen van het Drinkwaterbesluit. Het doel van het wettelijk meetprogramma is controleren of de kwaliteit van het drinkwater na zuivering goed is en goed blijft tot het aankomt bij de consument.
Het rapport Drinkwaterkwaliteit 2021 laat zien dat de drinkwaterbedrijven ook in 2021 water van goede kwaliteit leverden. Het drinkwater voldeed bij 99,9% van de metingen aan de gestelde normen. Ook reageerden drinkwaterbedrijven goed op incidenten (zoals een incidentele normoverschrijding) en op verontreinigingen in het oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor de productie van drinkwater.
Wettelijk meetprogramma
Als onderdeel van het wettelijk meetprogramma zijn er 544.006 metingen uitgevoerd in 2021. Van de genomen monsters voldeed 99,9% aan de wettelijke normen. Dit beeld komt overeen met het beeld uit 2020 (99,9%). In 747 gevallen voldeed het drinkwater niet aan de norm, waarbij het in 617 gevallen ging om stoffen zonder gevaar voor de volksgezondheid. Door de vroegtijdige signalering, het tijdig nemen van maatregelen, het geven van informatie en waar nodig de afstemming met de toezichthouder wordt gevaar voor de volksgezondheid zoveel als mogelijk voorkomen.
Normoverschrijdingen
Van de 130 normoverschrijdingen in 2021 waar mogelijk wel risico voor de volksgezondheid was, hebben 111 overschrijdingen een microbiologisch karakter: de groei van Legionella (66 gevallen) en verontreinigingen van E.coli-bacteriën en Enterococcen (samen 45 gevallen). De overige 19 normoverschrijdingen hebben betrekking op chemische parameters. In alle gevallen ging het om incidenten waarbij geen langdurige overschrijding en/of te hoge blootstelling voor de gezondheid is vastgesteld. Bij constatering van deze verontreinigingen namen de drinkwaterbedrijven maatregelen. Meestal bestaan die uit het nemen van herhalingsmonsters, het geven van kookadvies of andere adviezen aan getroffen klanten of het nemen van corrigerende maatregelen zoals spuien, spoelen en eventueel desinfecteren.
PFAS in drinkwater
Op uiterlijk 12 januari 2026 moet het drinkwater in alle lidstaten voldoen aan de normen voor PFAS-stoffen in de nieuwe Europese Drinkwaterrichtlijn (DWR). Voor de «Som van PFAS» wordt de norm dan 0,1 µg/L. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat het Nederlandse drinkwater hier nu al aan voldoet. Voor dit landelijke RIVM-onderzoek waren meetgegevens beschikbaar tussen 2015 en februari 2021. In de Kamerbrief van 19 oktober jl. zijn de meetresultaten nader geduid en is beschreven welke acties het kabinet onderneemt om de gehaltes PFAS in drinkwater verder terug te brengen.1
Bedrijfsverslagen drinkwatersector 2021
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt in het kader van de doelmatigheid van de drinkwaterbedrijven toezicht op de totstandkoming van de drinkwatertarieven en op de bedrijfsverslagen van de drinkwaterbedrijven. De bedrijfsverslagen geven inzicht in de kostenopbouw van de drinkwatertarieven en het gerealiseerde bedrijfsresultaat over de wettelijke drinkwateractiviteiten. Binnen dit kader wordt u geïnformeerd over de toetsing van de bedrijfsverslagen over 2021.
Beoordeling bedrijfsverslagen 2021
De bedrijfsverslagen zijn toegezonden in het kader van artikel 12 van de Drinkwaterwet. De 10 drinkwaterbedrijven hebben de bedrijfsverslagen tijdig aangeleverd. De bedrijfsverslagen beschikken over een goedkeurende verklaring van een registeraccountant en geven inzicht in de wettelijk vereiste gegevens, waaronder de gerealiseerde vermogenskosten over het jaar 2021. Daarmee voldoen de 10 bedrijfsverslagen aan alle eisen die de Drinkwaterwet hieraan stelt. De ILT zal de inhoud van de bedrijfsverslagen betrekken bij het toezicht op de drinkwatertarieven van 2023.
