Oordeel over het amendement van het lid Sylvana Simons over het niet verhogen van de persoonlijke toelages van het Koninklijk Huis (Kamerstuk 36200-I-6)
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2023
Brief regering
Nummer: 2022D52156, datum: 2022-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-I-9).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Rutte, minister van Algemene Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 I-9 Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2022Z24193:
- Indiener: M. Rutte, minister van Algemene Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-12-13 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-22 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-10-05 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2023
Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2022
Het lid Simons (BIJ1) heeft recent een amendement ingediend (Kamerstuk 36 200 I, nr. 6), waarmee beoogd wordt geen toepassing te geven aan de wettelijke indexering op basis van de Wet financieel statuut voor het Koninklijk Huis. In het debat op 11 oktober jongstleden (Handelingen II 2022/23, nr. 10, item 17) over de begroting van de Koning heb ik de wijze van indexeren toegelicht, die is vastgelegd in de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis. Dit amendement doorkruist de systematiek van deze wet. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis is na een zorgvuldige procedure tot stand gekomen en in de Tweede Kamer aanvaard met 149 voorstemmen. In deze wet is, mede met het oog op de noodzakelijke eenduidigheid en bestendigheid, gekozen voor een systeem van automatische aanpassing van de uitkeringsbedragen aan de wijzigingen in het loon- en prijspeil. Het afzien van deze indexering voor één jaar bij wijze van amendering van een begrotingswet laat zich hiermee niet rijmen. Hierom ontraad ik het amdendement.
De Minister-President,Minister van Algemene Zaken,
M. Rutte