[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Amendement van het lid Dekker-Abdulaziz over het verkorten van de evaluatietermijn van vijf naar drie jaar

Wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305) en enige andere wijzigingen

Amendement

Nummer: 2022D52878, datum: 2022-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35851-24).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35851 -24 Wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305) en enige andere wijzigingen .

Onderdeel van zaak 2022Z24610:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

35 851 Wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305) en enige andere wijzigingen

Nr. 24 AMENDEMENT VAN HET LID DEKKER-ABDULAZIZ

Ontvangen 8 december 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel Y, wordt in het voorgestelde artikel 20, eerste lid, wordt «vijf jaar» telkens vervangen door «drie jaar».

Toelichting

In het met het wetsvoorstel voorgestelde artikel 20, eerste lid, staat dat de Minister binnen vijf jaar na inwerkingtreding van de wet en vervolgens iedere vijf jaar een verslag zal sturen naar de Staten-Generaal. Om de doeltreffendheid van de maatregelen beter te kunnen monitoren is de indiener van mening dat een periode van vijf jaar te lang is. De indiener stelt voor om de periode van het eerste verslag te vervroegen dus binnen drie jaar i.p.v. vijf jaar en dat de Staten-Generaal vervolgens iedere drie jaar wordt geïnformeerd over de doeltreffendheid van de nieuwe maatregelen.


Dekker-Abdulaziz