Gerealiseerde vermogenskosten
De gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC), bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Drinkwaterwet, is voor de kalenderjaren 2020 en 2021 vastgesteld op 2,75%. Deze vermogenskostenvoet geeft het redelijk rendement op het geïnvesteerd vermogen weer dat als norm geldt voor de Nederlandse drinkwaterbedrijven.
In 2021 heeft één drinkwaterbedrijf de wettelijk vastgestelde vermogenskostenvoet overschreden. Dit betekent dat het gedeelte van de gerealiseerde vermogenskosten dat hoger is dan de wettelijk toegestane vermogenskosten uiterlijk in 2023 gecompenseerd moet worden (dat wil zeggen: in mindering gebracht moet worden op toegestane vermogenskosten van dat jaar).
Het gewogen gemiddelde van de gerealiseerde vermogenskosten voor de gehele drinkwatersector bedraagt 2,08% in 2021 (2,52% in 2020). Waternet is vanwege de afwijkende financiële structuur niet in dit gemiddelde opgenomen.
De gemiddelde gerealiseerde vermogenskostenvoet is aanmerkelijk lager dan vorig jaar. De reden voor deze afwijking is grotendeels te wijten aan de veranderde economische situatie. Deze leidde in 2021 al tot sterk stijgende prijzen voor materialen, chemicaliën en energie.
De drinkwatertarieven van 2021 zijn in het najaar van 2020 vastgesteld. De kosten in het boekjaar 2021 vielen veelal hoger uit dan waarmee rekening is gehouden bij de begroting.
De vastgestelde tarieven bestaan uit twee componenten; de begrote kosten en de begrote vermogenskosten (voor zowel eigen als vreemd vermogen). Doordat de kostencomponent hoger is uitgevallen dan begroot, neemt hierdoor de ruimte voor de vermogenskosten af. De gerealiseerde WACC is daarom voor de meeste bedrijven lager uitgevallen dan de begrote WACC.
Maximaal toegestane eigen vermogen in het totaal vermogen
Het maximaal toegestane eigen vermogen in het totale vermogen (solvabiliteit) is voor de kalenderjaren 2020 en 2021 vastgesteld op 70%. Alle bedrijven voldoen aan deze wettelijke eis.
De gewogen gemiddelde solvabiliteit voor de gehele drinkwatersector bedraagt in 2021 43,7% (41,5% in 2020). Waternet is ook hier vanwege de afwijkende financiële structuur niet in het gemiddelde opgenomen.
Bevordering goede drinkwatervoorziening in het buitenland
Drinkwaterbedrijven mogen een deel van het rendement inzetten ten behoeve van het stimuleren van de drinkwatervoorziening in het buitenland. De totale (netto) kosten mogen niet meer bedragen dan 1% van de gerealiseerde omzet van de drinkwaterlevering.
Geen van de drinkwaterbedrijven overschreed de wettelijke norm van 1%. Het gemiddelde kostenpercentage van de drinkwaterbedrijven over 2021 is 0,53%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2020 (0,45%).
De totale netto kosten ingezet door de drinkwaterbedrijven voor drinkwaterprojecten in het buitenland in 2021 zijn € 7,86 miljoen (€ 6,75 miljoen in 2020).
Rendement niet-wettelijke activiteiten
Drinkwaterbedrijven kunnen, naast de activiteiten in het kader van de openbare drinkwatervoorziening, ook niet-wettelijke (economische) activiteiten uitvoeren. Deze activiteiten zijn gebonden aan een aantal wettelijke eisen. Zo mag er onder andere geen sprake zijn van kruissubsidiëring en moet de financiële administratie gescheiden zijn van de wettelijke activiteiten.
Het gemiddelde gewogen rendement op niet-wettelijke activiteiten voor de sector is 7,0% in 2021 (6,6% in 2020).
Als bijlagen bij deze brief ontvangt u de Jaarrapportage drinkwaterkwaliteit 2021 en de bedrijfsverslagen van de 10 drinkwaterbedrijven over het jaar 2021.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Kamerstuk 35 334, nr. 209.↩︎